-44- en ander gaat realiseren, dat dat met een grote zorgvuldigheid in die omgeving moet gebeuren. Met betrekking tot de opmerkingen, die de heer Dieten gemaakt heeft, over de goederen in de schil. Juist als je een woonomgeving zou willen mixen met deze aktiviteit vraagt dat extra zorg. In de daadwerkelijke vormgeving in het bestemmingsplan en het afgeven van de vergunningen zullen we daar dan ook rekening mee moeten houden. De VOORZITTER: Wie van u in tweede termijn? De heer AERTSSEN: Voorzitter, ik dank de wethouder voor zijn antwoord. Alleen zou ik graag heel duidelijk van hem willen horen of hij nu ook bedoeld te zeggen dat, wat de Van Konijnenburgweg betreft, inderdaad het tweede deel van de Van Konijnenburgweg niet wordt opgepakt totdat de uitslag van het onderzoek van het gehele gebied bekend is. Ik zou dat toch duidelijk willen horen, dan kan ik er vrede mee hebben. Als hij zegt, op het moment dat dat bekend is, dan houden we het opnieuw tegen het licht en komen we opnieuw met u te spreken. Dan hebben we daar vrede mee en gaan we akkoord met dit onderdeel van het voorstel. Een tweede opmerking toch, voorzitter, ten aanzien van de schil. Ook mijn fraktie heeft een aantal bedenkingen als de hele schil bestemd zou worden voor de perifere detailhandel. Ik denk dat in de uitwerking zal blijken dat er slechts enkele lokaties zijn die daarvoor in aanmerking komen. In onze opvatting zijn er ook een paar goede lokaties bij. Je praat dus ook over vlekken. Ik vind de opmerking van de wethouder te ver gaan, dat de lokaties goed bij elkaar aansluiten. Want je praat over vlekken die op elkaar aan sluiten en dat wil niet zeggen dat je dus automatisch een aaneengesloten perifeer detailhandelsgebied zou krijgen. Daar geloof ik niet in. Daar zal mijn fraktie ook niet voor zijn, want ik denk evenals de anderen, die dat vanavond gezegd hebben, dat dat de woonfunktie te zeer zou aantasten. De heer DIETEN: Voorzitter, de reakties op met name de schil en de twee soorten winkelgedrag worden in mijn ogen toch onvoldoende gehonoreerd. Die worden eigenlijk beargumenteerd van, ja, de ondernemers en de Kamer van Koophandel vinden dat dat elkaar positief beïnvloedt. Dan denk ik er maar achteraan, en het klinkt misschien wel demagogisch, dus zetten wij vervolgens ons verstand op nul. Ik denk dat wij juist als be langenorganisaties een sterke voorkeur uitspreken, dat wij als raad moeten blijven nadenken en moeten bekijken wat de voor- en nadelen daarvan zijn. Ik heb eigenlijk geen andere reaktie gehoord op de nadelen van het groot schalig vervoer etc., dat in die woonwijk zal optreden, dan dat we daar goed op zullen letten en dat we dat keurig zullen proberen in te passen in het bestemmingsplan. Ik vind dat te mager en blijf bij mijn standpunt uit de eerste termijn. Mevrouw KAMMEIJER: Voorzitter, ik begrijp wel dat u het op tekening allemaal heel mooi vindt staan, zo'n aaneengesloten gebied Van Konijnenburgweg en vervolgens dat stuk schil, wat gearceerd staat op tekening. Maar dat u het vacuüm noemt, dat is wel een groot woongebied. Ik denk dat dat gewoon een woongebied moet blijven en dus ook een vacuüm mag zijn. Wij willen daar helemaal geen mix van èn wonen èn perifere detailhandel. Wij kunnen met 2. a. niet instemmen, tenzij u zegt dat u dat gedeelte uit het bestemde gebied zou willen halen. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik heb toch behoefte om te reageren op het verstand op nul van de heer Dieten. -45- De heer DIETEN: Zit u soms in de Kamer van Koophandel, mijnheer Van der Kallen? De heer VAN DER KALLEN: Zowel in de Kamer van Koophandel als in de PSK, met name de PSK heeft een soort kadernotitie geschreven, wordt nog steeds over deze notitie nagedacht. Bijvoorbeeld morgen wordt die weer geëvalueerd en wordt er gekeken hoe bijvoorbeeld Tilburg het doet. Daar wordt continu over nagedacht. Ik wil toch duidelijk maken dat, hoewel ik in de commissie zit die dit inderdaad als kadernota binnen de PSK heeft voorbereid, ik dit Bergen op Zooms initiatief, deze notitie specifiek voor Bergen op Zoom, voor de volle 100% steun, omdat cruciaal is dat er aansluiting wordt gehouden tussen de perifere detailhandel en het kernwinkelgebied. Dat is cruciaal voor de instandhouding ook van het kernwinkelgebied. Natuurlijk kunnen er nadelen aan verbonden zijn. Die moet je als college bij de invulling van een dergelijke zaak goed in de knip houden om daar de hand op te houden. Maar dan denk ik dat die invulling wel degelijk kan. Ik denk dat het ook moet om ons kernwinkelgebied op een fatsoendelijke manier in stand te houden, anders loop je echt de kans dat het gaat verwateren en dat je kan vervallen in -wat ik dan maar noem- Belgische toestanden, waarbij je kernwinkelgebied langzaam maar zeker afsterft. Mijn fraktie in ieder geval pleit heel duidelijk voor de integrale uitvoering van deze nota. Natuurlijk met de wijsheid en die acht ik op dit punt het college in ieder geval toe. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, ik zeg gaarne de heer Aertssen toe dat wij deze nota pas gaan uitwerken in een bestemmingsplan, nadat wij de uitkomsten hebben van het revitaliseringsplan bedrijventerreinen West. De heer Aertssen heeft gelijk. Wanneer je de schil verder in gaat vullen in de vorm van een bestemmingsplan, en dan later de uitwerking voor een belang rijk deel onder voorwaarden aan het college overlaat, dat je dan niet het hele gebied gaat inrichten, je doet dat vleksgewijs. Dat is juist. Maar dat wil niet zeggen dat er vervolgens dan niet een lint ontstaat, waar ik net over sprak. In de richting van de heer Dieten. Toen ik het had over de Kamer van Koophandel en de provincie, liet ik daaraan vooraf gaan dat de gemeente van mening was evenals de Kamer van Koophandel en de provincie, en ik denk dat hij die nuance in mijn woorden niet heeft gehoord. Mevrouw Kammeijer maakt heel duidelijk, wat de D66-fraktie vindt, dat voor wat betreft het onderdeel 2. a., dat niet de instemming heeft van D66. Ik kan u in ieder geval verzekeren dat, op het moment dat u weer aan het woord komt als het moment daar is dat het bestemmingsplan aan de orde komt, zal blijken dat wij het woongebied, wat daar aanwezig is, niet met een pennestreek hebben laten wegvagen. De VOORZITTER: Dames en heren, ik kom dan tot een afronding, wat dit raads voorstel betreft. Ik concludeer dat met een tegenstem van de heer Dieten en een aantekening op onderdeel 2.a. van D66, dit voorstel is aangenomen. Voorbereidinqsbesluit 4e herziening bestemmingsplan "Guido Gezellelaan e.o." Nr. SOB/72 De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik vraag aantekening om de bekende redenen. De VOORZITTER: Dames en heren, wie van u wenst nog het woord? Niemand, dan ls met een aantekening van de heer Van der Kallen het voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 228