-56-
b. Diverse stukken betreffende het Streekgewest Westelijk Noord Brabant.
c. Krachtens delegatie door of namens burgemeester en wethouders genomen
besluiten.
d. Krachtens mandaat door of namens burgemeester en wethouders genomen
besluiten.
e. 1. Brief van de Stichting Vrouwen en Bijstand Noord-Brabant d.d. 2 juni
1995 inzake hulp en ondersteuning voor vrouwen bij het zoeken naar
werk.
2. Antwoord van burgemeester en wethouders op de onder 1. genoemde brief.
f. Verklaring, als bedoeld in artikel 7 van het Reglement op de fractie
assistent, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 april 1983, m.b.t. de heer
G.F.M. Homs d.d. 23 mei 1995.
De VOORZITTER: Dames en heren, zijn er onderdelen waar iemand nog vragen
over of kanttekeningen bij heeft? Neen, dan hebben we deze stukken voor
kennisgeving aangenomen.
Dan kom ik bij de twee moties, die eerder deze avond zijn ingediend. Aller
eerst de motie van Lijst Linssen.
Ik geef bij deze graag de heer Linssen, als hij dat wenst, nog de gelegen
heid om er nader op in te gaan.
De heer LINSSEN: Voorzitter, ik denk dat bij het agendapunt van de lokatie-
keuze zwembad wij duidelijk zijn geweest. Ik denk dat de motie voor zich
spreekt. Ik zou u willen voorstellen om via handopsteking te zien hoe ieder
er over denkt.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik heb toch behoefte om te reageren.
Allereerst de motie van Lijst Linssen. Die motie zal ik niet steunen, omdat
mijn fraktie van mening is dat een college, dat uitvoert wat de meerderheid
van de raad haar opdraagt, een goed college is. Daarvoor zijn ze gekozen.
Zolang ze dat doen, ook al moeten ze iets uitvoeren, wat mijn fraktie niet
ondersteunt, heeft dat college mijn vertrouwen. Het college zit er namens de
raad, de meerderheid van de raad. Hoewel ik bij de betrokken meerderheid
de mening, die heeft geleid tot deze motie op basis van een voorstel, be
treur. Het college geniet wel degelijk mijn vertrouwen. Hoewel ik een moment
heb getwijfeld, want als ik de portefeuillehouder bij een stand van 15/13
hoor zeggen, dat zij vindt dat het een duidelijk uitspreken van de raad is
en dat ze daarom alle vertrouwen heeft, vind ik dat een beetje naïef, maar
anderzijds ook getuigen van de wil om er toch wat van te maken. Dat is haar
opgedragen, ook al is het 15/13.
De heer DIETEN: Voorzitter, de motie van Lijst Linssen begint met, gezien de
tot nu toe gevolgde procedure en gezien de onderlinge verdeeldheid in he
college, en dan gaat hij verder dat hij het vertrouwen in het college niet
meer heeft.
Wij vinden het een goede zaak als in een gemeenteraad het mogelijk is da
een college ook minderheidsstandpunten ingenomen worden op zaken die
moeite waard zijn en als die beargumenteerd worden. Gezien het feit dat ovc
het punt Binnenschelde of Gageldonk, blijkens ook de uitslag van de stemmin
met 15/13, het kantje boord in deze raad is, vinden wij het niet ongewens
maar zelfs zeer gewenst en heel normaal, dat een dergelijke verdeeldheid
ook een dergelijke afweging van belangen van kantje boord, ook in
-57-
college tot uitdrukking komen. Dus het feit dat het college in dit geval
verdeeld stemt, vindt de fraktie van Groen Links geen enkel argument. Wij
zullen er uiteraard bij de behandeling en de bespreking van de motie, die
hierna aan de orde is, ook op deze manier op terugkomen.
Gezien de tot nog toe gevolgde procedure, is het in onze ogen ook geen argu
ment, in die zin dat wij de procedure bij de standpuntbepaling over Gagel
donk en Binnenschelde zeer zorgvuldig vinden. Er was een ambitieus plan. Er
was een second opinion dat dat sloopte. Er was vervolgens een vergelijkend
warenonderzoek met een heel duidelijke uitslag. Dus in de procedure tot dat
moment ging het helemaal perfekt. Alleen op het moment dat argumenten
verdrongen werden door geloof en vertrouwen ging het even de mist in. Dat
heeft helaas geleid tot de desastreuze uitslag van de stemming. Maar dat
vind ik niet te wijten aan de procedure, maar meer aan het stemgedrag van
enkele frakties in deze raad.
Wij vinden dus geen enkel argument om deze motie te steunen.
De heer MULLER: Voorzitter, gezien de uitslag bij agendapunt 5, en de motie
van Lijst linssen appelleert aan dat agendapunt, is het duidelijk dat dat
niet onze mening is. Derhalve kunnen wij de conclusie, die hij in de motie
neemt, niet onderschrijven. Dus wij zullen de motie niet steunen.
De heer BOLSIUS: Voorzitter, de fraktie van D66 heeft ook geen behoefte aan
steun van de motie. Ik heb bij de behandeling van agendapunt 5. al gewezen
op het verkiezingsprogramma, waarin wij dus lokatie Binnenschelde als
speerpunt van beleid hebben genoemd. Wij achten ons zeer consistent, dat
betekent dat wij deze motie niet zullen steunen.
De heer BOOGAART: Voorzitter, wij kunnen om dezelfde reden als die de heer
Dieten heeft aangegeven deze motie niet ondersteunen.
De heer SMITS: Voorzitter, in het verkiezingsprogramma van de VVD is dit een
belangrijk item geweest. De wethouders hebben daar uitvoering voor gegeven
en hebben dat voorstel op tafel gelegd. Een meerderheid heeft daartoe
besloten. Dat is voor ons aanleiding om te vinden dat het correct verlopen
is. Het coalitieprogramma is gevolgd. Wij hebben dus geen enkele behoefte
aan deze motie.
De heer VAN DE WATER: Voorzitter, ook voor ons geldt, gezien de afspraken
bij de vorming van dit college, dat wij geen behoefte hebben aan ondersteu
ning van deze motie.
De heer CLAESVoorzitter, wij kunnen ook geen steun aan deze motie geven.
De heer VAN DER STEEN: De CD ook niet.
De VOORZITTER: Ik denk dat ik alle frakties gehad heb. Het college vindt
toch dat u, Lijst Linssen, het college onrecht doet met deze motie.
Ik maak eigenlijk graag van de gelegenheid, die u ons geeft, gebruik om op
de gang van zaken rond de besluitvorming van het zwembad even terug te
blikken.
Het college waardeert in hoge mate de inzet waarmee en de wijze waarop de
mensen, die tegen dit voorstel waren, hun argumenten naar voren hebben
gebracht en hoe we daar met elkaar over hebben kunnen praten. Alle argumen
ten, voor en tegen, zijn uitgebreid aan de orde geweest.
Ik hoor het gelukkig bij een aantal van u en ook van de tegenstemmers,
wat is een kenmerk van een goede voorbereiding van een besluitvorming? Dat
is dat een raad weet wat er speelt en dat je op basis van die argumenten tot