- 24 -
ie loopafstand toch iets te ver vinden om bijv. door middel var/ kleine
busjes de mensen toch pp hun plaats van bestemming te brengen, zodat ze
iinkP^n^n^611^6 6n eSn l6Uke binnenstad waar het goed toeven is kunnen
winkelen en kunnen recreeren.
Nogmaals we zijn tegen het voorbereidingsbesluitwe zijn tegen realisering
an een tweede en van een derde parkeergarage. We hebben genoeg alternatie-
n aangegeven, denk ik in de afgelopen discussies. Kortom, we zijn tegen
punt II van het besluit. 6
De heer LINSSEN: Ik heb in voorgaande vergaderingen al meer gezegd dat wij
hier niet in Brasilia, de hoofdstad van Brazilië zitten, waar men eerst een
parkeergarage bouwde en daarna de stad. We hebben hier te maken met een
historische stad welke een gezond kloppend hart nodig heeft en daarmee be
doel ik dus een gezond winkelapparaat. Wil deze stad een toekomst hebben,
dan hebben wij deze parkeergarage hard nodig. Ik blijf bij mijn instemming
op deze voorstellen.
De heer STUART, wethouder: Ik wil beginnen met nog eens te herinneren aan
het voorstel van het college. Ik heb de indruk dat het voorstel van het
college gesteund wordt door een meerderheid van de raad. Ik zeg dat zo omdat
ik in mijn eerste termijn er al op gewezen heb dat de discussie toch wel
ingewikkeld gemaakt wordt doordat er verschillende zaken tegelijk aan de
orde zijn. Het voorstel van het college is simpelweg uitvoering geven aan
het besluit van vorig jaar, 1992, de voorbereiding voor de bouw van een
parkeergarage aan het Past. Jjoorenplein ter hand te nemen en daartoe strekt
nu eenmaal het ingaan van de planologische procedure. Het verdriet mij dat
één van degenen die dat besluit mede heeft genomen de vorige keer nu het
ingaan van dat traject niet verder wenst te ondersteunen, dat is de fractie
van D'66. Dat brengt mij toch bij een opmerking over de portee van de dis
cussie. Ik vind toch dat er slecht omgegaan wordt met onderzoeksresultaten,
het interpreteren van onderzoeksresultaten, zelfs het lezen van deze stukken.
Als ik nu de heer Van den Ouden hoor praten over de financiële kant van de
exploitatie van parkeergarages, ik zal het niet voorlezen, maar dan wil ik
toch verwijzen naar blz. 3 van het voorstel waar onder C de financiële haal
baarheid precies beschreven staat wat hij niet zegt. Dat kan toch niet als
er voorstellen gedaan worden. De Lindenbaangarage mag niet in verband ge
bracht worden met de exploitatie van de parkeergarage aan het Past. Jooren-
plein. De Lindenbaangarage mag slechts in verband gebracht worden met het
weghalen van betaalde parkeerplaatsen elders na het realiseren van de par
keergarage op het Past. Joorenplein. Dat staat er zo gewoon. Als men dan zo
slecht.leest dan word ik alleen maar bedroefd echt bedroefd.Ook om de wijze
waarop men omgaat met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Als wij
aan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek geen waarde meer hechten
dan hoeven we da: ook niet meer te doen. Wellicht heeft dat ook met het feit
te maken dat de verkiezingen nog een heel jaar van ons af zijn.
Ik heb ook geen behoefte om te strijden over wie nu gelijk heeft of wie niet.
Het gaat om rijksstukken. Ik heb in de commissie gezegd, de mobiliteits
scenario's zijn geschreven op de randstad. Het beste bewijs is geleverd
door de minister zelf met haar voorstellen over de kortingen op het open
baar vervoer. Die waren in het randstadsvervoer heel wel op te vangen
maar het betekende voor een streek als de onze dat je.meer dan een kwart van
het openbaar vervoer kwijt zou raken. Dat geeft wel aan dat we hier met
heel andere dingen van doen hebben. Een inkrimpend openbaar vervoer en het
mobiliteitsbeleid in West-Brabant is een contradictio in terminis. U moet
dat vergeten. Zolang het aantal auto's groeit zal het autogebruik ook
groeien in West Brabant. Dat zal zeker gestimuleerd worden door het terug
lopen van het openbaar vervoer hier, dat zal teruglopen omdat wij nu een
maal hier grote afstanden kennen met veel onrendabele lijnen en daarvoor
zal de overheid niet langer bereid zijn geld op tafel te leggen.
