-18- We hebben uitvoerig gediscussieerd in de verschillende commissies. Daarom willen we hier de vraagstelling naar de basis terugbrengen. De financiële aspekten, die de keuze moeten vergemakkelijken, liggen niet op het gebied van de exploitatie. Immers de kunstmatig opgeroepen marge tussen Gageldonk en Binnenschelde vloeit alleen maar voort uit de arbitraire verlaging van de investeringen aan Gageldonk. Ook de hoogte van de inves tering moet duidelijk als indicatie dienen voor het toekomstig uit te geven bedrag. Het echte financiële aspekt, en misschien wel het enige, is de vraag, wat krijg ik voor mijn centen? Daarbij herhaal ik een klein stukje commissie en ook een aantal woorden van de heer Dieten, -wat dat betreft wisselen wij elkaar in de commissie en de raad enigszins af- omdat wat ik nu ga zeggen de ruggegraat is van ons standpunt. Er blijven aanmerkelijke verschillen op de verschillende lokaties aanwezig. Noodgedwongen gebruik ik cijfers die naar mijn mening bijstelling behoeven. Ik moet echter roeien met de riemen die ik heb. Uitgaande van de notitie van Gibros c.s. van juni 1995, komen we tot de aanname dat het zogenaamde model I, nieuwbouwprojekt volgens marktgericht concept op lokatie Binnenschelde vergelijkbaar is met model III, het reno- vatieprojekt met aan-/en nieuwbouw volgens marktgericht concept op lokatie Gageldonk. Model III heeft een gelijkwaardige uitstraling en nagenoeg dezelfde afmeting als model I. De buitenfaciliteiten met een breder scala aan water- en rekreatievoorzieningen en een waardevolle groenvoorziening. Als klap op de vuurpijl blijkt dat dat geen 33,7 miljoen maar slechts 23,3 miljoen gulden kost in een volledig vergelijkbare situatie. Puur op deze basis gerekend, kom je dan tot een verschil in exploitatie van 1 miljoen gulden per jaar. Dit gat is alleen te dichten door de investe ringen aan de Binnenschelde in te krimpen. Maar dan vergelijk je geen appels met appels, maar appels met peren, een soort kweekperen eigenlijk. Het riante van uitstraling voorziene marktgerichte bad aan Gageldonk of het teruggeschaalde bad zonder buitenaccommodatie aan de Binnenschelde. Hier probeert iemand ons knollen voor citroenen te verkopen. De vraag, die nu rijst, is: Zijn wij bereid de meerwaarde van Gageldonk op te geven voor een aantal niet direkt meetbare aspekten van de Binnenschelde? Zijn die laatste 10 miljoen gulden waard? Wij denken hierbij aan een belangrijke schakel in de ontwikkeling aan de Binnenschelde naar de Bergse Plaat; de voltooiing van de boulevard; aanhakingsmogelijkheden van andere sportaccommodaties; toeristisch-rekrteatieve aspekten; risico's met betrek king tot uitbetaling van subsidies. We willen hier graag een vraag aan koppelen. Misschien ben ik niet volledig geweest in deze opsomming. Ik hoor graag van u of er op dit ogenblik al reële mogelijkheden zijn of reële situaties zijn met name ten aanzien van de aanhaking van andere accommodaties. Andere aspekten die van belang zijn, o.a. de vraagstelling, of je GageldonK als een wijkvoorziening moet zien. Het antwoord is hierop duidelijk nee. Het is een gemeentelijke zwemaccommodatie en geen wijkvoorziening. Aan het feit, dat indertijd toevallig de lokatie Gageldonk als plaats voor het gemeente lijk zwembad is gekozen, mogen geen rechten worden ontleend. Als de gemeente opteert voor exploitatie in eigen beheer -wat dat betref vind ik de vraagstelling van de heer Van der Kallen interessant- bestaat e mogelijkheid om de tarieven dusdanig in de hand te houden, dat het gewone zwemmen niet onevenredig duurder wordt en betaalbaar blijft voor mensen me een smalle beurs. De meerkosten van het rekreatieve zwemmen moeten geaeKt worden door de opbrengsten daarvan. Voorzitter u zult begrijpen dat de afweging van het voorgaande ni eenvoudig is en de nodige discussie binnen onze fraktie heeft uitgelokt we enige tijd nodig hebben gehad om tot besluitvorming te komen. -19- Ik heb nog een opmerking ten aanzien van de opmerking van de heer Linssen naar de heer Claes toe. De heer Linssen moet zich wel realiseren dat 40% van zijn huidige fraktie bestaat uit mensen die op een gegeven ogenblik zich kennelijk niet meer konden vinden in het partijprogramma van de clubs waar voor zij indertijd in de gemeenteraad zijn gekozen. De VOORZITTER: Dank u wel. Dames en heren, wenst nog iemand in eerste termijn het woord? Nee, dan is het woord aan wethouder Demmers. