-6- prioriteit hebben. Dus als ik van u mag concluderen dat u hiermee aangeei dat de opdracht vanuit het college ook richting SaZo moet zijn, dat ij vanaf 1996 dit plan meenemen in een aktiviteitenplan met een hoge prior teit, dan ondersteun ik dit amendement en zou ik dat graag tot het colle maken. Waar ik meer moeite mee heb, is de stichting Peuterspeelzalen. Niet zozei dat ik moeite met de Peuterspeelzalen sec heb, maar het werk wat stichting Peuterspeelzalen doet is anders dan wat het Opstap-projekt i I houdt. Dat wil niet zeggen dat er geen overleg tussen die twee stichting is. Als u zich goed herinnert, vorige keer bij de uitleg die de stichti Peuterspeelzalen hier heeft gegeven over hun aktiviteiten, dan heeft gehoord dat zij met name in een aantal wijken, in dit geval in wijk Oos j bijvoorbeeld in een wijknetwerk werken. Dat betekent dat in zo'n wijknetwerk niet alleen de scholen, maar ook li peuterspeelzaalwerk, ook het welzijnswerk en ook in dit geval Opstap oude deel van het werktotaal uitmaken. Er is dus al volop overleg tussen peut! speelzalen en het projekt Opstap, met name over dat onderdeel, waar stichting Peuterspeelzalen bezig is met intercultureel peuterspeelzaalwerl Het is echter niet direkt dezelfde groep waar je over praat. Er kunnen Ie een aantal zaken zijn die men van elkaar kan leren en dat probeert men zo'n wijknetwerk tot stand te brengen. Maar het zijn andere kinderen, d bereikt worden via Opstap, dan de kinderen die in feite drempelloos ii stromen in het Peuterspeelzalenprojekt Als ik uw amendement mag interpreteren van, probeer zoveel mogelijk afste ming te zoeken tussen die stichtingen, dat niet 2 stichtingen met hetzelf werk bezig zijn, dan kan ik daar moeilijk bezwaar tegen hebben, maar ze do het al op die manier. Daarom deze vraag aan de indieners van het amendement, voorzitter. Als er bedoeld wordt wat ik net zeg, dan heb ik er geen moeite mee om namens 1 college het amendement over te nemen. Als er een andere strekking m zi dan wil ik weten wat u precies bedoelt met een wat opgelegde -en dan sis ik bij de heer Dieten aan- samenwerking van 2 stichtingen, want ik ben N met de heer Dieten eens dat dat niet direkt onze taak is. Mag ik de indieners vragen of ze daar een toelichting op willen geven. De heer WITHAGEN: Ik spreek slechts als een van de indieners dus ik moetl' duidelijk stellen. De vragen van de portefeuillehouder in dezen denk u volgt te kunnen beantwoorden. Voor wat betreft de termijn van 2 jaar. Daar hebt u gelijk in, dat wa de bedoeling. Ik dacht dat we dat vermeld hadden, maar als dat niet z dan is dat een kwestie van een jaartal wat erin had moeten staan, v* verder geen punt. De tweede vraag van u is ingewikkelder. Met name het eerste gedeelte vraag is geen probleem. Wij vragen inderdaad om gesprekken. Dus het treedt in overleg met de stichting Samenlevingszorg en de stichting speelzalen voor 1996 en later. Dat betekent dat wij vragen aan u o entameren dat er afstemming plaatsvindt daar waar mogelijkheden zijn. geen mogelijkheden zijn, moet je het nalaten, maar wij vragen van u sturing, omdat wij absoluut willen voorkomen dat er vanuit 2 n®ve"uJJrl stichtingen een doelgroep min of meer naast elkaar liggend benader zonder dat er een duidelijke afstemming is over welke jongens en welke ouders, welke aktiviteiten, en op welk moment ze overgaan andere enz.. Wij vrezen namelijk dat we anders weer in een situatie raken in deze stad, waarbij meerdere stichtingen op naast elkaar terreinen zonder veel kontakten samenwerken. De inleiding, die de stichting Peuterspeelzalen in de commissie kwam stemde ons niet gerust. Vandaar dat wij nu uitdrukkelijk m dit ara -7- wilden meenemen van, college, bij het maken van de plannen en de uitwer kingen naar de stichtingen toe -en natuurlijk zelfstandige stichtingen- houd het punt boven tafel. Dat is hetgeen wij hier vertellen. Het college treedt in overleg met. