- 12 -
De heer BOLSIUS: Onze fractie kan zich volledig vinden in het
betoog van de heer Van de Water.
De heer DIETEN: De fractie van Groen Links heeft ook geen behoefte
aan het amendement.
De heer BOOGAART: Hetzelfde geldt voor onze fractie.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Ik heb de procedure aangegeven die door
de heer Withagen aangehaald wordt, maar hij maakt toch even een
gedachtensprong waar ik nog even op terugkom. Het is inderdaad
terecht wat hij zegt, dat het sociaal-kultureel programma wordt
vastgesteld door het college. Dit is een ontwerp en dat gaat de
inspraak in. Heel cruciaal daarbij is de datum van 1 mei. Alle
verenigingen die gebruik willen maken van de subsidie vanuit het
programma sociaal-kultureel werk moeten vóór 1 mei hun aanvraag
indienen conform een aantal regeltjes die daarvoor staan. Ze
krijgen daar de verordeningen voor toegestuurd als ze daarom
vragen. Ze krijgen er alle begeleiding bij om dat op de juiste
wijze te doen, zodat niet achteraf ha ha geroepen kan worden want
er is iets fout gegaan. Daar ligt het probleem en niet in het feit
dat de datum van 11 november cruciaal geworden zou zijn. Het
probleem ligt erin dat de aanvraag op 1 mei niet binnen was en dus
ook niet meegenomen is bij het opstellen van het programma voor
sociaal-kultureel werk. Dat betekent dat vervolgens, toen de
aanvraag wel binnenkwam, deze gewoon getoetst is aan de subsidie
verordening en op dat moment de beschikking van het college was dat
dit een andere rechtsgang moest volgen. Ik denk dat het goed is dat
nog even aan te geven. Ik heb u ook aangegeven dat die sympathie
mij best aanspreekt, maar ik heb u ook gewezen op het feit dat als
u hier toch redelijk ad hoe beslist om f. 1690,- te voteren ik u
moet aanraden, ik denk dat het college daar best mee in zou kunnen
stemmen, om deze discussie mee te nemen bij de behandeling van de
voorjaarsnota. Ik denk dat de heer Van de Water terecht aangeeft
dat je ontzettend op moet passen geen precedenten te scheppen. Ik
kan u lijsten laten zien van verenigingen die uit hun oogpunt
gezien ook terecht om subsidie vragen. Het is namelijk ontzettend
moeizaam voor verenigingen in deze tijd om kader te vormen en om de
zaak op een goede manier in te vullen. Je moet dus geen precedenten
gaan scheppen door tussentijds met subsidieverleningen te gaan
beginnen. Ik denk dat op zich het verhaal van de heer Van der
Kallen en de heer Withagen zeker sympathiek is.
De heer WITHAGEN: Waar wij over beslissen is een beroepsschrift,
dat is geen ad hoe nieuwe situatie, dat is het rechtsvervolg van
een eerdere aanvraag.
Mevrouw DEMMERS, wethouderDat klopt. Het is in zoverre ad hoe dat
je op moet passen als er op dit moment geen middelen zijn, je die
middelen daar niet direct ter beschikking stelt, maar ze mee laat
draaien in de totale afweging van alle zaken die in het kader van
de voorjaarsnota door u worden ingediend. Ik denk dat u zich moet
realiseren dat dan, op dat moment, de beslissing door u genomen zou
kunnen worden om het totale budget dat in het kader van in dit
geval alle harmonieën, in dit geval is dat f. 32000,- wordt
uitgebreid met die f. 1690,- van Euphonia. Dan nog is het de vraag
of ge dan op een dergelijke verdeling uitkomt. Ik denk dat je dan
naar de deelverordening moet gaan kijken waar een aantal eisen in
- 13 -
staat en waar bewust ook door uw raad gekozen is deze verordening
niet op basis van verschillende uitgangspunten uit te zetten, maar
waar gezegd is, je moet zoveel werkende leden hebben, je moet daar
en daar aan voldoen. Het bedrag wordt dan vervolgens gelijkelijk
verdeeld tussen de verschillende harmonieën. Dat is de keuze
geweest. Vandaar ook dat elke harmonie in dit geval voor f. 8000,-
in het programma van sociaal-kultureel werk staat. Met die f.
1690,- voor Euphonia wijkt u af in de toekenning van de manier
waarop dit gegaan is in het programma sociaal-kultureel werk.Dat
noem ik ad hoe en dan zeg ik, wees verstandig, laat het meelopen in
de voorjaarsnota. Natuurlijk doet het mij als portefeuillehouder
heel veel plezier als u zou beslissen dat er in het kader van Nieuw
Beleid een toename van het budget is, daar zult u mij niet over
horen klagen. Ik vind echter wel dat u dit heel evenwichtig moet
afwegen. Ik zou u willen verzoeken het amendement in te trekken en
dit punt mee te nemen in de voorjaarsnota, zodat wij samen met u
kunnen kijken hoe we dit het beste tot invulling laten komen, ook
passend binnen de subsidieverordening.
De sympathie ondersteun ik, maar ik zou u heel goed willen wijzen
op de gevaren die aan deze toewijzing zitten.
De heer VAN DER KALLEN: Mag ik nog één vraag stellen aan de porte
feuillehouder? De portefeuillehouder zei dat de subsidieverordening
is toegestuurd aan de verenigingen, als zij die tenminste hebben
aangevraagd. Ik heb die zin zo verstaan dat alleen verenigingen die
een subsidieverordening hebben aangevraagd die ook feitelijk hebben
gekregen, of zijn er ook verenigingen die de subsidie als een zeker
automatisme, omdat die altijd is toegekend, al hebben ontvangen.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Mijnheer Van der Kallen, ik ga altijd
uit van de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van ieder op
zich. Dat betekent dat in de publikatie aangegeven staat dat men
vóór 1 mei subsidie aan kan vragen. Die subsidieverordening is door
de raad vastgesteld. Elke vereniging en ik kan u verzekeren dat de
verenigingen soms beter weten welke formulieren ze nodig hebben dan
wij, kan subsidie aanvragen. Ik gaf ook al aan dat op basis van de
verordening er ook altijd de bereidheid is om te helpen bij het op
de juiste wijze indien van een aanvraag. Dit is helemaal niet zo
moeizaam en wij hebben er ook nog nooit problemen mee gehad. Ik ben
het zeker met u eens dat Euphonia gezocht heeft naar de weg om dat
te doen. Men heeft dit ook opgestuurd en er is ook aangegeven aan
Euphonia dat zij helaas te laat waren om mee te doen in de toewij
zingen, zoals ik u net heb aangegeven. Dat wil ik nog toevoegen.
De heer WITHAGEN: De kern van het bezwaar van het college is dat
Euphonia de datum van 1 mei bij hun oorspronkelijke aanvraag niet
heeft gerespecteerd.
Mevrouw DEMMERS, wethouder: Voor 1 mei moeten subsidie-aanvragen
binnen zijn.
De heer WITHAGEN: Die procedure ken ik. Dan komt er een bezwaar
Dat is allemaal niet meer van toepassing. U valt nu terug op het
feit dat de oorspronkelijke aanvraag later was dan 1 mei.
Dat staat niet in de stukken. In het stuk gebruikt u het argument
dat er geen budget voorhanden is en dat op materiële gronden een en
ander wordt afgewezen.