-50-
opvang Bergen op Zoom is gebeurd.
Sinds 1991, zegt de heer Withagen namens de CDA-fraktie, leeft het verlangen
naar herstrukturering. Ik denk binnen de boezem van het college al wat
langer, maar velen in deze raad weten dat het een moeizaam proces is. Maar
we naderen nu, denk ik, een punt waarop we toch snel zouden moeten kunnen
doorstoten naar de verdere afronding.
Ik heb niet helemaal begrepen waarom mevrouw Demmers spreekt van een nood
zakelijke tussenstap. Ik hoop toch niet dat bij D66 het verlangen leeft om
deze struktuur, die we nu opzetten, de eerstkomende jaren onmiddellijk weer
ter discussie te stellen, maar dat hoor ik wellicht in tweede termijn, voor
zitter. Want wij voldoen, naar mijn stellige overtuiging, met deze stap aan
de verlangens van D66 ten aanzien van doelmatigheid, efficiency, flexibel
opereren en dat soort zaken meer.
Voorzitter, van de zijde van GB/S wordt nog eens teruggekomen op de jaarre
kening 1991. Naar mijn stellige overtuiging hebben wij laten weten dat alle
stukken, voor zover ze het sociaal cultureel werk betreffen en bij ons zijn
binnengekomen, voor ieder gemeenteraadslid ter inzage liggen bij de dienst
welzijnszaken. Wij hebben de frakties ook laten weten, dat wanneer zij
behoefte aan jaarstukken in eigen huis hebben, dat ze tegen de normale
kopieerkosten ieder jaarverslag kunnen krijgen wat ze maar wensen.
Dus ik begrijp niet, voorzitter, waarom deze opmerking thans vanavond
opnieuw wordt gemaakt.
De heer VAN OPDORP: Voorzitter, bij interruptie. Wij vinden het een normale
zaak en op het werkterrein van een raadslid om hier of zowel in de commissie
financiën als welzijn deze stukken te hebben, ze door te kunnen nemen en
daarover weer discussie te kunnen voeren. Dit vinden wij een normale plaats
en niet om naar een ambtenaar te stappen en te zeggen, nou laat maar eens
zien, want dat vinden wij niet korrekt. Wij vragen al een hee lange tijd,
laat die stukken in de commissie financiën ook een keer passeren.
De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat u gelijk hebt dat de jaarrekening
1991 nog niet ter formele vaststelling, als je dat zo zou willen aangeven,
de commissie is gepasseerd. Laat onverlet dat die kan worden ingezien bij de
dienst welzijn. Ik moet toch niet begrijpen dat u voornemens bent een voor
stel te doen in de richting dat voortaan alle afrekeningen van gesubsidieer
de instellingen in exemplaren worden gekopieerd voor gemeenteraadsleden en
vervolgens naar iedereen worden toegestuurd?
De heer VAN OPDORP: Voorzitter, ik denk niet dat wij iets abnormaals vragen.
Er passeren genoeg afrekeningen in de commissie financiën. Wij willen dat
voortaan en in de toekomst met wat meer regelmaat zien gebeuren.
De heer DEKKERS, wethouder: Deze komen daar ook, mijnheer Van Opdorp.
Een jaarrekening komt maar één keer per jaar uit en wij proberen die zo
snel mogelijk naar u toe te sturen. U weet dat wij SKW uitstel van indiening
hebben gegeven.
Voorzitter, ik denk dat ik daarmee de meeste vragen heb beantwoord.
De VOORZITTER: Dank u wel. Wie van u in tweede termijn?
