precies over de H32A, zoals ik net al zei. Wij denken dat
wanneer je de Moerstraatse variant aan gaat leggen 3e met
langere aanvoerlijnen zit, vanuit Tholen bijv.en dat dat
extra belasting betekent van het regionale wegennet. Ga je de
Moerstraatse variant kiezen, ook een argument, dan betekent
dat dat er toch nog minder goede afleiding plaatsvindt van het
regionale wegennet naar die nieuwe snelweg. Wat ons betreft is
er dan teveel ruimte om te zoeken. Misschien wel het belang
rijkste argument, waarvan nu juist D'66 zegt dat is een argu
ment wat eigenlijk niet mee mag tellen want die weg ligt er zo
lang, is dat we moeten proberen de discussie niet op te hou-
den. Doen we dat namelijk wel, dan is de inschatting van het
college dat de kans erg groot is dat gekozen wordt y?°r ee*s^
aanleggen van de A16, met alle gevolgen van dien tijdens het
aanleggen van de A16 voor het regionale wegennet m deze
omgeving. Dat is niet een half jaar, maar kan meerdere jaren
duren. De kans is dan ook zeer reëel aanwezig dat niet gekozen
wordt voor een autosnelweg maar voor een autoweg. U heeft in
het stuk kunnen lezen dat dat geen oplossing is en dat op
termijn er dan weer op teruggekomen moet worden. Al die tus
senliggende jaren betekent het dan extra problemen voor onze
gemeente en voor West Brabant in het algemeen.
Ik kom dan tot de slotopmerking met betrekking tot het amende
ment. In het amendement staat in de overwegingen dat in de
studie naar de projectnota voorbij is gegaan aan de zgn.
Moerstraatse variant. Ik spreek dat toch tegen. Bij de start
notitie is wel degelijk de Moerstraatse variant m overweging
genomen. Voorbijgegaan moet dan in ieder geval zo uitgelegd
worden dat men vond dat hij niet meer bestudeert moest worden.
Er is wel degelijk over nagedacht. De conclusie die u dan hier
trekt, de opdracht die u aan het college geeft om de Moer
straatse variant mee te nemen, wijzen wij toch echt af gezien
de voorgaande argumentatie.
De heer VAN DE WATER: Nog even een reactie naar de wethouder.
In eerste instantie heb ik gezegd dat in de commissie het
knooppunt bij Philip Morris de aandacht heeft gevraagd. U zegt
wij ondersteunen het amendement niet omdat wij vinden dat je
door het alternatieve tracé dat probleem oplost. Daar wordt in
het amendement helemaal niet over gesproken.Er wordt gevraag
naar een onderzoek naar.. Er staat helemaal niets van het
knooppunt bij Philip Morris.
De heer CLAESIk kan heel kort zijn. Om overbelasting van de
beperkte randwegen te voorkomen verwerpen wij de Moerstraatse
variant en steunen het collegevoorstel.
Mevrouw RAMMEIJER: Ik zou toch even willen reageren op een
paar zaken die hier voorafgaand genoemd zijn. Allereers
betreur ik eigenlijk een beetje het feit dat de Partij van a
Arbeid kennelijk op twee benen hinkt. Ik constateer eigenlij
dat u toch niet echt een duidelijke keuze maakt. Wij zeggen,
je kunt pas kiezen als het onderzoek heeft plaatsgevonden,
onderschrijft in wezen alle argumenten die wij naar vor®
brengen teneinde de Moerstraatse variant te onderzoeken, ma*
vervolgens steunt u het college door te kiezen voor de ooste
24
lijke variant door Vrederust. Ik moet zeggen dat wij dat bij
zonder betreuren. Ik zou even willen terugkomen op wat de heer
Muller zegt over de realiteitswaarde van de Moerstraatse
variant. Ik denk dat als je die niet onderzoekt de realiteits
waarde sowieso nul is. Ik denk dus dat het in ieder geval
zinvol is om hem wel te onderzoeken. Bovendien zou ik willen
zeggen dat Rijkswaterstaat een uitvoerend instrument is,
weliswaar misschien erg machtig, maar uiteindelijk bepaalt de
politiek wat er voor tracé gekozen gaat worden. Ik denk dat
wij daarom ook deze discussie hier voeren. De wethouder brengt
nog een aantal argumenten naar voren die tegen de Moerstraatse
variant zijn. Ik zou daar eens verder op in willen gaan,
zoals de heer Van de Water ook al zei ten aanzien van het
knooppunt bij Philip Morris. Dat is nu juist wat wij onder
zocht willen hebben, in hoeverre dat waar is of niet. Ik heb
daar andere ideeën over dan de wethouder. Als je het niet
onderzoekt zal je het nooit weten, kun je het ook niet met
elkaar vergelijken. De kansberekening over het met voorrang
door laten gaan van de A16 wanneer er een nieuw onderzoek zal
plaatsvinden is voor rekening van het college. Wij denken dat
je gewoon in dit geval een heel zorgvuldige afweging moet
maken en het risico van enige vertraging gewoon op de koop toe
moet nemen. Ik vind het jammer dat wij niet meer partijen
hebben kunnen overtuigen.
Daar wil ik het bij laten.
De heer AERTSSEN: Ik heb getracht om in de eerste termijn toch
zo zorgvuldig mogelijk dit probleem te benaderen. Ik heb ook
niet geschroomd om aan te geven wat voor onze partij in het
verleden en misschien ook nu nog de dilemma's waren en zijn
bij deze A4Kennelijk wordt je, als je zorgvuldig probeert te
zijn, al snel van onduidelijkheid beticht. Dat is het laatste
wat ik in dit geval wilde. Ik denk dat ik toch even de bal
terug moet spelen naar het college. Ik heb in eerste termijn
verzocht aan de wethouder of hij, niet zo vergaand als D'66,
doch in ieder geval nadat je deze keuze gemaakt hebt, toch
zeer indringend bij de minister onder de aandacht wil brengen
dat er ook nog een andere variant bestaat die zeer de moeite
waard is en die naar de mening van het college onderzocht moet
worden. Daar heb ik niets over gehoord in de eerste termijn
van het college. Dan denk ik, wat moet ik daar nu mee, is het
antwoord hetzelfde als afwijzing van het amendement Je kan
het ook zo benaderen als ik nu net schetste. Ik wil daar toch
graag duidelijkheid over. Dat is het eerste.
Ten tweede heb ik heel duidelijk gevraagd aan u, ook daar bent
u niet op ingegaan, wat de passage in het collegeprogramma nu
betekent bij de keuze voor dit tracé. U kunt zich herinneren,
als u geluisterd heeft daarnet, dat ik heb gevraagd of de
passage over de sublocaties voor bedrijventerreinen past inde
keuze van dit tracé. Ik nodig u uit om daar in tweede termijn
°P in te gaan. Verder zullen wij, als D'66 het amendement
indient, daar direct over oordelen.
heer DIETEN: Wat het standpunt van Groen Links betreft is,
denk ik, duidelijk wat wij in hoofdzaak van deze hele zaak
vinden. De opmerking van de portefeuillehouder over de weste-
25