-44-
samenlevingIk denk dat dat de kern moet zijn voor een toekomst voor deze
soort van funktie.
Voor wat betreft de professionele instelling, de stichting Agogisch Werk,
ook hier één heldere doelstelling, projekten. Waarbij het niet gaat om de
aktiviteit van het projekt als zodanig, maar om de te bereiken doelgroep, de
te aktiveren doelgroep in de samenleving. Ook dat is meetbaar.
Ik geef een voorbeeld en ik haal het voorbeeld puur uit de theorie. Als wij
als gemeente vinden dat lichamelijk gehandicapten aandacht verdienen om
beter in onze samenleving te integreren, dan kunnen we daar doelen op
stellen, projekten bij denken en we kunnen die meten. We kunnen na een jaar,
na 2, 3 of 4 jaar evaluerend opmerken of het gefunktioneerd heeft. U zult
misschien zeggen, waarom dit zo uitgebreid? Omdat we telkens wederom uit de
werksoort zelf vaak te horen krijgen dat we dit niet zouden kunnen en niet
zouden mogen. Wij als CDA-fraktie denken dat we maatschappelijke draagkracht
voor sociaal-cultureel werk kunnen blijven vragen en daardoor ook financiën,
als we ook uitdrukkelijk kunnen aantonen dat het gaat om instellingen, die
hun plaats waardig zijn binnen het welzijnswerk.
Ik loop nu nog vier puntjes langs, voorzitter. Dat is dat wij dus uitdruk
kelijk als CDA-fraktie heldere doelstellingen willen in de loop van dit
proces voor twee onderscheiden werksoorten, twee onderscheiden stichtingen.
En zo weinig mogelijk aanhangen aan die stichtingen is onze wens. Want zodra
daar weer een stichting Peuterspeelzalen tegenaan komt, zodra er weer andere
werkzaamheden tegenaan komen, ontstaat er weer, wat wij denken dat vanuit de
zestiger jaren eigenlijk altijd deze werksoort heeft bemoeilijkt, onhelder
heid
Op de tweede plaats De Botte Hommel. U weet dat wij daar als fraktie niet de
gemakkelijkste weg mee hebben genomen. De situatie is op dit moment zo dat
wij als CDA-fraktie unaniem vinden dat, wat ons betreft, De Botte Hommel
binnen de stichting Verenigde (Wijk)Centra als aparte poot mag worden
opgenomen. Zodanig dat zichtbaar blijft wat de kosten zijn van dat speci
fieke terrein. Als er dan een moment komt dat we oordelen als politiek dat
ze zover opgeschoven zijn naar het cultureel werk, dat we dan de beweging
kunnen inzetten die sommigen nu al hebben besproken en bij elkaar gedacht.
Dus apart positioneren binnen de stichting Verenigde (Wijk)Centra, waardoor
ook de funktionaris naar de stichting Agogisch Werk zou kunnen.
Het laatste punt personeelszaken. De CDA-fraktie is van mening dat de
gemeente in zijn proces voor zijn gemeentelijke ambtenaren de werkgever moet
spelen die een gemeente waardig is en in overleg de weg zal moeten zoeken om
tot een geaccepteerde overplaatsing van mensen te komen. En in de tweede
plaats, voor wat betreft de onderhandelingen met de stichting SKW over die
medewerkers eveneens een gemeente te zijn, die het particulier initiatief op
een fatsoendelijke manier de werkgeversmogelijkheden laat zijn. De CDA-
fraktie vindt dat de gemeente ten opzichte van het particulier initiatief op
dit punt ook een verantwoordelijkheid heeft. Wat dat betreft vermoeden wij
dat in het proces van onderhandelingen de vertegenwoordigers van deze men
sen, de bonden e.d., nog wel hun partijtje mee zullen blazen. Dus wij vinden
dat dat netjes moet worden afgewerkt.
Dan rest ons nog een vraag en een moeilijk punt
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, bij interruptie. Mijnheer Withagen, u
wilt dat iets netjes wordt afgewerkt. Wat staat u daarbij voor ogen, een
gelijke behandeling of niet?
