II
24
d. Krachtens mandaat door of namens burgemeester en wethouders
genomen besluiten.
e. Diverse processen-verbaal van kasopnamen.
f. Brieven van de Raad van State d.d. 29 mei 1995 en 11 juli
1995 m.b.t. het bestemmingsplan "Wouwsestraatweg inzake
bevestiging intrekking Kroonberoep door de gemeenteraad en
verzoek schorsing/voorlopige voorziening van J.B.M. Nuyten.
g. Brief van Gedeputeerde Staten d.d. 9_ juni 1995 inzake
goedkeuring Leefmilieuverordening "Horeca Binnenstad
h 1 Brief van de Stichting Nationaal Indië-monument 1945-
1962,* gedateerd juni 1995 inzake bijdrage bouwkosten pavil-
2Antwoord van burgemeester en wethouder op de onder 1
genoemde brief
i 1 Brief van J. Sinke te Halsteren d.d. 31 maart 1995
inzake de A4alsmede inspraakreacties van de Brabantse Mi
lieufederatie en de Vereniging Benegora Leefmilieu op de
Trajectnota A4/A16
2. Antwoord van burgemeester en wethouders op de onder 1.
genoemde brief
j. 1. Brief van de Voetgangersvereniging VBV d.d. 29 maart
1995 inzake een bijdrage voor 1996.
2. Antwoord van burgemeester en wethouder op de onder 1.
genoemde brief
k. Verklaring als bedoeld in artikel 7 van het Reglement op
de fractie-assistent, vastgesteld bij raadsbesluit van
april 1983, m.b.t. mevrouw Drs. P.J.M. Heuvelmans-Hoppenbrou
wers d.d. 8 augustus 1995.
1. Planmatige aanpak Milieucommunicatie, versie 1.
m. Brief van de VNG d.d. 4 juli 1995 inzake informatie afbouw
stimuleringsgelden voor de kinderopvang.
De heer DIETEN: Het gaat om een jaarlijks terugkerend stand
punt van deze raad, nl. dat wij vinden dat wij als gemeente
niet één cent per inwoner per jaar behoeven bij te dragen aan
de voetgangersbelangenvereniging, een vereniging die toch P
een heel illustratieve manier, waar onze gemeente naar mijn
beste weten ook regelmatig haar voordeel mee doet, zich bezig
houdt met het voorlichten, adviseren en in kaart brengen van
allerlei zaken die de veiligheid van voetgangers ten goeae
komen.Het gaat er bij mij echt niet in dat wig, met n
argument dat het zich niet uitsluitend richt op de gemeent^
Bergen op Zoom, zouden moeten constateren dat wig die f
niet aan die vereniging zouden kunnen bijdragen. Wat
betreft maak ik bezwaar tegen het antwoord van B&W aan de VB
25
De VOORZITTER: Wij nemen daar kennis van.
voorgesteld wordt ter fine van advies in handen van buraemees-
ter en wethouders te stellen:
Verzoek van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
I wetenschappen d.d. 13 juli 1995 om te adviseren omtrent het
I verzoek van het Cuijpersgenootschap tot plaatsing van het pand
I Zuivelstraat 22 op de Rijkslijst van monumenten.
De heer DIETEN: Graag duidelijkheid over wat het betekent wat
in de aanhef staat. Voorgesteld wordt ter fine van advies in
de handen van B&W te stellen. Delegeren wij nu de adviesbe
voegdheid van de raad aan het college, of komt het college met
een voorstel aan de raad om met een advies richting hun te
komen. Als dat laatste het geval is ben ik zeer tevreden.
De heer VAN DE WATER: Ik zou toch een opmerking willen maken.
In de tijd dat we het pand verkocht hebben zijn in de verkoop
voorwaarden een paar duidelijke afspraken gemaakt met betrek
king tot realisering van het plan. Ik denk dat deze situatie
daar vergaande consequenties voor zal hebben. Wij hebben op
basis daarvan toen tegen het verkoopbesluit gestemd en ik denk
dat er toch een behoorlijk risico in zit.
De heer VAN LINDEN: Naar aanleiding van dit punt heeft lijst
Linssen een paar opmerkingen. In een eerder stadium in ge
sprekken tussen gemeente en ontwikkelaar is kennelijk aan de
orde geweest om het pand te behouden, maar van gemeentewege is
hier niet op ingegaan. Meer woningen in de binnenstad was
hiervoor het motief. Bij nader onderzoek naar de kwaliteit van
het pand werd gekozen voor sloop en nieuwbouw en werd dit plan
aan de raad aangeboden. Door de actie van één persoon wordt de
I gemeente thans verzocht om aan de Staatssecretaris haar visie
I te geven op het historisch belang van dit pand.Tijdens de
I vergadering van de commissie Stadsontwikkeling deelde de
I wethouder ons mee dat hierdoor een vertraging optreedt van
I minimaal 10 maanden bij de sloop en bouw etc. Zoals zich het
I nu laat aanzien is het veel langer dan die 10 maanden. Het
I pand staat op een belangrijke locatie binnen het plangebied
I voor het beleidsplan binnenstad en daarom vinden wij het niet
I verantwoord om de behandeling van dit beleidsplan zonder meer
I te laten doorgaan. Voor ons moet er eerst duidelijkheid komen
I over wat er met het pand gaat gebeuren.Als het pand tot monu-
I ment wordt verklaard, wat niet denkbeeldig is, zijn de ge-
I bruiksmogelijkheden aanzienlijk beperkter dan bij nieuw-
I bouw.Ook groeiend inzicht bij bestuurders kan ertoe leiden dat
I bet pand behouden blijft. Het openbare geharrewar over ver-
I Plaatsing van trekkers en de invulling van het vrijkomende
pand van de Rabobank en de weerstand tegen de bouw van een
parkeergarage aan het Joorenplein doen nu reeds het ergste
vrezen voor uitvoerbaarheid en de onderlinge samenhang van
deze plannen. Al met al geen situatie waarbij weer eens expe
rimenten met het centrum kunnen worden gestart.
VOORZITTER: Wilt u bij het onderwerp blijven.