-56-
De heer LINSSEN: Voorzitter, wij krijgen toch de tekst nog te horen van het
gewijzigde voorstel?
De VOORZITTER: Als we aan amendement 4 toe zijn, lees ik de tekst van het
gewijzigd voorstel.
Amendement 1. Ik heb uit de stemverklaringen van de frakties begrepen, en u
korrigeert mij maar als ik dat niet korrekt genoteerd heb, dat voor dit
amendement zijn, Lijst Linssen, de heer Dieten en de heer Claes, de anderen
zijn tegen. Ik konkludeer daaruit dat het amendement is verworpen.
De portefeuillehouder wil hier nog iets aan toevoegen.
De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter, een korte opmerking. De redenering
die Lijst Linssen gebruikt met betrekking tot de Van Heelulaan, ik denk dat
die wat te voorbarig is. Van de andere kant kunnen wij de zorg, die Lijst
Linssen uitspreekt, wel delen. De wethouder van financiën heeft net heel
keurig aangegeven waarom het college dit amendement verwerpt. Ik denk dat
wij als college u in ieder geval wel kunnen voorstellen om de minirotonde
onder 10 te verplaatsen naar een sector hoger, dan zit je bovensectoraal,
maar dan in de voorbereidende zin mee te nemen met de AVOC-kruispunten,
zoals die staan weergegeven bij punt 13 onder datzelfde hoofdstuk.
De VOORZITTER: Ik zou willen voorstellen dat we dat nu niet doen. We zullen
verder onderzoeken of er een relatie is. Als dat later blijkt, dan kunnen we
daar in de begroting op terugkomen.
De heer JANSSEN, wethouder: Dan zal die relatie op dat moment ook blijken,
omdat je dan met die studie naar voren komt.
De VOORZITTER: Dat blijkt dus uit de studie en als er dan aanleiding toe is,
kan de raad zich daarover uitspreken. Zullen we dat zo met u afspreken? Dus
geen voorstellen om te wijzigen, maar afspreken dat wij in het nader onder
zoek nagaan of er een relatie is. Als dat zo is, komen wij er in de
begroting in de kategorie-indeling op terug. Dan kunt u zich erover
uitspreken. Akkoord?
Bij amendement 2 konstateer ik dat voor het amendement Lijst Linssen zich
heeft uitgesproken. Geen van de anderen heeft dat gedaan, zodat dat amende
ment is verworpen.
Amendement 3, betreffende de Kunstuitleen.
Mevrouw DEMMERSwethouder: De heer Van der Kallen heeft een vraag gesteld
ten aanzien van de andere subsidiegevers. Dat zijn in dit geval de stad
Roosendaal en de provincie. Inderdaad hebben wij aan beide al doorgegeven
wat het voornemen was in de voorjaarsnota. Het is natuurlijk absoluut
getuigen van goed bestuur om ook weer met de andere subsidiegevers te gaan
praten als je met de Stichting Kunstuitleen praat.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heer Van der Kallen tegen dit amendement
is.
De heer VAN DE WATER: Voorzitter, ik ben ook tegen.
De VOORZITTER: De anderen zijn voor, zodat het amendement is aangenomen.^
Amendement 4, waarover mij een gewijzigde tekst heeft bereikt. Die luidt,
besluit
punt 3.h. van voornoemd voorstel als volgt aan te vullen.
In het voorstel staat: "beëindiging subsidie Botte Hommel". Dat vullen
aan: "ten laste van het budget Sociaal Kultureel Werk en het college op
-57-
dragen te onderzoeken op welke wijze het culturele deel van de Botte Hommel
in samenhang met de aktiviteiten van GMBS en het KCBK kan worden uitgevoerd.
De uitkomsten van dit onderzoek dienen uiterlijk 1 november 1995 te worden
gepresenteerd, inclusief de financiële consequenties voor de sector Cultuur,
waarbij de gevonden oplossing zonodig wordt gefinancierd uit Nieuw Beleid".
Deze wijziging is ingediend namens de fraktie van D66, de heer Bolsius, de
heer Withagen van het CDA en de heer Smits van de VVD.
In deze gewijzigde vorm maakt het amendement onderdeel uit van deze
discussie, in plaats van het eerder ingediende voorstel.
De heer DIETEN: Voorzitter, bij interruptie. Kan ik nog een toelichting
krijgen, want ik snap nog niet helemaal precies wat dit betekent. Als er
staat, zonodig wordt gefinancierd door Nieuw Beleid. Betekent dat, dat als
het nodig is om de Botte Hommel als culturele voorziening te laten voort
bestaan in 1996, dus aansluitend, zonder onderbreking om een beroep te doen
op Nieuw Beleid, dat die claim dan, hoe dan ook, onderdeel zal uitmaken van
de begroting van 1996, die door de collegepartijen op dat punt zal worden
gesteund. Mag ik het zo verstaan?
De heer VAN DER KALLEN: Ik lees daar niet de Botte Hommel, maar de taken van
de Botte Hommel.
De VOORZITTER: De aktiviteiten die in samenhang met anderen worden uitge
voerd. Het gaat dus over een cultureel deel, wat in samenhang met anderen
wordt uitgevoerd. Als dat niet binnen de begroting kan, dan zou er zo nodig
een claim op Nieuw Beleid zijn.
De heer DIETEN: Betekent dat nu dat de 130.000,— wordt bezuinigd?
De VOORZITTER: Wij bezuinigen 130.000,— op Sociaal Kultureel Werk.
De heer DIETEN: Maar zo nodig per saldo minder, begrijp ik.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Als het nodig is om de culturele aktiviteiten te
bewaken, is dat een voorstel bij de begrotingsbehandeling voor 1996.
De heer DIETEN: Dat is dan iets anders dan wat de heer Linssen zegt. Het is
niet per definitie 130.000,op de gemeentebegroting, zonodig is het
minder dan 130.000,op de gemeentebegroting.
De VOORZITTER: Wij zeggen, in de sector van Sociaal Kultureel Werk wordt
130.000,— bezuinigd, daarom blijft dat deel staan en in het kader van
Nieuw Beleid voor het culturele deel van de aktiviteiten, in samenhang met
4e 2 andere genoemde instellingen, kan het zijn dat daarvoor een deel van
bet Nieuw Beleid nodig is. Dan krijg je in die sector een uitzetting, als
dat nodig is. Dat is de uitleg.
Ne heer DIETEN: Maar dat is dus ook de uitleg van de indieners, als dat
nodig is, zullen de collegepartijen dat ook realiseren.
be heer BOLSIUS: De heer Dieten heeft dat goed begrepen en de heer Linssen
beeft et dus niet goed begrepen.
be VOORZITTER: Ik begrijp van de collegepartijen, mijnheer Dieten, dat het
antwoord op uw vraag, ja is. Ik bedoel de collegepartijen die dit
amendement hebben ondertekend. Ik ga nu alle frakties af, die nog geen uit
spraak hebben gedaan, om te horen wat hun standpunt over dit amendement is.