-42- Stuart is er al op ingegaan. Hij heeft daarbij de vraag gesteld dat hij graag een reaktie wilde hebben van wat u zich konkreet voorstelt. Want als we de motie uitvoeren en we zouden tegen het eind van het jaar met voorstel len komen, dan is er geen financiële ruimte voor 1996, omdat we die bij de begrotingsbehandeling dan niet gecreëerd hebben. Voor 1997 is toch de insteek van het college, dat we daarvoor de raad in nieuwe samenstelling, gezien de herindeling, de gelegenheid moeten geven daar invloed op te hebben. Dus zonder nadere toelichting wordt de motie ontraden. Dames en heren, dan motie II, betreffende wijkcentrum Bergse Plaat. Daar is de reaktie, geen bezwaar. De motie van de VVD, betreffende de invoering van rationeel onderhoudsme- thodieken. Ik geef daarbij het woord aan de portefeuillehouder. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Voorzitter, in aansluiting op wat collega Stuart heeft gezegd, is het geen bezwaar voor het college om de motie over te nemen, alleen zonder daarbij nu al konkreet bedragen te noemen als het gaat over de resultaten die daarbij bereikt zouden kunnen worden. De VOORZITTER: Dames en heren, dan schors ik nu de vergadering voor 10 minuten. Als we eerder kunnen hervatten, hebben we daar geen enkel probleem mee. Aldus schorst de VOORZITTER de vergadering om 22.25 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 22.35 uur. De VOORZITTER: Dames en heren, de vergadering is heropend. We vervolgen met de tweede termijn van de voorjaarsnota. Het woord is aan de heer Withagen. De heer WITHAGEN: Voorzitter, de CDA-fraktie heeft er in tweede termijn behoefte aan te melden dat wij de uitnodiging van de portefeuillehouder, om met name over de strategische inrichting van deze voorjaarsnota opnieuw te praten en een en ander uit te werken, graag aannemen. Wij denken dat we inderdaad, door de struktuur van de nota opnieuw te bezien, het nog helder der kunnen krijgen wat het fenomeen sectoraal/boven-sectoraal en nieuw beleid met elkaar te maken hebben. De uitnodiging wordt aangenomen wat ons Ik loop kort en strak de amendementen door, nadat ik heb opgemerkt dat CDA-fraktie bij de gesteunde amendementen inderdaad de zonde begaat om onge veer 32.000,toe te voegen aan de 116.000,die het college berei is taakstellend mee te nemen naar de begrotingsoperatie. Wij denken dat de CDA-fraktie met zijn onderzoeksopdrachten, die wij uit drukkelijk bij u bepleit hebben, u een haalbaar karwei meegeeft. Namelijk om in de buurt van 150.000,— te bezuinigen in de fase van realisatie van de begroting. Wij denken dat dat moet lukken. Het kan lukken. Dan de amendementen, waarbij ik me zal beperken in de argumentatie. Voor wat betreft de minirotonde steunen wij de visie van het college aa hier het fenomeen sectoraal en boven-sectoraal een probleem vormt. U denken ook dat dit door een nieuwe raad zal moeten worden gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de honk- en softbalvereniging, het amendement zoal ingedien door Lijst Linssen, waarin de 75.000,— wordt gereserveerd, denken dat dat een brug te vroeg is. Het amendement, ingediend door 4 partijen, betreffende de Stichting uitleen. Daarvan heb ik reeds gezegd dat dat staat zoals wig dat ^hcP ingediend. Wij staan daar nog steeds voor 100% achter. Wij zijn berei met het college de uitdaging waar te maken om inderdaad dit mee te bezu gen in de richting van de begroting. Het amendement van VVD, CDA, D66 en PvdA, betreffende de Botte Hommel. -43- staan formeel nog steeds achter de tekst. D.w.z. het college van b en w onderzoekt op welke wijze het culturele deel van de Botte Hommel in samen hang met de aktiviteiten van de GNBS en het KCBK kan worden uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek dienen uiterlijk 1 november 1995 te worden gepresenteerd inclusief de financiële consequenties voor de sector Cultuur. Voor ons betekent, inclusief de financiële consequenties voor de sector Cultuur, dat het zo geïnterpreteerd moet worden, -en wij zouden dat graag opnieuw in de orde van de vergadering hebben vastgelegd- dat de 130.000,- er taakstellend ligt. Dat wanneer we uit de plannen, die uitgewerkt worden in samenwerking met die organisaties, tot de konklusie zouden komen dat we het kunnen maken met die taakstellende bezuiniging is dat een feit. Krijgen we dat niet opgelost, dan hebben we in de eerste plaats een probleem binnen de sector. Dan zullen we een poging moeten wagen om binnen de sector het eventuele gat of gaatje te vullen. Lukt dat niet, dan komt er inderdaad, maar dat is dan een aanvullende besluitvorming van deze raad, de vraag naar boven of we dat incidenteel moeten dekken totdat we het in kunnen bouwen in nieuw beleid. Maar dat is wat het inhoudt, inclusief de financiële conse quentie voor de sector Cultuur, dus wij plaatsen het echt binnen die norm. De VOORZITTER: Ik begrijp dat u het dus met het wijzigingsvoorstel van b en w eens bent, want dan is de vraag aan de raad of u, indachtig wat wij gesuggereerd hebben, die tekst, als u het over een taakstellende bezuiniging heeft, ook wilt laten staan. Als u het zo opneemt dan zegt het college, wij kunnen ermee instemmen. Dan.. De heer WITHAGEN: Voorzitter, u kent de politieke realiteit goed genoeg. Wij hebben met hard werken een tekst gevonden waarop we met een meerderheid bij u kunnen aankomen. Voor ons is de tekst glashelder. Wij laten nu nog in de minuut van deze vergadering opnemen wat het kost, konkreet betekent in onze ogen. Als u daarmee kunt leven dan zou ik daarmee tevreden zijn. De VOORZITTER: U doet straks een uitspraak over een tekst van een amende ment, daar is de raad voor of tegen. Wij vragen u, als u hetzelfde bedoelt als wat het college zegt, pas dan de tekst van het amendement aan. Doet u dat niet dan is dat uw goed recht, maar dan blijft het advies van het college "ontraden" en staat er in de besluitvorming iets anders dan u kennelijk bedoelt. Maar dat moet u zelf bedenken. De heer WITHAGEN: Voorzitter, u zegt nu van, wij maken als het ware een nieuw amendement door een aanvulling, wilt u maar even zeggen dat u dat amendement steunt... De VOORZITTER: Wij maken niets. Wij vragen u iets. Wij ontraden het amendement en dat kan anders worden als u het zou aanpassen. Maar dat moet u zelf weten, het is uw amendement. Ce heer WITHAGEN: Substantieel denk ik dat we op dezelfde lijn zitten en we zijn nu procedureel bezig. Ce VOORZITTER: Nee, dit is zeer inhoudelijk, want als het hetzelfde was, zou u het eens kunnen worden om het aan te passen. U verschilt kennelijk ook inhoudelijk van mening, maar alleen u wilt het niet weggeschreven hebben en daar kan ik niets aan doen. Ce heer WITHAGEN: Voorzitter, wij zeggen dat wij inclusief de financiële consequenties voor de sector Cultuur dit plan, wat het college op tafel le9t, willen aanvullen met een onderzoeksgedeelte. Dan is het toch glas- en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 176