-32- schenen. Die is ook nog niet klaar. Ik kan me dus ook voorstellen dat de communicatie daarover nog niet heeft plaatsgevonden. Maar ik schaar me voor één keer achter een strekking althans van een opmerking van de heer Linssen, waar hij zei, dat de communicatie, zoals die nu gevraagd wordt door verschillende frakties, erg veel lijkt op verpakking, op compensatie voor de tekortkomingen van het nieuwe zwembad. Wat het zwembad zelf niet aan uit straling heeft, waardoor we spontaan enthousiast worden, dat moet een goed communicatieplan compenseren. Daar maken we ons natuurlijk ernstige zorgen over. Afsluitend, voorzitter, de argumenten en de feiten wijzen, wat Groen Links betreft, in een andere richting dan dit raadsvoorstel. Wij wensen niet dat het zwembad gebruikt wordt als een ondergeschikt instrument voor de ontwik keling aan de Binnenschelde. Wij zullen dus tegen dit voorstel zijn. Wij vertrouwen erop, maar dan gebaseerd op de feiten en argumenten die ons aangeleverd zijn in de stukken en de bijlagen, dat straks inderdaad Gagel donk toch open zal blijven en de Binnenschelde niet haalbaar zal blijken. Daar ben ik van overtuigd. De heer PLASMANS: Voorzitter, de wethouder heeft in eerste termijn gesproken over het werken vanuit de eigen kracht. Dat is een kreet, die getuigt van daadkracht. Dat spreekt de VVD-fraktie aan. Ik wil het kort houden. Voorzitter, wij wensen u en het college alle succes toe bij de verdere realisering van de plannen. De heer VAN DE WATER: Voorzitter, waar het hier eigenlijk om gaat en waar de discussie het meest op gestoeld is, is financiën. Je kunt er niet omheen. De cijfers staan er. Maar er zit ontzettend veel ruimte. Als raad praten we eigenlijk over een lokatiekeuze met de financiële invulling. Er zijn bedra gen. Voor mij zijn het kostenramingen, aannames en er is een taakstellend bedrag. Ik denk dat er aan dit college gevraagd wordt om met dit voorstel aan de gang te gaan. Ik denk dat met de invulling van hoe en wat, en dan praat ik over begrotingen en niet meer over ramingen, gewoon naar de raad terugge koppeld wordt. Dus alle discussies van, wat zijn de entreeprijzen, hoe kunnen we op dit plan nog kosten bezuinigen, hoe kunnen we het verder in vullen enz., zijn voor mij op dit moment aannames. Daar zeggen we ja tegen in deze raad. Voorzitter, het zal duidelijk zijn, en misschien is het ten overvloede, dat niemand GB/S hoeft te overtuigen van de ontwikkelingen en de mogelijkheden aan de Binnenschelde. Voor dit college en voor het vorige college was GB/S met vele anderen overtuigd van de ontwikkelingen aan de Binnenschelde, vol enthousiasme en geloof. Ik geloof daar nog steeds in. Ik denk dat de moge lijkheden veel groter zijn dan dat ze vanavond bediscussieerd worden. Alleen, en dat is het probleem van GB/S op dit moment, hebben wij grote moeite met WE/25. We hebben dat in de commissies gezegd. Ik ga er verder niet op in. De heer J. van Es is er op ingegaan. De ontwikkelingen aan de Binnenschelde zien wij zitten. We zijn er ook van overtuigd. In de besprekingen over het collegeprogramma hebben wij medewerking verleend aan de ontwikkelingen van de Binnenschelde. We zullen die belofte nakomen, ondanks dat wij vanavond tegen dit voorstel zullen stemmen om voor ons gemotiveerde redenen. Ik denk dat dat te begrijpen moet zijn. De heer CLAES: Voorzitter, mijn fraktie heeft ons standpunt in de commissie kenbaar gemaakt. Wij willen er nu nogmaals de nadruk op leggen. Als Bergen op Zoom zich in de toekomst zowel toeristisch als economisch wil handhaven in de regio, zullen wij als raad het college onze volledige steun moeten geven en zeker de ruimte moeten bieden om goed te kunnen funktioneren. -33- Voorzitter, mijn fraktie zal daarom de collegevoorstellen aangaande de ontwikkeling van de Binnenschelde en de ontwikkeling van de binnenstad vol ledig ondersteunen. De VOORZITTER: Nog anderen, die het woord wensen? De heer Van der Steen? De heer VAN DER STEEN: Voorzitter, de CD is in het verleden al duidelijk geweest, voor het behoud van zwembad Gageldonk en tegen de aanleg van een zwembad aan de Binnenschelde. Dat stond ook in ons verkiezingsprogramma en daar blijf ik bij. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Demmers in tweede termijn. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Voorzitter, geluisterd hebbend naar de frakties, denk ik dat ze hun betoog vanuit hun eerste termijn hebben samengevat en dat er nog een aantal punten naar voren zijn gekomen. Daar wilde ik even op reageren. Het taakstellende karakter van dit voorstel, ik denk dat dat door verschil lende frakties op enigerlei wijze met verschillende interpretaties is neer gelegd. Waarom taakstellend? We weten natuurlijk dat we ons als college dan best iets opleggen. Maar ik vind dat het ook iets is, waarvan je de verantwoor delijkheid moet durven dragen. Ik vind een voorstel met een open eindkon- struktie, een voorstel wat we in deze tijd met een begroting die altijd onder druk staat, met nog zoveel dingen die we in Bergen op Zoom moeten doen, niet reëel. Het zou dingen van u vragen als raad te beslissen, die wij niet als college van u mogen vragen. Een voorstel tussen de 2,1 en 2,5 miljoen gulden taakstellend is opgenomen, zoals de heer Stuart al terecht heeft gezegd, in de begroting en meerjaren planning. U ziet dat in de stukken die u vanavond ook bij het begrotings- boek heeft gekregen. Ik denk dat dit verantwoord is. Daar moeten we ook voor gaan. Vandaar ook dat wij ons met alle macht achter het woord taakstellend willen opstellen en dat ook als richting aan onszelf meegeven. De heer DIETEN: Maar als resultaatverplichting, mevrouw Demmers? Mevrouw DEMMERS, wethouder: Voor mij is dit een resultaatverplichting, die ik mijzelf opleg. De heer DIETEN: Waarop u afgerekend wenst te worden? Mevrouw DEMMERS, wethouder: Dat is aan u. Ik denk dat dat een beslissing is die de raad moet nemen op het moment dat het aan de orde is. Het communicatieplan is verschillende keren aan de orde geweest. Mijnheer Linssen zegt, dat is een verpakking. Ik denk dat niemand beter weet dan mijnheer Linssen hoe je met verpakkingen moet omgaan. Dat betekent dat wij ln feite aangeven dat, als we praten over een communicatieplan, we het niet over verpakking hebben, maar dat we dan praten over het inderdaad in alle facetten aangeven aan de burgers wat wij met het plan aan de Binnenschelde willen. Dan gaat het niet over verpakking, dan gaat het over de inhoud. Dat kan ook een manier van communiceren zijn. Le heer Van der Kallen. Dat u een soms wat zure smaak heeft van knollen en citroenen. Sommige mensen zweren bij citroensnoepjes en vinden zuur heel Lekker en opwekkend; daar doe je iets mee. Ik vind dat het iets is waar ik in ieder geval zelf niet zo'n moeite mee heb in die vorm, dat natuurlijk het best een kluif is om dit met zijn allen te klaren. Maar we gaan ervoor. Wat fot betreft, denk ik dat we daar ook heel duidelijk in zijn geweest in mijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 223