-24- bij 't Rijks van toepassing zijn, ook van toepassing te laten zijn op Schelde College. Ik denk dat het sowieso altijd goed is dat, zeker voor een school waar vet doorstroomafspraken mee gemaakt zijn, je ook ten aanzien van de financiii tot afstemming kunt komen. U spreekt uw waardering uit voor de vele inspanningen. Ik geef die graag ai heel veel mensen door, dus dat zal bij dezen gebeurd zijn. Mijnheer Coppens, ik ben blij dat u, toen u de vragen terecht in commissie financiën stelde en toen nog niet in het bezit was van i cijfers, die ondertussen wel heeft en dat de vragen beantwoord zijn. Ik denl dat de commissie u vanavond nog een keer extra zekerheid heeft kunnen biedei ten aanzien van een aantal vragen, die door de VB-accountants nog een keet met de achtergrondinformatie zijn verstrekt. Ik ben blij dat de VVD bij monde van u het vertrouwen heeft uitgesproken in de fusie. De heer Boogaart heeft zijn vertrouwen al eerder uitgesproken en daarvoor onze dank. De heer Dieten heeft gezegd dat hij voor de intentieverklaring was. betekent dat hij, wat dat betreft, de lijn vastgehouden heeft. Daar wil il niet mee zeggen dat mensen, die destijds voor de intentieverklaring h( gestemd en nu terecht of onterecht vragen hebben gesteld, niet juist hi gehandeld. Ik vind dat je altijd de intentie en de financiële gevolgen dat betreft, best uit elkaar mag halen. Voorzitter, als ik de vragen langsloop, dan denk ik dat ik de vragen, al dan niet gesteld waren in de commissie financiën, nu grotendeels kunnen beantwoorden. Ik ben blij met de steun van de meerderheid van de raad. Ik hoop dat i nen, die hun vertrouwen nu nog niet hebben uitgesproken, dat in augustus *el doen, als ze alle informatie krijgen die ze nu toegezegd is. De VOORZITTER: Demes en heren, voordat we overgaan naar de tweede termijn wijs ik u nog op de gewijzigde pagina 4, die u op uw plaatsen heeft aange troffen. Het is puur toelichting en het verandert niets aan het raadsvoor stel. Wie van u in tweede termijn? De heer FRANKEN: Voorzitter, na de beantwoording van de wethouder rest in tweede termijn een paar zaken nog even aan te stippen. De accountant heeft een aantal conclusies getrokken en een aantal aanbeve lingen op papier gezet, verwoord in zijn rapport op blz. 12 en 13. Ik wl graag bij monde van de wethouder horen of het college de conclusies aanbevelingen overneemt. Maar op blz. 14 wordt nog geen uitspraak over de inrichting van het administratief proces. De accountant geeft daarbij 2 opties. Gezien de zorgelijke toestand op «eJ aantal fronten, en dat heb ik ook in eerste termijn gezegd, denk ik dat be college er kort op zit om de zaken goed te volgen. Ik wil dus eigenlijk aan de wethouder het volgende vragen. Kunt u voor vakantie, dus in de maand mei of juni, met een inrichtingsmodel van 1 administratie komen, dan weten we gelijk voor welke vorm u gekozen heelt Want als we nu weten dat we risico's nemen en als we over 5 jaar moetei constateren dat die risico's ons eigenlijk boven het hoofd gegroeid dan vind ik het jammer dat dat pas na jaren blijkt. Een goed inrichtingsmodel met, zoals u zegt, managementrapportages 0 diverse fronten, dus personeel, materieel, maar ook het verloop van reserves, kan in deze zaak een aantal problemen in de toekomst in ia'1 geval verkleinen en op dat moment beheersbaar maken, want dan kun je he v tert?i:,n '°j9en- zie je dat er op een gegeven moment scheefgroei dan kun je op dat moment ingrijpen zonder dat de tekorten aangroeien -25- proporties die we eigenlijk niet wensen. Ik ben blij met uw mededeling over de overschrijdingsregeling. Als het inderdaad zo is dat de wetgeving voorschrijft dat de gemeente als derde mag aangemerkt worden. In dit geval zou dat de gemeente Woesdrecht en de gemeente Tholen zijn. We hebben de wetgeving hier niet voor ons liggen, maar als u zegt dat dat zo is, dan neem ik dat graag aan. Dan is het nauurlijk zo dat als je een fusie aangaat, je dat doet met het vooruitzicht dat de partijen er beter van worden, anders begin je er niet aan. Een aantal financiële risico's zijn op dit moment ingeschat aan de hand van de situatie van dit moment. Als we nu met zijn allen, de school, de gemeente ervoor gaan werken dat we een goed draaiende school krijgen met een groeiend aantal leerlingen, dan denk ik dat met zo'n perspektief ook de financiële risico's in de toekomst in ieder geval beheersbaar blijven en wellicht helemaal weg zullen vallen. Voorzitter, ik wil hier dus een oproep doen om er inderdaad voor te zorgen met het personeel van de school en met de medewerking van de gemeente dat we een fusie krijgen, waarvan wij zeggen, we zijn blij dat we dat principe besluit in april 1995 genomen hebben. Het blijkt dus dat de fusie meer is dan de optelsom van de deelnemende partijen. Graag wil ik u dit meegeven als bijdrage van de CDA-fraktie in tweede termijn. De heer J. VAN ES: Voorzitter, ik heb in eerste termijn al vastgesteld dat wij volledig achter dit voorstel staan. Ik wil graag het verzoek van de heer Franken ondersteunen ten aanzien van het volgen van de adviezen van de accountants en het ook aktief financieel begeleiden van het fusieproces. Dat lijkt me een heel goede zaak. Mevrouw VAN OORSCHOT: Voorzitter, het is voor ons een heel moeilijke afwe ging geweest. Maar wij kunnen de financiële verantwoordelijkheid ten aanzien van de burgers van Bergen op Zoom nu niet dragen. Wij stemmen dus tegen dit voorstel. De heer COPPENS: Voorzitter, een korte opmerking. Wij zouden graag de uit voering van de plannen willen overlaten aan onze ambtenaren. Zij zijn daar mans genoeg voor. De VOORZITTER: Dames en heren, nog iemand anders in tweede termijn? Niemand, dan is het woord aan wethouder Demmers. Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik denk dat de heer Franken het heel mooi verwoordt als hij zegt, de fusie moet meer zijn dan een optelsom van alle maal losse onderdelen. Ik denk dat dat ook de strekking van deze fusie is. Ik heb het proces van heel nabij gevolgd natuurlijk, omdat ze er vanuit de gemeente ook op een goede wijze bij betrokken waren. Dan blijkt nu dat deze som niet alleen een optelsom is, maar voor alle aanwezige partijen een plus lsr dus een toegevoegde waarde betekent voor het funktioneren van de scholen en daarmee voor het onderwijs, wat in Bergen op Zoom en de direkte omgeving gegeven kan worden. Uw vraag ten aanzien van de accountants. Ik heb het al indirekt aangegeven ®et die aanbevelingen. Dat is uiteraard ook de reden dat we de VB-accoun tants hebben gevraagd om dat proces verder te begeleiden. Dat zullen wij aeel graag meenemen, want ook voor ons zijn die zaken nodig om die zekerheid e kunnen hebben. Zij hebben in hun inrichtingsplan al gesproken van een arap-situatie, de managementrapportages. Dat is in een voorgesprek ook al aan de orde geweest. Zij hebben zelf aangegeven dat het nodig is om dat niet

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 123