-54-
De heer VAN DER KALLEN: Het amendement met de punten i., j. en k.. Over i
en j. ben ik reeds meer dan voldoende duidelijk geweest. Punt k. vind ik ve
aardig. Ik begreep uit het betoog van de portefeuillehouder, hoewel ze tie
niet zei, dat het effekt voor een deel toch ook zat bij het mogelijke gebre
aan coffeïne, wat de effektiviteit van onze ambtenaren zou kunnen doe
dalen. Respektievelijk wil ik de heer Bolsius er op wijzen dat hij weliswaa
wil hechten aan het budgetrecht van de raad, en dat is inderdaad ee
fundamenteel recht, een wettelijk recht, maar er staat een wettelijk reel
van de medezeggenschapsorganen tegenover. Ik denk dat je dat toch met elkaa
moet afwegen en dat moet leiden tot het beleid voor verantwoorde bestuurder
om zeer zorgvuldig met hun eigen budgetrecht om te gaan. De zorgvuldighei
blijkt in mijn optiek niet uit dit voorstel.
De heer BOLSIUS: Voorzitter, de zorgvuldigheid heb ik met name in de af
weging gedaan van de uitstekende voorzieningen op andere terreinen. Stel da
de ambtenaren jaarlijks een uitstapje zouden hebben en we zouden werkelij
in vreselijk armelijke toestanden terechtkomen zodat we ook daarop zoude
moeten bezuinigen, dan neem ik toch ook niet aan dat het in het geheel moej
Dat zijn zaken die tot het budgetrecht van deze gemeenteraad behoren omd
soort dingen te schrappen.
De heer VAN DER KALLEN: Lees de wet op de ondernemersraad er maar eens
na, die dadelijk toch ook voor onze organisatie voor een belangrijk des
geldt. Ik denk dat u dan onder artikel 27 een aardige opsomming zal vinds
en daar valt dit onder.
Dan de motie van het honk- en softbalveld. Daar gaat mijn hart ook naar uitj
maar ik wil daar heel duidelijk over zijn. Ik interpreteer bijlage 3B v
de voorjaarsnora zo; er staat heel nadrukkelijk in dat de voorbereidil
reeds ter hand wordt genomen. Als de besluitvorming in 1997, dus bij
begroting van 1997, die in de allereerste vergadering van de nieuwe raad
aan de orde zal komen, wordt afgerond, dan kan nog in 1997 de betrokk
accommodatie worden gerealiseerd. Voorop gesteld dat de nieuwe raad ook
bereidheid heeft om het geld ervoor uit te trekken. Het is fundamenteel
je dit soort belangrijke beslissingen, die op de begroting, voor dan en i
de toekomst, belangrijke effekten geeft, overlaat aan de nieuw te vormt
raad, wat duidt op respekt voor onze partners in de andere met Bergen o
Zoom mogelijk te fuseren gemeenten.
De heer BOLSIUS: Voorzitter, dat zou tot een onaanvaardbare vertraging inj
besluitvorming leiden. Ik denk toch ook...
De heer VAN DER KALLEN: Er is geen enkele vertraging in de besluitvorming.
De heer BOLSIUS: Jawel, want het betekent namelijk dat je dan moet wachte
tot de nieuwe raad geïnstalleerd is.
De VOORZITTER: Zullen wij geen derde termijn gebruiken?
De heer BOLSIUS: Dit is een interruptie, voorzitter.