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik heb er met interesse kennis van
genomen dat dat sociaal statuut er aan komt. Maar dat laat toch onverlet dat
ik echt vind dat dat er had moeten zijn. Het overgaan van de ambtenaren-
status naar een nieuwe club. Een club, waarvan toch duidelijk, ook als je de
geluiden hier hoort, zowel D65, VVD als CDA spreken van projektmatige aan
pak. Het kenmerk van projekten is dat ze van een tijdelijk karakter zijn. De
-51-
gemiddelde ambtenaar heeft niet zomaar voor het ambtenaarschap gekozen. De
meesten hebben zeker niet gekozen, en zeker niet de betrokken ambtenaren
waarover we nu spreken, voor het hoge salaris. Maar ze hebben dat vermoe
delijk gedaan om een stuk zekerheid te krijgen. De zekerheid, die nu geboden
wordt, is, althans dat mag ook uit het stuk blijken, dat dat in het sociaal
statuut gaat komen, want dat is nog niet eens zeker, van 5 jaar. Dan zeg ik,
ik zou het aanzienlijk ruimhartiger ten opzichte van ons personeel vinden,
wanneer de werkgelegenheidsgarantie dezelfde blijft als die voor ambtenaren
bestaat. Want je vraagt nogal wat van die mensen, om over te stappen naar
een aantal stichtingen, die volstrekt afhankelijk worden van de politieke
luimen van de waan van de dag van een politiek college als de gemeenteraad.
Over die hele zaak heb ik op 22 juni 1992 al een brief gestuurd met betrek
king tot de inspraak. Ik denk dat we toch veel aandacht moeten besteden bij
dit soort zaken aan de inspraak.
In het tijdschrift O.R.-informatie van 17 februari staat een stukje over
een onderzoek van het S.G.B.O., het onderzoeksbureau van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten. Uit dat onderzoek, wat gehouden is onder het gemeen-
tepersoneel, bij gemeenten die een medezeggenschapscommissie hebben, blijkt
dat maar 57% van het personeel met dat funktioneren van die medezeggen
schapscommissie tevreden is. Dus we moeten met inspraak sowieso al voor
zichtig omgaan. Zeker als inspraak uiteindelijk tot doel heeft te komen tot
een nieuwe opzet, zoals waar we nu over spreken. Waarbij een deel van het
gemeentelijk personeel -ik geef toe, het is een beperkt aantal mensen, maar
voor die mensen is het in hun bestaan wel degelijk ingrijpend- betrokken is
en overgaat naar iets wat iedere keer aan een zijden draad kan hangen.
Ik denk dat het een goede zaak zal zijn als in dat sociaal statuut, waarvan
ik hoop dat het echt....
De heer WITHAGEN: Voorzitter, bij interruptie. Ik vind dat de heer Van der
Kallen nu doorslaat naar een kant die werkelijk onmogelijk is. Hij noemt
voortdurend het particulier initiatief, dat als werkgever binnen deze stad
opereert, aan een zijden draad hangen van politieke luimen. Met alle res-
pekt, hij komt nu op voor een groep van mensen die op dit moment in gemeen
telijke dienst zijn. Dat siert de heer Van der Kallen. Maar mijnheer Van der
Kallen, mag ik u er dan toch op wijzen dat de gemeenteambtenaar, überhaupt
ambtenaar, wat dat betreft een uitstekende rechtsbescherming geniet, zijn
organisatie kent, allerlei regels die afgelopen moeten worden.
De heer VAN DER KALLEN: Ja, maar die eindigt dadelijk na 5 jaar. Laten we
wel wezen, als we de geschiedenis van het SKW bekijken
De heer WITHAGEN: Ook in de welzijnswet is een rechtspositieregeling met
klachtenrecht, helemaal uitgebouwd, helemaal uitgedokterd
De heer VAN DER KALLEN: Ja, maar de mensen willen niet klagen. De mensen
willen gewoon continuïteit in hun werk.
De heer WITHAGEN: Nee, mijnheer Van der Kallen, u heeft geen verstand van
deze materie. Dat is de reden. U weet absoluut niet dat u garant bent op dit
moment, u als gemeenteraad, voor het wachtgeld, wat in de welzijnssektor op
gehoest wordt. Als ze op dit moment stoppen..
De heer VAN DER KALLEN: Maar ook u weet dat wachtgeld, met een beetje geluk,
85% is en geen 100%. En dat wachtgeld, thuis zitten betekent en niet werken.
Deze gemeenteambtenaren hebben voor de gemeente gekozen om te werken en niet
om een goede garantie te hebben voor een wachtgeldregeling. Ze hebben
gekozen voor het ambtenaarschap, althans een aantal van hen, om de garantie