- 25 -
De notitie waar ik uit geciteerd heb gaat over locatiekeuze var parkeer
voorzieningen in het algemeen. Dat geldt voor iedere gemeente, zeker
voor de gemeente Bergen op Zoom, één van de 50 gemeenten die vallen onder
de groep van rechtstreekse gemeenten uit het fonds stadsvernieuwing.
Een beter antwoord op het betoog van de heer Van der Kallen kan ik ook niet
geven. Die heeft overigens voor al zijn stellingen geen enkel argument aan
gedragen en dat maakt het wel heel moeilijk om verder met hem in discussie
te gaan.
De heer Van de Water heeft een ingewikkelde vraag gesteld. Die heb ik willen
beantwoorden, daar kom ik nog eens op terug, met de stelling: het college
heeft een voorstel gedaan en ik denk dat dat, zeker na de woorden van de heer
Muller, in het geding is. Als.de heer Van de Water antwoordt op zijn vraag
wil hebben dan ontstaat een heel ingewikkelde situatie want dan wordt er
impliciet een raadsvoorstel van vorig jaar ten grave gedragen, want u
heeft wel met zijn allen vorig jaar besloten om de voorbereiding van een
parkeergarage aan het Past. -Joorenplein verder ter hand te nemen en om nu
de behoefte aan een derde parkeergarage van tenminste 250 plaatsen is aangetoond
onderzoek ter hand te nemen daarnaar.
De heer VAN DE WATER: Bij interruptie, Gemeentebelangen/Stadspartij heeft
van het begin af aan, dat kan niet ontkend worden, tegen de Stenen Tuin
haar bezwaren geuit. U heeft gelijk dat de meerderheid van de raad het be
leid uitgestippeld heeft. We zitten nu in een nieuwe situatie waarin wij
opnieuw keuzes kunnen maken. De wethouder kan Gemeentebelangen/Stadspartij
niet het recht ontnemen daar geen misbruik maar gebruik van te maken.
De heer STUART, wethouder: Ik wil voor de goede orde dan nog eens herhaald
hebben wat ik in de commissie ook gezegd heb. Het is toch wel heel lastig
als de raad niet terugvalt op door haar zelf genomen besluiten, maar fracties
voortdurend terugvallen op hun betogen die aan die besluitvorming ten grond
slag hebben gelegen. Zo is straks geen enkel besluit uitvoerbaar dan nog
wel haalbaar of reparabel of rijp /oor de sloop, om het zo maar eens te
zeggen. Voor het uitvoerend orgaan, het college, is dat alles heel lastig
natuurlijk. Ik stel vast dat wij niet anders gedaan hebben dan te werken
aan de uitvoering van een raadsbesluit wat toevallig twee delen omvatte.
Aan het tweede deel hebben wij geen aandacht besteed, althans gezegd eerst 1
dan 2. Vanuit de raad is gezegd zou je toch ook niet wat aandacht aan 2
besteden. Ik heb daar op zichzelf van gezegd als de meerderheid van de raad
dat wil heb ik daar geen problemen mee. Als de meerderheid van de raad dat
niet wil dan is het klaar.
De heer VAN DE WATER: Ik heb een simpele vraag gesteld aan u.
Als u wilt meewerken aan de realisering van de parkeergarage op het Past.
Joorenplein, die tot stand wil laten komen, gaat dan de Stenen Tuin
voorlopig in de ijskast. Meer vraag ik u niet. Als dat niet zo is dan zult
u daar de consequenties uit moeten trekken.
De heer JANSSEN: Voorzitter, mag ik een vraag stellen.
De VOORZITTER: Ik denk dat we de heer Van de Water naar de stukken moeten
verwijzen en wel naar pagina 5 van het stuk wat onder agendapunt 26 is ge
zonden. Daarin kan de heer Van de Water zien dat de planning voor een
parkeergarage in de Stenen Tuin als eerste moment van aandacht is gegeven:
1995. De vraag is nu, wat is de redelijke uitvoering van het besluit, dat
vorig jaar genomen is en waarin de heer Muller aanvankelijk enige versnelling
wilde aanbrengen, op welk voorstel hij is teruggekomen. Dat voorstel is
niet gedaan, zodat derhalve voor het college het voorstel luidt zoals het
luidt. Dat betekent dat er onzerzijds geen activiteiten worden ondernomen
totdat de periode is aangebroken zoals op pagina 5 is weergegeven,
de raad tot een ander besluit komt. Van een ander besluit heb ik op dit mo
ment niets gemerkt, zodat wat dat betreft een zeker ijskasteffect bestaat