- 24 -
dat wij ons eigenlijk raadsbreed tegen deze oplossing van het
vraagstuk zouden moeten verzetten.
De heer VAN DER KALLEN: ik sluit me ten aanzien van die verdringinj
uitdrukkelijk bij de heer Dieten aan. Het is volstrekt niet rele
vant of de verdringing intern of extern plaatsvindt. Relevant is
dat volwaardige betaalde arbeid, ook volwaardig betaalde arbeid vat
derden, wordt verdrongen door niet volwaardig betaalde arbeid,
Derhalve, hoewel ik het voorstel als zodanig zeer sympathiek vind,
kom ik tot een tegengestelde conclusie als het CDA, want die hebbet
wel hun zorg maar vertalen dat niet in een tegenstem, vertaal i\
het wel in een tegenstem.
De heer VAN DE WATER: Ik ben toch wel blij met de toelichting van
de wethouder die aanvoelt hoe de situatie bij de verenigingen is,
Dat is een duidelijk andere mening dan er tot nu toe was, volgens
mij. We spreken over zelfwerkzaamheid en dan zou eigenlijk de
indruk gewekt kunnen worden dat die verenigingen niet eindelijk
maar zelf wat zouden moeten gaan doen. Wat nu van die verenigingen
gevraagd wordt is natuurlijk maar een klein deel van het totale
werkpakket dat gedaan moet worden. Ik zou eigenlijk in de toekomst
niet meer willen spreken van zelfwerkzaamheid van verenigingen
maar welke werkzaamheden vragen we nog van de verenigingen. Ik denk
dat we het dan beter formuleren dan met zelfwerkzaamheid.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ja mijnheer Van de Water, ik kan me
daar alleen maar bij aansluiten, want in feite is dat natuurlijk
wel de uitkomst van het totaal. Het heeft echter nu eenmaal die
titel gekregen, dus het houdt nu eenmaal tot in de eeuwigheid die
titel, denk ik.
Mijnheer Franken, de sportraad, dat was nog even blijven staan.
Haï als. tussen°Plossing gekozen met daarbij de hoop,
v°rige keer in de commissie ook aangegeven, dat
nnt 'v Z° sP°edl9 mogelijk overnemen omdat, dan gaan
h 9 We®r naar de verdringing toe, het de bedoeling van
vereniofn^n T da\d\vereni9ingen het zelf gaan doen. Om die
dat niet een helpen is gezegd, we gaan eens kijken of
vereniaLnpn i 9 ZOll kunnen ziïn om d® mogelijkheden die de
te daarin rJV°°r schoonmaken Het is niet zo dat de gemeen-
zeaaen- de ver-e 1 .ringing zoekt. Nee, u moet het omdraaien en
ken daarvoor So?dï9ea lnderdaad de lokalen gaan schoonma-
aeïden Tnderdaar;f flfty- ^ifty instructie bedacht dat de
te kennen aecreven dar verenigingen gaan. De verenigingen hebben
nLeerd kriiaen nfr k°-rte dat nog niet georga-
StïïnIk i? 2:* formule is de situatie banenpooler ont-
he? hiel te ver oaat39 neg een keer u doorpraten. Ik denk dat
niet van olan bii uffiro t r -ln de ^aad te doen- Ik absoluut
te trekken Ik denk dat toetsingscommissie dan ook rookgordijnen op
"ij trouwens „tft ^r ÏLÏEld -^elraagd,
bestaat dat dat problemen .etTcS.aï brfngeT. °°k
??geIsleZmITlS: lk te m°gen donstateren, met een
voorstel is aan^ncnnenl heer Va" d*t
iede^"daJ'ha'tenin<T meenten ep RBft p.h.t. ttp.r^lerinn crsnssen
- 25 -
Nr. WE/04
De VOORZITTER: U heeft daarover een gewijzigd voorstel ontvangen.
De heer WITHAGEN: Het gewijzigd voorstel heeft de bezwaren die wij
in de commissie hebben verwoord weggenomen. Wij zijn dus volledig
accoord met dit voorstel. Wij stellen wel een vraag naar aanleiding
van dit voorstel aan het college. Wij krijgen nog aanvullende
invullingen voor de f. 75000,- Nieuw Beleid 1994 die we weggezet
hebben
De heer DIETEN: De opmerking van Groen Links gaat precies de andere
kant op als de opmerkingen van het CDA, want wij hoopten in dit
stuk terug te kunnen vinden de verantwoordelijkheid die de gemeente
neemt voor het taalonderwijs tot op een bepaald niveau voor de in
haar gemeente verblijvende burger. Wat we nu zien is dat dat
uitgangspunt keihard overeind staat en dat als er eventueel finan
ciële problemen uit voortvloeien we dan gaan onderzoeken hoe we die
financiële problemen kunnen tackelen, maar dat er juist door de
wijziging van dit voorstel gezegd wordt; het kan niet schelen of
wij erin slagen op voldoende kwantitatief niveau een Nederlandse
taai-handeltje te doen als we maar binnen de gestelde financiële
middelen blijven. Die accentverlegging ten gunste van de CDA-
opvatting is ons in het verkeerde keelgat geschoten en dat betekent
dat wij tegen dit voorstel zullen stemmen vanwege die klem die erop
gezet wordt.
De heer COPPENS: Wij delen de mening van de CDA-fractie. Wij hebben
in de commissievergadering om duidelijkheid gevraagd en die hebben
wij in dit gewijzigde voorstel gekregen.
Mevrouw VAN OORSCHOT: Het gewijzigd voorstel zoals ons dat heeft
bereikt roept in onze fractie geen verdere vragen meer op en wij
gaan dan ook met het voorstel accoord.
De heer BOOGAART: Dit geldt ook voor de Partij van de Arbeid.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Het voorstel is gewijzigd op basis van
een terechte vraag in de commissie daar als het oorspronkelijke
voorstel op die manier gestand gedaan zou worden op die manier het
gevaar zou ontstaan van een open eind financiering. Ik denk dat de
raad met haar verantwoordelijkheid voor een budget terecht die
opmerking gemaakt heeft dat elk raadsvoorstel in ieder geval
duidelijk moet maken dat dat binnen financiële kaders blijft. Dat
wil niet zeggen, mijnheer Dieten, dat te allen tijde daar niet
naast voorstellen kunnen ontstaan als wij als gemeente op dat
moment vinden dat er anders een wachtlijst zou ontstaan op het
gebied van Nederlands, of dat wij zouden vinden dat op enigerlei
wijze, terecht worden we door de afdeling Sociale Zaken nog eens
attent gemaakt op de situatie van de RBA op dit moment en de
consequenties die daar eventueel uit voort kunnen vloeien, dat iets
niet goed loopt. Je moet te allen tijde natuurlijk wel naar je taak
en de consequenties daarvan blijven kijken. Dit voorstel, dat op
basis van een verzoek van het Streekgewestniets anders doet dan
taakafbakening, daarbij mag het niet zo zijn dat er een open eind
financiering inzit. Dat is de situatie van de aanvulling van
gedachtenstreepje 3 zowel in het voorstel als in het besluit.
Daarnaast, ik heb dat de vorige keer al met u besproken, hebben wij