-8- zelf wenst. De heer Linssen sprak erover dat dit besluit de burger diep in zijn portemonnee zal treffen. Dat is op zich een belangrijk gegeven. Maar het is niet het belangrijkste gegeven wat mijn fraktie betreft. Het belangrijkste gegeven van dit besluit is dat het geen recht zal doen aan het rechtsgevoel van de burgers van Bergen op Zoom. Een rechtsgevoel wat gekoesterd zou moeten worden. Ik vind dat politici heel veel belang moeten hechten aan het rechtsgevoel van burgers en hoe de burger over de politiek in haar totaliteit zal oordelen. Ik vind ook dat je dit soort besluiten moet trachten te nemen op zo objektief mogelijke gegevens. Nu is het nadeel van gegevens en cijfers dat ze in hoge mate te manipuleren zijn. Ik vond het betoog van de heer Withagen elementen bevatten van zo'n stukje manipulatie. Ik wil daar even op ingaan. Hij vergeleek de prijzen die de gemeente Bergen op Zoom per kaartje moet toeleggen met elkaar en kwam tot de conclusie dat het bij zwembad Gageldonk na de vernieuwing zo'n 7,zou zijn en dat dat aan de Binnenschelde 5,a 6,zou zijn. Daarbij uit gaande van de bezoekersaantallen van 280.000 in het ene geval en 400.000 in het andere geval. Realiseer je je echter dat die 400.000, als dat 280.000 zou zijn, niet net als bij Gageldonk 7,per kaartje, zoals bij Gageldonk op de prijs zou toegelegd moeten worden, maar liefst 8,per kaartje. Dat geeft aan, hoe je door de sortering van getallen net datgene kan zeggen, wat je graag wilt. Ik denk dat dat in de afgelopen weken te vaak door bijna alle frakties is gedaan. Deze cijfers zijn langs alle kanten te manipuleren. De cijfers, waarop we tot beoordeling komen, zijn zowel door voor- als tegenstanders naar hun eigen richting uitgelegd. De heer WITHAGEN: Voorzitter, bij interruptie. Mag ik even aanvullen in het betoog van de heer Van der Kallen dat dat getal van 400.000 het getal is wat genoemd wordt door de adviesbureaus die ingehuurd zijn door de gemeente Bergen op Zoom. Dat zijn schijnbaar toch deskundigen, die op basis van allerlei onderzoeken tot een bepaald getal komen. Wij hebben als CDA-fraktie dat getal gevolgd. Als we dat allemaal moeten loslaten, dan wordt elke uitspraak over de financiële impact een slag in de lucht. De heer VAN DER KALLEN: Ik ben mezelf er zeer van bewust dat u dat getal hebt gevolgd, want ik heb die getallen ook genoemd. Die verzin ik niet zelf, die hebben inderdaad anderen voor ons verzonnen. Was het maar zo dat ze ze hadden uitgerekend, want dan hadden we meer grond onder de voeten gehad. In mijn optiek schieten al de cijfers tekort, in die zin dat ze geen bewijs zijn, noch voor voorstanders noch voor tegenstanders. We moeten ze maar voor waar aannemen. Dan spreekt mijn boerenklompenverstand, ofwel mijn water en zie ik geen reden om als gewoon zwembadgast, gaande naar Gageldonk, voor mezelf tot de conclusie te komen, nu ga ik een paar gulden meer betalen in het andere zwembad en daardoor zal ik wel vaker gaan. Ik begrijp daar niets van en zeker niet als het hartje zomer is. Voorzitter, voor- en tegenstanders, en dat heb ik in de commissie financiën ook al gezegd, kunnen datgene uit de cijfers halen wat zij willen. Ik beperk me daarom echter tot het voorstel en de discussie in de twee com missies. Als je het voorstel keer op keer leest dan kom je tot de conclusie, wat besluiten we nou eigenlijk? Als je dan kijkt naar de uitleg, die in de commissies is gegeven, respektievelijk de uitleg van de portefeuillehouders, dan heb ik van portefeuillehouder van WERCS, mevrouw Demmers, zowel in de commissie als in de krant mogen lezen, dat zij hecht aan een eigen exploi' tatie, want dan kunnen we de tarieven goed in de hand houden. Dan blijft dat zwembad voor iedereen bereikbaar. Luisterde ik echter in de commissie financiën naar de heer Stuart, dan zegt hij, ja, dat zou kunnen, maar het kan ook anders. Het kan ook zijn dat iemand anders de exploitatie voor ons doet onder bepaalde voorwaarden. -9- Toen dacht ik, wie zou nou gelijk hebben, want het is heel cruciaal. Het zijn niet alleen twee verschillende