De heer WITHAGEN: Uw woorden, gelijke behandeling, daar hoort u mij niet
over spreken. Ik zeg het volgende. Als je personeelsleden van de ene stich
ting overbrengt naar de andere stichting, dan heb je in het land een hele
regeling te gaan. Die regelingen zullen we braaf afwachten en bekijken. Maar
-45-
het gaat erom dat er eens mensen bij elkaar komen in één stichting uit 2
verschillende werkgeverssituaties, uit 2 verschillende CAO's. De ene gaat
van de ambtenaren-CAO om naar de CAO-welzijnswerk, dan zul je dus zeer
expliciet allerlei zaken moeten regelen. De andere groep blijft in de CAO-
welzijn, maar gaat wel van werkgever A naar werkgever B. Ook dat betekent
een aantal stappen die je moet nemen. Daar komt overleg over. Ik voel er
niets voor om op dit moment vooruit te lopen op overleg. Maar waar ik wel
iets voor voel, is om nu al te zeggen dat een gemeente verantwoordelijkheid
heeft niet alleen voor zijn eigen ambtenaren, die naar een andere situatie
gaan, maar als subsidiënt ook verantwoordelijkheid draagt in dit proces. Dat
de nieuwe werkgever, die ontstaat, op een fatsoendelijke manier werkgever
kan spelen over zijn werknemers. Dat moet voldoende inhouden, zonder dat ik
nu zeg dat het gelijkwaardig zou moeten zijn. Trouwens in wat? In afvloeiing
of in betaling?
De heer VAN DER KALLEN: U spreekt wel over gelijkwaardig, maar ik had het
zelf over gelijk behandeld, maar dat is nog iets anders.
De heer WITHAGEN: Gelijke behandeling, dan zou je de stichting SKW iets
opleggen wat je, denk ik, niet kunt als gemeente, maar dat is een tweede.
Als slot, voorzitter, en dat wil ik u niet onthouden. Wij hebben als CDA-
fraktie al vanaf 1991 het verlangen om het welzijnswerk op dit punt, in deze
sektor van het terrein, op deze manier in een proces te gaan verkavelen. Ik
heb uitdrukkelijk namens mijn fraktie opgeroepen aan het particulier ini
tiatief om met de gemeente, en ondanks het feit dat het echt geen makkelijk
karwei is en dat het met name geen simpel proces is wat ingeslagen moet
worden, tot resultaten te komen richting 1 januari 1994.
De CDA-fraktie hecht eraan op te merken dat het ons als fraktie ernst is om
tot veranderingen te komen. Wij roepen uw college op om het proces nu ook
door te zetten, ook als dat gepaard mocht gaan met wat schoksgewijze pro
blemen in relatie met het particulier initiatief. Want wij denken dat we nu
als politiek onze verantwoordelijkheid moeten nemen en u als college uit
drukkelijk moeten vragen om als datum 1 januari 1994 te trachten te reali
seren.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, het voorstel, zoals dat nu voor ons ligt, heeft
onze instemming. Dat is ook in de commissie uitgebreid verwoord door mevrouw
Schijven. Zij het met de kanttekening, die zij ook al geplaatst heeft, dat
wij de nu aangegeven struktuur als weliswaar een goede maar voor ons nood
zakelijke tussenstap zien om naar de mening van D66 te komen tot een wel
zijnsbeleid, wat past in deze tijd. Doelmatig, efficiënt en passend in de
nog in de maak zijnde subsidieverordening.
Wij spreken hierbij ook de hoop uit dat het hernieuwde SKW diezelfde disci
pline opbrengt om vanuit de nieuwe struktuur zelf, via een verder doorge
voerde projektgerichte aanpak, te komen tot een efficiënt en effektief wel
zijnsbeleid.
De zogenaamde piketpaaltjes van het CDA, waar ik me allerlei voorstellingen
van zat te maken. Ik moet zeggen, zowel allevier, het SKW, projektmatige
basis, ik geef dat in feite al aan, die scheiding tussen beheers- en agogi
sche zaken, ook iets wat wij al lange tijd betoogd hebben in het welzijns-
gebeuren. Het club- en buurthuiswerk zoveel mogelijk verantwoordelijkheid op
een niveau van de wijkvrijwilligerIk denk dat de verantwoordelijkheid ook
daar moet liggen.
Die output-besturing vanuit de gemeente, dat u daarvoor onze steun zou
krijgen, mocht u van tevoren al aan voelen komen, denk ik. Ik denk dat wij
de vier piketpaaltjes graag met u zouden willen slaan. Ik zie de verdere
uitwerking daarvan dan ook graag tegemoet.