- 20 - met het voorstel voor het zwembad dat gesteund wordt door lijst Linssen, maar dat de reden voor het voorstel waarschijnlijk iets anders is dan de reden waarom u het voorstel steunt. Het resultaat is echter hetzelfde. Ik denk dat het heel duidelijk is, daar ben i) het wel met mevrouw Van Oorschot eens, dat we te allen tijde ervooi moeten waken dat de kwaliteit van het huidige zwembad, zolang et geen andere beslissing is genomen, absoluut niets te wensen over laat. Wat dat betreft zijn we het eigenlijk met de uitkomst volle dig eens. De doel van het voorstel is misschien iets anders dan wat u bedoeld heeft. De VOORZITTER: Ik concludeer dat wij conform het voorstel hebbet besloten. 14. Zelfwerkzaamheid/privatisering snortvoorzieninaen Nr. WE/08. De heer M.J.M. FRANKEN: De CDA-fractie heeft twee totaal verschil lende beoordelingen over dit voorstel, een positieve en een mindei positieve beoordeling. Allereerst de positieve kant van dit voorstel. Nadat in 1992 in de voorjaarsnota het onderwerp zelfwerkzaamheid/privatisering nader onderzocht was zijn er vele uren door ambtenaren, bestuurders ei verenigingen ingestoken om de zelfwerkzaamheid verder in te vullen, De positieve kant van dit voorstel is dan ook: a. er ligt eindelijk een voorstel b. het taakstellende bezuinigingsbedrag wordt gehaald c. er is over dit voorstel overeenstemming, zij het dat er vereni gingen zijn die nog een variant willen uitwerken. Tot zover eigenlijk de positieve beoordeling vanuit de CDA-fractie waarbij ik mijn compliment aan het college wil maken dat er eei voorstel is. Ik heb al gememoreerd dat dit inderdaad veel uren vai overleg heeft gekost. Maar er wordt in dit voorstel f. 50000,- gehaald uit maatregelei vanuit de organisatie zelf en slechts f 80000,- uit de gekozei zelfwerkzaamheid. De doelstelling van die zelfwerkzaamheid was, dat kunt u terugvinden in de voorjaarsnota maar ook in het collegepro gramma het vergroten en stimuleren van de eigen verantwoordelijk heid en de betrokkenheid van de sportverenigingen bij beheer ei gebruik van accommodaties. Nu, daar komt met dit voorstel niet veel van terecht. We moeten dus eigenlijk zeggen, die doelstelling wordt in dit voorstel niet gehaald. De politiek heeft blijkbaar eei inschattingsfout gemaakt, maar ook de verenigingen hebben naar onze mening een kans laten liggen. Door een evenwichtig pakket van werkzaamheden op zich te nemen had men de kans om nu eens eigei financieel voordeel te halen uit die zelfwerkzaamheid. Er is in dit voorstel slechts één vereniging DOSKO die het zo heeft opgepakt ei ingevuld. De CDA-fractie hoopt dan ook dat dit voorbeeld navolging krijgt bij andere verenigingen. De CDA-fractie heeft ook zorgen over de continuïteit van de gekozei oplossing. Er is nl. slechts één banenpooler voorzien en die moet allerlei werkzaamheden en als we het voorstel lezen zijn dat hoofdzakelijk schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. Eén man of één vrouw is onvoldoende want wie lost bij ziekte, vakantie of afwezig heid de werkzaamheden op. Tot nu toe was er een organisatie dis erachter stond die bij afwezigheid van één van de medewerkers de zaak kon invullen. Als de sportverenigingen een banenpooler ii dienst hadden genomen, dan hadden in ieder geval de verenigingei - 21 - die werkzaamheden kunnen oppikken, maar is nu is het zo dat die ene banenpooler waarin voorzien is het werk doet en als die er niet is blijft het werk liggen. De vraag is, heeft het college voor die eventualiteit al een oplossing. Al met al zal de CDA-fractie dit voorstel steunen al verwachten wi] dat het een groeivoorstel wordt. Dit is een basisvoorstel. Wij hopen dat een aantal sportverenigingen nu alsnog, gezien de goede voorbeelden van andere verenigingen, verleid worden om die zelf werkzaamheid in te vullen. Of moeten wij dit ook zien als een eerste stap tot verdere zelfwerkzaamheid, niet alleen bij buiten sportaccommodaties maar ook bij binnensportaccommodaties, culturele zaken en instellingen. Als dat zo is dan zullen we nu moeten starten om in 2000 de eindstreep te halen. D<= heer BOOGAART: Wat door het vorige college alsmaar vooruit werd geschoven is door dit college in elk geval voortvarend opgepakt. Of de voorgestelde maatregelen het effect zullen sorteren die wij er met zijn allen van verwachten zal nog moeten blijken. Wij gaan er in ieder geval van uit dat de voorstellen aan haalbaarheid in de praktijk worden getoetst. Wij gaan accoord met het voorstel en wensen de wethouder van sportzaken succes hiermee. De heer DIETEN: Het voorstel is ingegeven door zowel een financiële behoefte om de bijdrage van de gemeente te verminderen als de betrokkenheid van de sportverenigingen te vergroten. Wat we nu Z1®n is eigenlijk dat het eerste doel gehaald wordt, maar het tweede doel wel op een zeer vreemde manier nldoordat er sprake is van het inruilen van vroeger door de gemeente verrichte werkzaamheden en arbeid, hetzij binnen de gemeentelijke organisatie, hetzij daarbuiten. Normale formatieplaatsen die daarvoor bestonden worden nu opgevuld door een banenpooler. Dat is per saldo het verhaal van de arbeid die daar bericht wordt, niet helemaal maar wel voor een groot gedeelte. Omdat die oplossing een relevant onderdeel uitmaakt van het hele verhaal, die verdringing in de formatie binnen of buiten de gemeente kunnen wij onze steun aan dit voorstel niet geven De heer COPPENS: Als we kijken naar de opbouw van het voorgestelde bezuinigingsbedrag stellen wij vast dat er slechts f. 65000,- echt bezuinigd wordt. Het moge duidelijk zijn dat de VVD-fractie daar niet over staat te juichen. Niettemin zullen wij dit voorstel steunen en wachten wij met belangstelling de voortgangsrapportage af die de portefeuillehouder heeft toegezegd. De heer VAN DER KALLEN: Ik sluit me aan bij het betoog van de heer Dieten met betrekking tot het verdringingseffect. Derhalve zullen wij dit voorstel ook niet ondersteunen. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik ben blij dat het CDA met het positieve gedeelte begon en ik wou daar eigenlijk bij aansluiten en daar aan toevoegen dat inderdaad de negatieve punten die de heer Franken van het CDA noemde iets is wat mij als portefeuillehouder in het begin ook verontrustte, in die vorm dat je probeert te zoeken, samen met verenigingen, er zijn ontzettend veel gesprekken geweest, wat de verenigingen kunnen doen zonder dat de continuïteit van het sporten in gevaar komt. Dus zodanig werken dat je verder de kwaliteit van velden e.d. niet in gevaar zou brengen. Het blijkt

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 15