zeqt de minister, daar vraag ik niet om. Of u moet zeggen wij wijzen dit allemaal af en willen de Moerstraatse variant onderzocht hebben of u kiest voor deze nota. Vandaar dat ik niet zou willen bepleiten dat men vraagt om het onderzoeken van de Moerstraatse variant. De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie. Ik hoor nu zojuist bij het CDA dat, als dat de nieuwe gemeentegrens wordt, ze voor zijn. Ik veronderstel dat dat bij de lijst Lmssen ook het geval is. Misschien dat ze het amendement toch nog wel overwegen De heer JANSSEN, wethouder: Dat blijft een interruptie, neen ik aan. De heer Aertssen vraagt nog even naar de opmerking die wij in het collegeprogramma gemaakt hebben met betrekking tot bedrijfsterreinen en hoe zich dat verhoudt met deze keuze. In het algemeen staat daarover opgenomen het volgende. Wanneer het gaat om ruimten die je zou willen realiseren m de toekom stige gemeente, en niet meer als ruimten, dan moet 3e dat zo breed mogelijk zien. Als je dan kiest voor de_H32A variant dan heb je ook met betrekking tot bedrijventerreinen zoveel moge lijk ruimte gecreëerd. Of dat dan betekent dat er bedrijven terreinen van een bepaalde omvang moeten komen, dan is dat na tuurlijk niet gezegd. Je hebt de ruimte dan wel voor jezell opengehouden De heer AERTSSEN: Daar snap ik niets van. Als u zegt wij hebben een tracékeuze gemaakt die rekening houdt met onze toekomstige ruimtelijke structuur, dan moet u daar ook heel concreet wat bij kunnen denken. Dan vraag ik bedoelt u danae gebieden ten oosten van Vrederust dat daar misschien bedrij vigheid kan komen of heeft u over het gebied meer noordelijk De heer JANSSEN, wethouder: Ik denk dat de opmerkingen die ik maakte helder genoeg waren. Als je de variatie kiest zoalshe college die voorstelt, dan maak je voor jezelf zo weinig mogelijk zaken onmogelijk. Dat is hetgene wat ik denk dat we hier met zijn allen moeten nastreven. Dat betreft dan o bedrijventerreinlocaties De heer AERTSSEN: Sorry, het is wel een verdedigende opstel ling met zo weinig mogelijk onmogelijk.. De VOORZITTER: We gaan er niet een rekenkundige reeks maar een meetkundige reeks van maken. De heer JANSSEN, wethouder: Ik denk dat ik alle opmerkingen gemaakt heb. De VOORZITTER: Ik kom dan tot een afronding van deze discus sie. Allereerst het amendement. Als ik afga op de geluiden ik gehoord heb dan zijn voor het amendement D'66. De heer AERTSSEN: Ik heb voor wat betreft mijn fractie even af willen wachten wat de heer Janssen in tweede termijn zu antwoorden op vragen die ik hem in eerste termijn had gestei 28 Dat heeft hij nu gedaan. Naar aanleiding van de beantwoording in tweede termijn wil ik nu de balans opmaken. De VOORZITTER; In stemming is nu het amendement. Ik had begre pen dat D66 en gezien de ondertekening en mijn vraag in eerste termijn de fractie van de Partij van de Arbeid, de heer Van der Kallen en Gemeentebelangen/Stadspartij ervoor zouden zijn. Ik begrijp dat u nog nader wil overwegen mijnheer Aerts sen. Ik krijg dan graag nog alleen een stemverklaring over het amendement De heer AERTSSEN: Gezien de beantwoording van de wethouder vind ik zelf dat wat dat betreft een wat sterker middel in de strijd geworpen moet worden, dat is dan het amendement van D'66 wat ik ook zal steunen. De heer Boogaart is een andere mening toegedaan en zal het amendement niet steunen. De VOORZITTER: Dan constateer ik wat het amendement betreft dat 7 leden van deze raad voor dit amendement zijn. Een grote meerderheid is dat niet. Daarmee is het amendement verworpen. Dan kom ik aan het raadsvoorstel zelfIk heb gehoord van de heer Dieten en de heer Van der Kallen dat zij zich tegen het raadsvoorstel hebben verklaard. Ook de heer Aertssen is tegen het raadsvoorstel en ook de fractie van D'66, begrijp ik. Driemaal 6 leden van deze raad hebben zich tegen het raads voorstel uitgesproken. De heer VAN DE WATER: Wij hebben het amendement ondersteund. Het amendement is afgewezen, dus wij ondersteunen nu gewoon het collegevoorstel. De VOORZITTER: Dat ben ik nu aan het inventariseren. Ik heb straks gehoord in eerste of in tweede termijn dat de heer Dieten en de heer Van der Kallen zich tegen het raadsvoorstel hebben uitgesproken. Daar hebben zich nu de heer Aertssen en de fractie van D'66 bijgevoegd. Ik kijk nog rond of anderen, gezien het verloop van het amendement, ook nog die richting op neigen. Als dat niet het geval is constateer ik dat 6 leden van deze raad zich tegen het voorstel hebben verklaard. De meerderheid kan met het voorstel van het college instemmen. Dus is conform het voorstel besloten. Het concept van het milieu-uitvoerinasplan "Duurzaam Bergen" Nr. SOB/4 3 De heer VAN DER KALLEN: Allereerst een procedurevraagOp de agenda staat het concept, het voorstel schrijft bij onderwerp over het concept en het besluit spreekt over een uitvoerings plan. Klaarblijkelijk is het dus geen concept meer in het besluit. Derhalve maak ik gebruik van de mogelijkheid dat er mog iets veranderd kan worden, als het een concept is. Bij de commissie heb ik al aangegeven dat ik onder het kopje Praeven- tieve Maatregelen eigenlijk het dilemma Molenplaat Noordland geschetst had willen zien. Dat ik aandacht had willen vragen voor de toekomst van agrarische gebouwen, bedrijfsgebouwen die Vrij kunnen komen, omdat ik graag zou zien dat parkeergarages 29

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 149