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Voorzitter, Ik zal proberen in een algemene samenvatting de meeste vragen mee te nemen. Als ik dat per fraktie ga doen, dan lijkt me dat een bijna onluisterbare situatie te worden. Hoewel niet alle frakties in de eerste termijn er hetzelfde over denken, waarvan ik denk dat we dat na de eerste termijn wel kunnen concluderen, denk ik dat ik namens de meerderheid van het college moet constateren dat vandaag toch een historische stap wordt gezet. Zoals de heer Claes in de commissie al terecht aangaf, is het aan ons als gemeente om een duidelijk signaal aan de markt af te geven. Namelijk, wij hebben vertrouwen in de verdere toekomstige ontwikkeling van de Bergse Plaat, Kijk in de Pot in het bijzonder èn de toeristisch-rekreatieve poten ties van Bergen op Zoom in het algemeen. Wij zijn bereid daarvoor een forse investering te doen in de vorm van een zwembad cum annexis. Een aantal frakties ondersteunt wel, zoals we vanavond gehoord hebben, de toeristisch-rekreatieve potenties, maar niet de bouw van het zwembad op die plek aan de Boulevard. Waarom dan toch die beslissingen, en de heer Dieten heeft er in de commissie al eens om gevraagd, deels beleidsvisie en deels projektmatig. Waarom kop pelen we die? Als gemeente namelijk heb je niet zo heel veel mogelijkheden om beleidsvisie en projekten, die daar vaak een start van moeten zijn, überhaupt op te star ten. Vaak zijn projekten aan ondernemers en dat betekent dat je op moet passen dat je niet op stoelen van ondernemers gaat zitten als je dat gaat doen. Nu kwamen we voor de keuze te staan, zowel beleidsvisie ten aanzien van toeristisch-rekreatieve, als anderzijds de projektkeuze, wel of niet het bouwen van een zwembad op die plaats. Dat was het gevolg, en de heer Wit hagen heeft er op gewezen, van de beslissing die we moesten nemen in het kader van het aanpassen van zwembad Gageldonk ten aanzien van de wet Milieu hygiëne Zwemwater. Het trajekt tot het raadsvoorstel, dat u in juni gepre senteerd is in een hoorzitting, is u allen bekend. Het is door verschillende van u nog eens aangehaald, dat begint al in 1988, de heer Piasmans heeft er in de commissie een heel betoog van gegeven, hoe we steeds gebouwd hebben aan een visie zoals we daar in Bergen op Zoom mee kunnen gaan werken. De second opinion, verschillende van u hebben daarop gewezen. Daaruit bleek dat binnen het destijds vastgestelde exploitatiebedrag, want laten we wel zijn dat dat de reden was dat we hebben afgehaakt van het sportcluster en niet de reden dat we vonden dat aanhaking aan zwembadvoorzieningen niet het juiste was, het bedrag van op dat moment 1,7 miljoen gulden, het niet haalbaar was. Dat was de reden dat wij als college de raad bij elkaar geroepen hebben en met elkaar terug zijn moeten komen op een destijds ingegane weg. We hebben gezegd, laten we ons nu eens beperken in eerste instantie tot onze primaire taak, namelijk het zwemmen, de zorgfunktie en dan kijken hoe we vandaaruit weer tot verdere uitbreidmogelijkheden kunnen komen. Dan ontstaat er de vraag, waar? Dan is het niet lokatiekeuze zwèmbad, of het is niet lokatiekeuze zwembad. Nee, als je voor algemeen beleid staat dan betekent het dat je altijd verschillende beslissingen met elkaar moet durven

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 216