-46- Het plan van aanpak inzake het opstellen van een "Lokale Agenda 21" in de gemeente Bergen op Zoom. SOB/73. De heer DIETEN: Voorzitter, de fraktie van Groen Links is natuurlijk enthousiast dat de gemeente Bergen op Zoom als een van de speerpunten van het milieubeleid gekozen heeft om werk te maken van een Lokale Agenda 21. Het plan van aanpak, de procesmatige aanpak die hieruit blijkt, is ook een aanpak die, denk ik, de goede weg is, want je kunt niet plompverloren met hele uitgewerkte dingen de bevolking overvallen. Je moet langzamerhand iets opbouwen en ontwikkelen. Wat daarbij nodig is, en dat wordt ook wel met woorden in de nota aangege ven, dat is natuurlijk dat je daar dan, van meet af aan, aan de slag gaat om groepen en de bevolking daarin te betrekken. Tot mijn verrassing, toen ik kontakt opnam met een van de groepen die een plaatsje krijgen volgens deze notitie in het platform, dat er straks komt, wisten zij helemaal van niets. Zij wisten niet dat zij in deze nota voor kwamen. Er was met hen niet gepraat over de opzet. Er was met hen ook niet gepraat over, is deze enquête in deze vorm daarvoor nou de goede weg. Ik was in eerste instantie met stomheid geslagen, omdat je, juist als je een goede start wilt maken en communicatie centraal stelt bij de start hiervan, dan dus moet zorgen dat je juist bij die start de betrokkenheid aanwezig laat zijn. Nou denk ik dat dat nog te repareren is, voorzitter, als de wethouder het volgende zou kunnen toezeggen. Namelijk dat de organisaties, die genoemd worden in de notitie als deelnemers in het platform, nu op zeer korte termijn een keer bij elkaar gehaald worden om te overleggen over de opzet van het proces, zoals het er staat. Met name ook over de vragen die in de enquête aan de orde zijn. Als die toezegging er komt, dan denk ik dat een vals startje -ik zal het niet overdrijven, maar we mogen het ook niet bagatelliseren- voorkomen kan worden en dat van meet af aan de betrokkenheid en het draagvlak vergroot kunnen worden. De VOORZITTER: Nog anderen in eerste termijn? Neen, dan is het woord aan wethouder Van den Kieboom. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Voorzitter, ik ben het volkomen eens met de heer Dieten dat wij in onze aanpak van de invulling van Lokale Agenda 21 er uiteraard personen individueel, maar ook groepen heel nadrukkelijk bij betrekken. Waar het nu om gaat, is dat de raad een voorstel wordt gedaan over de wijze van aanpak. Ik ben er trots op dat u als raad gekozen heeft voor Lokale Agenda 21 als speerpunt voor het milieu. Dat stelt ons in de gelegenheid om eerst een goede enquête te houden onder onze burgers. Daar komt dan een heleboel munitie uit. Vervolgens zullen daaruit concrete plannen van aanpaK opgesteld worden. Uiteraard en vanzelfsprekend zullen we daarbij groeperingen, individuen bedrijven betrekken, hoe we dat verder gestalte kunnen geven. Ik denk dat het nu nog te vroeg is om deze organisaties bij het plan te betrekken, zoa het nu in deze fase verkeert. het Wat ik u kan toezeggen is dat de vragen, waarover ook in de commissie een en ander is gezegd, nog eens een keer goed tegen het licht gehou worden door onze afdeling Onderzoek en Statistiek, zodat we een veran woorde wijze van enquêteren zullen hanteren. De VOORZITTER: Is dit voldoende voor u, mijnheer Dieten? -47- De heer DIETEN: Voorzitter, nog niet helemaal, maar misschien bedoelt de wethouder het wel, ik wil het toch even concreter weten. Is de wethouder bereid om, alvorens de enquête te starten en het plan in uitvoering te nemen, het toe te zenden aan de organisaties, die genoemd worden als deel nemers in het platform en, rekening houdend met hun opmerkingen daarbij, daadwerkelijk van start te gaan? De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Voorzitter, mag ik de vraag, die de heer Dieten stelt, bij de afdeling Onderzoek en Statistiek wegleggen? Waar ik aan hecht in ieder geval, is dat de enquête waardevrij plaatsvindt op een verantwoorde wijze. Als er op enigerlei wijze een toegevoegde waarde zou uitkomen uit een overleg met de organisaties, -maar dat moet ik wel met 0 en S overleggen- dan zal ik kijken of dat verwerkt kan worden. De heer DIETEN: Dus het antwoord is ja, tenzij 0 en S overwegende bezwaren heeft. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Ja, onder die voorwaarden. De VOORZITTER: Dames en heren, ik concludeer dat een unanieme raad met dit voorstel instemt. 14. Verweer van planschadeverzoeken Lambertijnenhofberoepen bij derechtbank te Breda, (er is geen voorstel; stukken liggen uitsluitend ter inzage) De VOORZITTER: Dit stuk ligt hier ter bevestiging ter vaststelling voor. Wenst iemand daarover het woord? De heer VERMEULEN: Voorzitter, heel kort. Inhoudelijk heb ik over het stuk niets op te merken. Het heeft alles te maken met de inhoud van het stuk, waarvoor ik een compliment zou willen maken. Ik verzoek u dat over te brengen aan de behandelende ambtenaren. De VOORZITTER: Dat zullen wij graag doen, mijnheer Vermeulen. Mevrouw KAMMEIJER: Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat wij hier geen enkele mogelijkheid tot verweer zien en dat we hier ook geen enkele behoefte aan hebben. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik deel het standpunt van D66. De heer DIETEN: Voorzitter, de fraktie van Groen Links zou graag zien dat ook op het eerste punt, waar het verweer eigenlijk niet gevoerd wordt, dat daar ook verweer gevoerd zou worden. Dat gebeurt nu niet. We schatten in dat dat dat onze kansen in deze procedure wat vermindert. Zoals wij al eerder aangekondigd hebben, zullen wij, naar aanleiding van de uitslag van deze hele procedure, met een voorstel komen om nog eens even te evalueren en zo nodig tot bijstelling van onze verordening over te gaan. De VOORZITTER: Nog anderen, die het woord wensen? Neen, dan is het woord aan wethouder Janssen. De heer JANSSEN, wethouder: In de commissie heeft de heer Dieten dezelfde stelling betrokken, maar ik kan niet anders dan constateren dat de raad het niet met hem eens was. Het is nu aan de raad om het voorstel over te nemen, maar dat doen ze blijkbaar niet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 229