-18- 22. Eerste managementrapportage 1995. Nr. BD-Fin/35. De heer WITHAGEN: Voorzitter, ik wens slechts een aanmerking te maken op he funktioneren van de MARAP en met name over de vorm van de MARAP. De CDA-fraktie is van mening dat aan deze MARAP nog een beetje kleeft hi feit dat er niet verfijnd genoeg de besturingselementen zijn weergegeven Dat wil zeggen dat wij de vorm zouden willen wijzigen zodanig dat he helderder wordt dat het een managementsturingselement is, namelijk dat e een keuze gemaakt wordt uit de aangeboden en aangemelde consequenties waardoor het mogelijk wordt om veel meer de indruk te krijgen van dat f posten uitgehaald zijn, die struktureel enz. invloed hebben op de begroting Het tweede element is van ondergeschikte aard. Dat is het element, vraarh wij vragen om in de vorm mee te nemen een aparte paragraaf voor de techm sche wijzigingen, om die uit het sturingsgedeelte te halen. Dus een split sing van enerzijds de technische begroting, de technische wijzigingen i aanmerkingen die gemaakt moeten worden en die ook wel gemaakt moeten wordei Maar zet die b.v. in een paragraaf 3 en in een eerste paragraaf veel mee het sturingselement van de MARAP verhelderen. I De heer DIETEN: Voorzitter, Groen Links deelt voor een groot gedeelte opmerking van de heer Withagen, waar het gaat over, wat doe je nu met de: MARAP. Beschouw je die als een boekhoudkundig verslag of als een manag instrument. Wij vinden dat, zoals het nu gepresenteerd wordt en er kon li sies aan verbonden worden, het teveel een boekhoudkundig verslag is. Va wat wordt er gedaan? Er wordt gekonstateerd waar financiële ontwikkeling in onze begroting afwijken van wat we gedacht hadden. Aan de hand daan, wordt de begroting bijgesteld. Terwijl wij juist zouden willen dat begroting, zoals wij die als raad vaststellen, ook een doelstelling is gerealiseerd moet worden. „_for, J Een heel frappant voorbeeld daarin is wat er gebeurt met de inkomsten parkeren. De inkomsten uit parkeren lopen gigantisch terug. Wat w°r gedaan? Er wordt niet bedacht, hoe kunnen wij de financiële huishoudng onze gemeente op peil houden door daar beleid op tot stand te brengen, - de verwachte inkomsten worden gewoon afgeboekt en de begroting navenant bijgesteld. Dat vinden wij een slechte zaak. Wij zouden graag willen dat de MARAP in de toekomst juist op dit punten echt als managementinstrument wordt gehanteerd. Zijn wij tegen het voorstel zoals het hier staat? Op dit moment n we willen deze kritische opmerking toch in ieder geval meegeven, dat daar in de toekomst op een of andere manier wat mee gedaan wordt. De VOORZITTER: Nog anderen in eerste termijn? Neen, dan is het woord aan portefeuillehouder De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik kan me goed voorstellen dat behoefte bestaat om nog eens met elkaar van gedachten te vorm van de managementrapportage. Ik heb zelf ook het gevoel da enSt vorm van de managementrapportage een beetje lijdt onder een ande vorm, namelijk de vorm van een raadsvoorstel. hearotinS1 Het is zo dat een managementrapportage moet uitmonden in een wijziging, of niet. Daar besluit je expliciet toe. rtnrsteHel De vorm, die we afgesproken hebben met betrekking tot raa sv v, dwingt ons om met dat voorstel te beginnen. Dat voorstel is een gev y de managementrapportage. We moeten er eens over nadenken of da e Inhoudelijk mag ik er toch op wijzen dat wij echt geprobeerd hebben keuze te maken uit meldingen, die naar onze stellige overtuig"u -19- leiden tot een begrotingswijziging en andere meldingen, waarvan we zeggen, die leiden nog niet tot begrotingswijziging, want je hebt daar een taak stelling voor gekregen. Die keuze hebben we nadrukkelijk proberen te maken. Als men daar niet een-twee-drie overzicht over heeft, dan denk ik dat het goed is dat we er in de commissie financiën nog eens naar kijken. Ik denk dat het wat globaler moet worden voor de raad, wat helderder, met desnoods maar heel uitgebreide onderliggende stukken voor wie het lezen wil en in het raadsstuk echt op concernniveau, zoals dat heet, tot berichtge ving moeten komen. We moeten vooral, door discussie in de raad, weer niet bewerkstelligen dat de budgethouders denken dat het niet meer nodig is om gedetailleerde infor matie te gaan verschaffen, want dat hebben de diensthoofden natuurlijk nu juist wel nodig. Voorzitter, ik stel voor dat we over die vorm in de commissie financiën met elkaar van gedachten wisselen. De VOORZITTER: Wie van u heeft nog behoefte aan een tweede termijn? Niemand. Dan konkludeer ik dat met de managementrapportage, zoals die thans voor ons ligt, wordt ingestemd. Voorjaarsnota. Nr. BD-Fin/36. De VOORZITTER: Voor we aan de behandeling beginnen, wil ik u opmerkzaam maken op het raadsvoorstel. Onder punt 3. met het alfabet hebben we een kleine vergissing gemaakt. U ziet fg en weer f. Dat moet worden f, g en h. Zowel onder het voorstel als onder het besluit moet de tweede f veranderd worden in een h. Als er dan geamendeerd wordt, kunnen we daar geen fouten mee maken. Dan ga ik naar de raad. Ik wilde de volgorde van de grootte van de frakties afgaan en kom dan als eerste bij de heer Withagen. De heer WITHAGEN: Voorzitter de CDA-fraktie is verheugd over de wijze en de manier waarop wij in overleg met u als college, en ook aangestuurd door u als college, met de voorjaarsnota hebben moeten funktioneren. Los van de besluiten die vanavond allemaal gaan vallen, wil de CDA-fraktie nadrukkelijk beklemtonen dat wij stellig de indruk hebben dat het college met deze vorm en met deze manier van aansturen naar onze mening de vorm heeft gevonden, die zowel voor ons werkt als voor de mensen die daarmee bezig moeten zijn, die een goede is. Dat wil zeggen, dat het geleid heeft tot forse discussies binnen frakties, naar onze mening, in ieder geval zeker in onze fraktie. Het zijn ook discussies geweest die de korte termijn overstegen, waardoor er, denk ik, bereikt wordt wat de bedoeling is van de voorjaarsnota. Wij kunnen ons dan ook uitermate goed vinden in het nogmaals bijgestelde en aangescherpte doel van de voorjaarsnota, zoals u dat aangegeven heeft. Ik denk dat ik in de commissie reeds aangegeven heb de dank voor de inzet van het college van van de betrokken ambtenaren. Voor wat betreft de uitgangspunten, zoals die geformuleerd zijn door het college, kan de CDA-fraktie zich daar volledig in vinden. Wel hebben wij nog de behoefte om nadrukkelijk te zeggen welke grote uit gangspunten ons hebben gedreven tot wat wij aan voorstellen hebben ingele verd. Nogmaals, wij vinden dat in een fase dat de CEBEON-rapportage uit drukkelijk aangeeft waar onze gemeente met de besteding van haar financiën staat en zit in de budgetsfeer en de verschillende beleidsterreinen, dat wij slechts twee afwijkende beleidsterreinen kennen ten opzichte van vergelijk bare gemeenten, namelijk de monumenten en de brandweer. Dat wij in een

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 164