-54- De heer DIETEN: Voorzitter, eerst zal ik even ingaan op de sfeerbepalende opmerkingen van de portefeuillehouder aan mijn adres. Het heeft mij inderdaad dwarsgezeten dat de wethouder maand na maand met de boodschap kwam dat hij de gegevens nog niet op tafel had. Want we wisten dat deze regeling ten eerste een termijn in zich had, op grond waarvan binnen twee maanden er sprake moest zijn van het indienen van een aanvraag tot kwijtschelding. Wij wisten ten tweede dat, naarmate het jaar vordert, de kosten en de administratieve inspanningen, om de zaken bij te stellen, inge wikkelder en ook hoger zouden worden. Om die reden heb ik er telkens op aangedrongen om daar snel mee te komen. Telkenmale is daarmee gedraald totdat op een gegeven moment, via een tele foontje aan de direkteur van de dienst, uiteindelijk het spul nog bezorgd werd en totdat de definitieve cijfers, die we nu hebben, pas op tafel kwamen nadat het initiatiefvoorstel ingediend was. Is dat nu kwaadwilligheid of is dat nu lamlendigheid, of zijn er heel goede argumenten voor te bedenken, waarom het echt praktisch niet kon? Ik ben best bereid om dat laatste aan te nemen, voorzitter. Maar dan zou ik dat toch graag uitgelegd willen zien, want wij verkeren nu in een situatie die als volgt te karakteriseren is. Het rijk maakt het mogelijk om de minima in onze gemeente royaler tegemoet te komen dan voorheen kon. Dat royaler valt allemaal nogal mee, maar voor minima in onze gemeente telt elke cent en elk dubbeltje. Wij hebben daarmee nogal rustig aan gedaan blijkbaar, waardoor het nu moeilijker wordt, en zelfs nu dreigt dat partijen, die in de commissie gezegd hebben dat ze dit voorstel zouden ondersteunen, dit voorstel nu niet meer steunen en andere partijen, die gezegd hebben dat ze het voorstel sympathiek vonden, in ieder geval ook niet verder gaan dan dat. Dat is zeer te betreuren, omdat het doel, namelijk de minima in deze gemeente tegemoet komen, daarom niet gehaald wordt, met argumenten die volgens mij niet in relatie staan tot wat wij zouden willen bereiken. Moeten de minima de dupe worden van de vertraging? Ik denk het niet. Moeten de minima de dupe worden van de uitvoeringskosten, die nu wat hoger zijn geworden? Ik denk het niet. Moeten wij de minima tegen zichzelf beschermen, door ze nu in 1995 niks extra's te geven omdat anders de teleurstelling in 1996 op grond van de nieuwe regeling wat groter zal zijn? Ik denk dat geen enkel persoon in Bergen op Zoom met een minimuminkomen zal zeggen, geef mij in 1995 maar niet zoveel, want anders valt het in 1996 tegen als ik dan wat minder krijg. Ik betreur het erg dat de raad en het college niet van de geboden gelegen heid gebruik willen maken, daar waar andere gemeenten dat, door in het voorjaar van dit jaar besluiten te nemen, ook gemeenten, die het maandsys- teem hanteren, dat wel hebben gedaan. Het is blijkbaar niet anders, tenzij in tweede termijn andere frakties nog aangeven dat het wel anders is. De heer BOOGAART: Voorzitter, ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer Dieten. Als wij vanavond een hele discussie gehoord hebben over kreatief rekenen, dan vind ik het dieptreurig dat de minima schijnbaar niet zo in de belangstelling staan als bijvoorbeeld een zwembad. En daar wil 1 het bij laten, voorzitter. De heer J. VAN ES: Ik denk dat de minima wel in de belangstelling staan, mijnheer Boogaart. Maar er moet natuurlijk ook bekeken worden wat er alle maal mee samengaat en samenhangt. De complexheid van dit soort systemen maakt natuurlijk dat het allemaal wat lang geduurd heeft. De heer Di®te" vond ook dat het te lang geduurd heeft. Dat is duidelijk, het heeft ook lang geduurd, misschien had je eerder maatregelen kunnen nemen. -55- In deze fase dat alsnog te doen, zie ik niet. Nogmaals, zoals ik het bekeken heb, denk ik dat het resultaat en de individuele gevolgen niet van dien aard zijn dat we deze ingrijpende maatregelen moeten nemen. De heer VAN OERS: Voorzitter, nog even een geluid, omdat het in financiën behandeld is, maar ook in sociale zaken. We hebben inderdaad op 24 mei 1995 het minimabeleid behandeld. Een onderdeel van het minimabeleid is het kwijtscheldingsbeleid, maar we hebben het totale minimabeleid behandeld met alle facetten die erin zitten. Wij zijn toen tot de conclusie gekomen dat, wat betreft het minimabeleid, wij, zoals de portefeuillehouder zegt, hier redelijk rechtop naar andere gemeenten kunnen kijken. De regionale inkomens- en effektenrapportage, die toen ook besproken is en die nu ook betrokken gaat worden bij de evaluatie, bevestigt dat. Zij het, als je gemeenten met elkaar gaat vergelijken, krijg je hier en daar uitschieters naar boven en naar beneden. We hebben het toen in de commissie niet gedaan, maar ik denk dat we ons nu teveel focussen op één facet van het minimabeleid. Nota bene overigens een facet, waarbij je als gemeente zeker je gezicht kunt laten zien. Maar het is het totaalverhaalWe hebben daarvan gezegd, gelet op alle ontwikkelingen die er zijn, en mevrouw Van Oorschot noemde de nieuwe alge mene bijstandswet, er zijn handreikingen vanuit de V.N.G. over het kwijt scheldingsbeleid, over bijzondere bijstand, over schuldregeling etc., we gaan dat in zijn totaliteit bekijken en we proberen dat ook weer in dat totale pakket mee te nemen. Ik denk dat we ons iets teveel focussen op slechts een onderdeel. Overigens een substantieel onderdeel van het minimabeleid. De heer DIETEN: Voorzitter, bij interruptie. Het minimabeleid, waarvan we in mei hebben afgesproken dat we aan de hand van de cijfers als raad de opening hielden om op dat punt de regeling ook nog in het jaar 1995 bij te stellen. Dus het initiatiefvoorstel past exact binnen de besluitvorming van mei. De VOORZITTER: Dames en heren, nog iemand anders van u in tweede termijn? Neen, dan is het woord aan wethouder Stuart. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik wil even in herinnering roepen dat wij ons uitgeput hebben in een poging in mei om inderdaad een overzicht te geven van het totale minimabeleid. Daar hebben we echt geprobeerd te schetsen wat dat allemaal inhoudt, van de uitvoering van de algemene bij standswet tot en met de 100,regeling. Dat is een samenhangend geheel. Toen hebben wij er inderdaad ook op gewezen dat het niet juist is om daar een onderdeeltje uit te lichten, want dat staat niet op zichzelf. Dat was ook het echte argument om die zaak opnieuw in het licht van de nieuwe alge mene bijstandswet en de daarbij behorende uitvoeringspraktijk te beschouwen. Dat is het argument geweest. Ik betreur het dat dan zo'n enkel onderdeel er wordt uitgelicht. De VOORZITTER: Afrondend constateer ik dat Groen Links, de PvdA en de heer Van der Kallen zich voor dit initiatiefvoorstel hebben uitgesproken. Ik hoor dat niet van anderen. Dat houdt in dat de andere leden van uw raad zich niet in dit voorstel kunnen vinden. Er is geen meerderheid, dus het voorstel is verworpen. Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a* Goedgekeurde raadsbesluiten en besluiten van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 233