De heer VAN DER KALLEN: Over motie 2 heb ik nog eens goed na^eda^ie
tijdens de schorsing heb ik daarover een kort gesprek gevoerd op de p 1
tribune. Ik zei toen, ik snap dat gepraat allemaal niet. In felte J
op Zoom met haar inwonersaantal van 47.000 k 48.000 eigenlijk nl® aen j
een wijkje van een van de grotere steden. Eigenlijk kun je vanuit
Zoom, waar je ook woont binnen de bebouwde kom, in wezen op je zoUje
km fietsen een eventuele wijkaccommodatie bereiken, als we er ééntj
-55-
hebben en in het centrum. Toen kwam van de publieke tribune de suggestie
van, ja, daar zou de oude nieuwbouw van het stadhuis een uitstekende accom
modatie voor kunnen zijn. Ik hoor van de publieke tribune wel eens minder
goede suggesties, maar dit vind ik een heel goede suggestie. Ik deponeer die
dus hier en dat maakt dit voorstel, met de suggestie van de Bergse Plaat,
eigenlijk overbodig. Laten we wel zijn, Bergen op Zoom is een klein wijkje,
met alle respekt voor de stedelijke allure van onze goede gemeente.
De VOORZITTER: Wij zullen u hier nog een keer aan herinneren, mijnheer Van
der Kallen.
De heer VAN DER KALLEN: Dan blijft over de motie van de VVD en die heb ik in
een eerdere gang al positief beoordeeld.
De heer CLAES: Voorzitter, ik kan het kort houden. Het amendement van Lijst
Linssen, betreffende de minirotonde, wij blijven dit voorstel ondersteunen.
Het amendement betreffende de Botte Hommel, mits de aanvulling er komt,
blijven wij dit ook ondersteunen.
De motie betreffende de honk- en softbalaccommodatie ondersteunen wij. De
motie betreffende de efficiencyverbetering van dienst SOB steunen wij even
eens
De VOORZITTER: Ik begrijp er dus uit dat u voor de motie van de 4 partijen
bent en tegen het amendement van Lijst Linssen.
Dan is het woord aan de portefeuillehouder van financiën.
De heer STUART, wethouder: De afspraak staat om met de commissie over de
wijze van werken in relatie tot de voorjaarsnota nog eens van gedachten te
wisselen. De heer Aertssen heeft gelijk. Natuurlijk heeft de PvdA-fraktie de
voorstellen gedaan in de richting van tariefsverhogingen. Ik denk dat de
tarieven, die genoemd zijn, ook onderdeel uitmaken van de toegezegde
studies. Dus in het kader van de begroting 1996 komen wij daar op terug.
Omdat u het opgeschreven hebt, denk ik, hebben we dat mede willen onder
zoeken.
Voor wat betreft de bijdrage van de fraktie van Groen Links. Een riskant
perspektief of een wenkend perspektief. Het is maar op welke kant van de
medaille je wilt letten. Wij hebben last gehad van de discussies over nieuw
beleid, omdat het altijd ging om minder/meer, en dus altijd priotiteiten-
discussies moesten houden. Dat ging wel eens gepaard met het besteden van
het bedrag voor nieuw beleid voor een heel bestuurlijke periode al meteen in
het eerste jaar. Daar nodigen ze het ook toe uit en dat is niet handig. Als
je in een andere situatie zou zitten, waarin je het je wel kunt permitteren,
doemt natuurlijk ook het gevaar op dat je onnodige uitgaven gaat doen. Dat
ben ik met u eens.
Over de afweging bovensectoraal en binnensectoraal denk ik toch positiever,
want het is natuurlijk juist aan het college en aan de raad om de afweging
tussen de sectoren goed in de gaten te houden. Het is niet zo dat je afziet
van waardering van sectoren. Daar heb je je collegeprogramma voor. Daar heb
je de resultaten van je stadspeiling voor, beleidsplan I en beleidsplan II.
Dat zijn allemaal toetsingskaders, waardoor je die sectoren toch met elkaar
blijft vergelijken. Dat vraagt van de raad inderdaad een ietwat andere
benadering, want op hoofdlijnen van de begrotingsdiscipline.
Dat is het in zijn algemeenheid, voorzitter.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik stel voor dat we naar de moties en amende
menten gaan. Ik weet dat op sommige onderdelen de betreffende portefeuille
houder nog iets wil aanvullen.