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Uiteraard, overleg kan nooit kwaad. Ik denk dat het sowieso goed is om stichtingen met elkaar te laten praten. Maar ik gaf u al aan dat dit al gebeurt, met name in de wijknetwerken. Waar dus peuter speelzalen- en Opstap-projekt plaatsvindt, daar vindt overleg onderling plaats. Met name met kinderen, die in eerste instantie door Opstap benaderd zijn en ook daarin gestimuleerd worden, zal ook geprobeerd worden om die kinderen binnen te brengen in het peuterwerk. Maar het Opstap-projekt gaat veel verder. Er is een integratie via de buurt- moeders om moeders te bereiken, die vaak veel moeilijker over de drempel heen te halen zijn en dat heeft weer niets met peuterspeelzalenwerk te maken. Als ik het zo mag interpreteren dat wij beide stichtingen nog eens wijzen op een mogelijkheid tot samenwerking, dan kan ik daar moeilijk een bezwaar tegen hebben, want dat is natuurlijk een heel normaal gebeuren. Maar ik wens me niet te bemoeien met het doen en laten van stichtingen. Ik vind dat stichtingen autonoom zijn in de wijze van hoe ze hun werk doen, en als ze dat goed doen binnen de normen zoals wij die als gemeenteraad c.q. college aangeven, dan moeten wij niet in de werksfeer van hen treden. Dan was er nog een andere vraag van mevrouw Van Oorschot, die met name vanuit de partij Linssen van het besluit II: het projekt 1996-1998 te starten indien volledige financiering bereikt is, zei, dat ze dat niet steunde, omdat ze dat pas zou doen als de financiering er was. Dat staat er dus ook. Er staat dat wij het projekt 1996-1998 pas willen gaan starten, overigens conform wat het CDA heeft aangegeven, wanneer duidelijk is dat de financiering rond is. Of er is een misverstand van uw kant uit. U zei het in de commissie namelijk ook. Ik wil u dus vragen om er in uw tweede termijn op te reageren. Voorzitter, als ik het amendement derhalve mag interpreteren zoals we dat net in een wat heen en weer praten de heer VAN DER KALLEN: U heeft 2 keer geïnterpreteerd. Ik wil weten welke nu de juiste is. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik interpreteer dat wat hier staat, dat 1995 dus inderdaad het projekt 1995-1997 is. Dat is in feite, als ik naar het besluit kijk zoals u dat voor u heeft, besluit I, besluit II, III en IV kunnen blijven staan zoals ze er staan, maar er wordt in feite aan toegevoegd: Het projekt 1996-1998 te starten indien volledige financiering bereikt is èn de stichting Samenlevingszorg te verzoeken dit projekt te integreren in een aktiviteitenplan. Dat is datgene wat u in feite vraagt middels uw amende ment. Vervolgens zegt u dat ook het college in overleg met de stichting Samenlevingszorg en de stichting Peuterspeelzalen treedt om samen te probe ren tot een afstemming te raken op die terreinen waar het nodig mocht blijken. Zo interpreteer ik het amendement. Ik hoor ongetwijfeld van u in tweede termijn als dat niet juist is. De VOORZITTER: De termijn is 1995-1997. Houdt dat in dat het amendement daarop aangepast wordt? Mevrouw DEMMERS, wethouder: Daar moet het op aangepast worden anders is het niet conform een amendement.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 158