6
6. Ieder lid en ieder duo-lid, dat ter vervanging van
een lid aanwezig is, tekent vóór de aanvang van de
commissie-vergadering de presentielijst.
Artikel 7Besluitvorming
1. a. In de uit te brengen adviezen wordt het standpunt
vermeld van de in de commissie vertegenwoordigde
partijen met de formulering "voor", "tegen" of "stem
voorbehouden"
b. Besluiten, anders dan adviezen bedoeld onder a.,
worden altijd bij volstrekte meerderheid van stemmen
der aanwezige leden genomen.
2. Bij staking van stemming beslist, behoudens het
navolgende, de voorzitter.
Indien de voorzitter zich op grond van het bepaalde
in het derde lid van dit artikel van medestemmen
moet onthouden, beslist het in leeftijd oudste lid,
dat ter vergadering aanwezig is.
3. De voorzitter en de overige leden onthouden zich van
medestemmen over zaken die hen, hun echtgenoot of
hun bloed- of aanverwanten, tot de derde graad inbe
grepen, persoonlijk aangaan, of waarin zij als ge-
lastigden zijn betrokken.
4. Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke
oproeping gestemd, tenzij door geen der aanwezige
leden stemming wordt verlangd, in welk geval het
voorstel geacht wordt te zijn aangenomen.
5. Over personen wordt in de commissies niet gestemd.
Artikel 8Minderheidsstandpunt
Indien een minderheid van een commissie dit nodig acht,
wordt haar mening in een door de commissie aan de gemeen
teraad of aan burgemeester en wethouders over te leggen
advies of voorstel vermeld of kan zij een afzonderlijke
nota indienen.
Artikel 9Openbaarheid
1. De vergaderingen van de commissies zijn als regel
openbaar
2. De in artikel 1 genoemde commissies kunnen, indien
nodig of wenselijk, door de voorzitter in een be
sloten vergadering, die afzonderlijk wordt geconvo
ceerd, bijeen worden geroepen.
3. In andere gevallen, als bedoeld in het vorig lid,
worden de deuren gesloten, wanneer tenminste een
vijfde van het aantal leden, dat de presentielijst
heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het
nodig oordeelt.
De commissie beslist of met gesloten deuren wordt
beraadslaagd.
In een besloten vergadering kan over het daarin
behandelde ook een advies worden uitgebracht.
7
4. Ieder lid van het college van burgemeester en wet
houders, alsmede de gemeente-secretaris kan, hetzij
in opdracht van het college, hetzij op uitnodiging
van de commissie, vergaderingen - ook de besloten -
bijwonen en aan de beraadslagingen deelnemen met een
adviserende stem.
5Leden van de gemeenteraad en hun duo-burgerleden
zijn gerechtigd de besloten vergaderingen bij te
wonen van die commissies waar zij geen zitting in
hebben. Aan de beraadslagingen en de besluitvorming
nemen zij geen deel.
Artikel 10. Ter visieleqqinq.
1De stukken, op een uitgeschreven openbare vergade
ring betrekking hebbende, liggen als regel tenminste
twee dagen ten gemeentehuize, of op door de voorzit
ter in de oproeping aan te geven andere dagen of
plaatsen, voor eenieder ter inzage.
2De stukken, op een uitgeschreven besloten vergade
ring betrekking hebbende, liggen als regel tenminste
twee dagen uitsluitend voor raads- en commissieleden
ter inzage op een door de voorzitter in de oproeping
aan te geven plaats
Artikel 11. Spreekrecht ed
1. a. Personen, niet zijnde raadslid of duo-burgerlid,
die een openbare commissievergadering als toehoorder
bijwonen, worden door de voorzitter van de commissie
voor de behandeling van elk agendapunt in de gele
genheid gesteld kenbaar te maken of zij met be
trekking tot het betreffende agendapunt het woord
wensen te voeren.
b. Het onder a gestelde is niet van toepassing op
agendapunten, die zaken betreffen waarover krachtens
een bijzondere procedure betrokkenen/belanghebbenden
reeds gehoord zijn/zullen worden of reeds inspraak
is verleend, zoals beroeps- en bezwaarschriften en
verzoeken om vergoeding van planschade ex artikel 49
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
2. Bij de behandeling van het betreffende agendapunt
geeft de voorzitter het woord aan de toehoorders die
zich hebben aangemeld, als regel voordat de leden
van de commissie over het agendapunt het woord voe
ren.
3. De spreektijd in eerste termijn bedraagt per agenda
punt ten hoogste vijf minuten per spreker of verwan
te groep van sprekers, met dien verstande dat, wan
neer de voorzitter dit nodig oordeelt, kan worden
toegestaan langer dan vijf minuten te spreken.