10 Het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen de in gediende bouwplannen te toetsen op soberheid en doelmatigheid, alsmede op de prij s/kwaliteitsverhouding Het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen uitgaven te doen op basis van de hier voor onder 1 vastgestelde budgetten en met in achtneming van de hiervoor onder 3, 4 en 5 ver melde bepalingen omtrent de verdeling van de deelbudgetten, de te stellen prioriteiten respec tievelijk de gestelde aanvullende voorwaarde. Het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen om binnen het budget jaarlijkse bijdra gen ten behoeve van de sociale sector verleende geldelijke steun te wijzigen in geldelijke steun voor een andere categorie woningen dan waarvoor de geldelijke steun is verleend, zulks op verzoek van de initiatiefnemer en onverlet de mogelijk heid de deelbudgetten alsdan op evenredige wijze te wijzigen. Het college van Burgemeester en Wethouders toe stemming te verlenen de sub 3 vermelde deelbud getten ter realisering van het prioriteitenschema tot een maximum van 10% te over-schrijden ten laste van het eerstvolgende budget jaar en de toedeling in dat jaar van budgetten in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies. Het college van Burgemeester en Wethouders te machtigen ter realisering van het prioriteiten schema tot uiterlijk het tijdstip, waarop voor het jaar 1994 een besluit genomen wordt tot aan vaarding resp. verdeling van de budgetten tot verlening van geldelijke steun ten laste van de sub 3 genoemde (deel)budgetten over te gaan* een en ander met inachtname van het bepaalde in het Besluit Woninggebonden Subsidies, zoals dit met ingang van 1 januari 1995 zal luiden; Gemeentegarantie te verlenen op de door initia tiefnemers aan te trekken leningen ten behoeve van de financiering van de in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies passende stich- tingskosten in verband met de bouw van woningen in de sociale huursector door toegelaten instel lingen; öf gemeentelijke leningen te verstrekken (met een renteopslag van 0,2% als bedoeld in ons besluit d.d. 28 september 1989, nr. BD-Fin./48); 11 c. of borgstelling bij financiering via het waar borgfonds te verstrekken, zulks overeenkomstig ons besluit van 29 maart 1990, nr. BD-Fin./24, een en ander naar keuze van de initiatiefne mer s 14. Te bepalen, dat dit besluit met ingang van 1 januari 1994 in werking treedt en geldt tot en met 31 decem ber 1994. Voorstel inzake de behandeling van schadeclaims op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de bouw van Lambertijnenhof Nr. SOB/15. (tellerstand nr. 40) Besluit: 1. mevrouw E.E.M. Schapendonk - Pijnenborg, Bloemendaal 44 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in haar verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 2. de heer en mevrouw T.J.C. de Wit, Bloemendaal 46 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 3. de heer en mevrouw J. Spijkers, Bloemendaal 40 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 4. de heer en mevrouw T. Matthijssen, Bloemendaal 42 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 5. de heer en mevrouw J.H.M. Stoffelen, Bloemendaal 48 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 6. de heer en mevrouw J. van den Berg, Bloemendaal 52 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 7. de heer en mevrouw L.C. Geuze, Bloemendaal 50 te Bergen op Zoom, ontvankelijk te verklaren in hun verzoek om toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1994 | | pagina 22