portefeuillehouders, weliswaar deel uit makend van een, naar ik nog steeds veronderstel, collectief college althans grotendeels collectief, maar het zijn ook twee verschillende partijen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat een partij als D66 in hoge mate belang hecht aan het bereikbaar houden van het zwembad voor iedereen voor een redelijke prijs. Kijk ik dan naar het raadsvoorstel, en ik heb het uitgespit, dan blijkt op geen enkele wijze uit het raadsvoorstel dat we dat zwembad zelf gaan exploiteren. Integendeel, als je indirekt durft te lezen dan blijkt het andere eruit. Bijvoorbeeld, wat te denken van het onderdeel II.b. van het besluit: te bepalen, dat de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie, inclusief kapitaallasten, mag variëren tussen 2.1 min. en maximaal 2.5 min gulden per jaar. Nou is het aardige dat, als je zelf iets exploiteert, je van tevoren abso luut niet met zekerheid je winst, respektievelijk je verlies kunt voorspel len, want het kan om allerlei redenen tegen zitten. Je kunt het alleen maar exact aangeven, waartussen je winst of verlies kan variëren, als je het niet zelf exploiteert. De terminologie, een bijdrage in de exploitatie, wekt op zijn minst de indruk dat een ander het exploiteert. Ik zou van de porte feuillehouder, vanzelfsprekend mevrouw Demmers -de heer Stuart heeft daarop al geantwoord in de commissie financiën- en van de fraktievoorzitter van D66 heel expliciet willen weten, of D66 met betrekking tot dit voorstel er abso luut zeker van is, ze het respektievelijk belangrijk vinden of misschien wel als voorwaarde stellen om voor dit voorstel te stemmen, dat de gemeente zelf de exploitatie doet, respektievelijk zelf de tarieven vaststelt. Als dat zo is, dan denk ik dat het voor D66 belangrijk is om de besluiten nog eens te lezen en tot een andere formulering van de besluiten te komen, want zoals de besluiten nu luiden, denk ik dat de interpretatie van wethouder Stuart de juiste is en althans een zeer reële. Mocht dat zo zijn, an is er op zijn minst sprake geweest van enige misleiding van een deel van de raad, respektievelijk onze geachte inwoners. Voorzitter, de CDA-fraktie heeft het gehad met betrekking tot dit projekt over een locomotief met wagons die er aangehaakt kunnen worden. U zult het geloven of niet, maar toen ik vandaag tijdens een andere vergadering er nog eens over dacht hoe deze avond er uit zou zien, had ik ook dat beeld van een locomotief voor me. Alsmaar ploeterend om omhoog te komen op de helling, want bovenop werd het besluit genomen. Die wagons waren dan niet allé elementen van het sportclustermaar waren allerlei frakties en soms braken wagonnetjes wel eens in tweeën helaas. Maar bovenop die helling was dat besluit genomen en zette die trein zich in gang naar beneden. Heel wezenlijk J een locomotief met wagons, die zich in gang zet naar beneden, is dat er remmen op zitten. Het belangrijkste van een rem kan in dit geval wel eens zijn de mankracht die in staat is om de rem op de wielen te drukken. Die mankracht zijn de bezoekersaantallen. Als die mankracht er niet is in de zin van betalingen, dan denk ik dat die trein ongekontroleerd naar beneden gaat, alsmaar verder in het rood. Ten langen leste moet zo'n locomotief met al de wagonnetjes met nog steeds trouwe partijen een bocht nemen en dan liggen ze allemaal in het ravijn. Dat was mijn toekomstbeeld van wat er gaat gebeuren, a is een heel somber toekomstbeeld. Want a., de meeste wagonnetjes van die rein draag ik toch wel een goed hart toe en b., de financiële gevolgen voor onze gemeente zouden op dat moment wel eens zo desastreus kunnen zijn, dat inderdaad de trein ontspoort. Niet alleen de trein met de politieke wagonnetjes, maar ook de trein van onze gemeente met allerlei goede zaken, oorzitter, ik ga afsluiten. Mijn fraktie is tegen dit voorstel. De hoofd- a enen daarvan zijn dat er in Oost meer is te realiseren dan aan de innenschelde voor hetzelfde geld. Dat de argumentatie van ons voor Gagel-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 211