- 10 - het programma sociaal-kultureel werk wat een andere procedure volgt als in dit geval de beschikking van het college om ze op basis van de toetsing zoals die door de dienst had plaatsgevonden niet in het kader van de subsidieverordening de subsidie van f. 1690,- zoals die door het CDA is aangegeven, ze hadden iets meer aangevraagd maar laten we maar over dit bedrag praten, te verlenen. Derhalve speelde dat in november ook geen rol en is gewoon de formele situatie conform gevolgd. Op 5 november is de uitspraak van de commissie geweest, 20 december is het in het college behandeld en in januari, dus nu, heeft u dat in de raad. Er is dus een heel normale procedure gevolgd. Ik heb er op zich geen probleem mee om te erkennen dat dat vervelend is voor Euphonia, dat geven we ook eigenlijk in het geschrift aan. Wat ook niet juist is, is dat als een programma tot 1998 vastge steld wordt, dat programma ook absoluut niet meer open te breken valt. Elk jaar opnieuw wordt weer een periode van 4 jaar vastge steld. Dat betekent dat u te allen tijde als raad het recht heeft in het kader van het budgetrecht bedragen te wijzigen. Dat houdt gewoon in dat als Euphonia vóór 1 mei een aanvraag indient, zij meedraaien in de procedure zoals die geldt voor het programma sociaal-kultureel werk. Ik wil u daar toch even op wijzen in verband met het amendement. Ik heb op zich geen bezwaar tegen het amendement. U geeft ook terecht als dekking aan dat het dan uit Nieuw Beleid moet komen want in het potje zit verder geen geld, dus als de raad vindt dat op die manier, vooruitlopend op de voorjaars nota en de discussie waar de prioriteiten liggen f. 1690,- uit Nieuw Beleid gefourneerd zou moeten worden, dan denk ik dat op zich een sympathiek gebaar is naar Euphonia, maar ik wijs u wel op de consequenties in deze. Dat wilde ik graag in eerste termijn zeggen. De heer VAN DER KALLEN: Dat op tijd zijn sloeg wat mij betreft op de vaststelling op 11 november. Ik doe het even uit mijn geheugen, maar ik ben bij die hoorzitting geweest voor dat bezwaar en dat was vóór 11 november. In mijn beste herinnering, maar tegenwoordig hebben wij geen notulen meer en ik neem niet echt de moeite om nog eens te gaan luisteren of wat ik denk gezegd te hebben ook inder daad gezegd is, heb ik het bij de Algemene Beschouwingen nog aangestipt, omdat ik zeer onder de indruk was van de betrokken hoorzitting. Die vereniging had wel degelijk al een aantal malen om subsidie gevraagd en dat was evenzovele malen afgewezen. Zij gingen pas in beroep toen zij in Halsteren wel gehoor kregen voor hun verzoeken, terwijl ze later pas ontdekten dat zij statutair nog steeds in Bergen op Zoom gevestigd waren. Gezien het feit dat zij ruim voor de vaststelling van het sociaal- !^UZ lir0-+e Pro9ramma de subsidie-aanvraag hadden ingediend, gezien het feit dat zij in feite al jaren er eigenlijk recht op hadden maar het steeds niet gehonoreerd hadden gekregen, gezien het gegeven dat ze pas nadat Halsteren wel positief beschikte puur omdat er ook sprake is van een fors aantal Halsterse leden, gezien 2et. g®geven dat het grootste ledental nog altijd Bergs is, denk ik toch dat de opmerkingen van de heer Withagen en het amendement ui? zijn. Ik ben toch wel content, want ik begin me bijna CDA te voelen als ik twee keer in drie dagen tijd van de heer Withagen als woordvoerder van het CDA te horen krijg dat hij het met mij eens is. Ik krijg bijna het idee dat ik hier niet toevallig in deze bankjes ben gaan zitten. Als ik naar de tekst van het voorstel kijk, dan heb ik toch de - 11 - indruk, omdat men hier spreekt van het beleid over die periode dat is vastgelegd, waar we hier spreken over de termijn van afspraken resp. vastgestelde bedragen, dat we door de wethouder toch op het verkeerde been zijn gezet. Het doet mij in ieder geval deugd van haar nu gehoord te hebben dat we slechts voor één jaar de boel vastgelegd hebben zodat in ieder geval, mocht het amendement het niet halen, want het mag duidelijk zijn dat ik het amendement van het CDA van harte steun, we er toch zicht op hebben dat Euphonia in ieder geval in het komende jaar een subsidie tegemoet mag zien. De heer WITHAGEN: Ik had wat moeite met het procedureverhaal waarmee de portefeuillehouder zojuist in eerste termijn antwoordde. Voorzover mijn informaties strekken wordt een ontwerp sociaal- kultureel programma door het college vastgesteld en dat wordt aan alle instellingen die daarmee te maken hebben voorgelegd. We hebben dat ooit zo in elkaar geschroefd om inderdaad niet in de Algemene Beschouwingen over verenigingen heen beslissingen te nemen waarbij zij misschien in hun rechten kunnen worden gekrenkt. Eerst zegt het college in een ontwerpprogramma wat zij van plan is definitief voor te stellen in de richting van de raad, maar het vaststellen van het sociaal-kultureel programma gebeurt naar mijn bescheiden mening door de raad bij de vaststelling van de begroting. Dat betekent dat de vaststellingsdatum 11 november is. Dat betekent dat wij dan gebruik kunnen maken van het feit dat een vereniging het niet eens is met het besluit van B&W voor het ontwerpprogramma. Ik ben ervan overtuigd dat, als wij op 11 november hadden geweten dat deze discussie ontstaan was, wij naar alle waarschijnlijkheid op een andere manier hadden gedacht. Dat is zelfs niet relevant. Wij vinden gewoon dat wij in dit geval, gezien die data en nog maals, de heer Van der Kallen heeft niet mijn gezicht gezien toen ik in de fractie moest toegeven dat iemand van de BSD ons op het idee gebracht had, maar het betekent wel dat wij bij ons amendement blijven en dat wij het college en ook de andere fracties in de raad op moeten roepen het amendement te steunen. Wij hebben een bezwa- rencommissiedie juist op het moeilijke terrein van het subsidie beleid ter beschikking staat van degenen die geen gelijk krijgen. Wij denken dat wij dan good sport moeten zijn en als ze er dan toch op wijzen dat wij het verkeerde argument hebben gebruikt, dan moeten wij dat accepteren. In dit geval is dat dat zij toch subsi die dienen te krijgen van Bergen op Zoom. De heer VAN DE WATER: We hebben de begrotingsbehandeling gehad, we krijgen de voorjaarsnota. Het wordt steeds moeilijker om tot een reële subsidieverdeling te komen. In het Bergen op Zoomse zijn heel veel verenigingen waar ze het water tot aan de lippen staat, die regelmatig een verzoek indienen bij de gemeente om toch subsidie te krijgen. Ik denk dat, als we nu beslissen om die subsidie toe te kennen, we heel veel andere verenigingen in Bergen op Zoom teleur stellen en we de reactie krijgen, waarom kan dit wel terwijl wij daartoe niet in staat gesteld zijn. Ik zou dus zeggen we krijgen de voorjaarsnota nog en daarin wordt de subsidieverlening opnieuw bekeken. Ik zou het niet rechtvaardig vinden ten opzichte van andere verenigingen hier nu mee accoord te gaan. De heer COPPENS: De WD-fractie sluit zich aan bij de uitleg van de heer Van de Water en is tegen het amendement.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1995 | | pagina 10