-42-
als er een sociaal statuut had gelegen. Ik vraag dan ook echt dringend om
dat zo spoedig mogelijk waar te maken. Voor de rest hoop ik, want het wordt
dan hopen, dat de betrokken gemeentelijke personeelsleden zich inderdaad
daarin kunnen vinden.
Mevrouw VERAART: Voorzitter, de nota Op Weg naar vernieuwing en daaruit
resulterend het raadsvoorstel biedt het sociaal-cultureel werk mogelijkheden
om met de voorgestelde struktuur zich de komende jaren te vernieuwen en te
ontwikkelen. Terwijl de rol van de gemeente nog meer dan tot nu toe het
vaststellen op hoofdlijnen van beleid zal zijn, waarbij nadrukkelijk gekeken
wordt naar rechtmatigheid en doelmatigheid van besteding van subsidie
gelden.
Er zijn al een hoop meters afgelegd. De richting was niet altijd eenduidig.
De komende tijd zal door alle betrokkenen nog een hoop werk moeten worden
verricht om het papieren model in de praktijk om te zetten. Maar we hebben
er alle vertrouwen in dat dit lukt.
Na de uitgebreide commissievergadering resten mij nog twee opmerkingen. We
zullen nauwgezet volgen of de voorgestelde formatie en taakverdeling, voor
wat betreft het personeelsbeleid, naar behoren zal funktionerer.. Het aan
nemen van personeel, een element in een totaal personeelsbeleid, wordt
gedaan door de stichting Samenlevingszorg, terwijl zowel bij stichting
Verenigde (Wijk)Centra als bij de stichting Agogisch Werk funktionarissen in
dienst zijn om o.a. het personeelsbeleid bij deze stichtingen verder
gestalte te geven.
In. hoeverre gaan de aktiviteiten van verschillende verantwoordelijkheden
voor verantwoordelijken voor personeelsbeleid parallel lopen en niet botsen.
En in hoeverre zal de administratieve kracht van de stichting Samenlevings
zorg in staat zijn qua tijd maar ook qua inhoudelijkheid deze taak naar
behoren te kunnen uitvoeren. Vinger aan de pols dus.
Dan voor wat betreft het sociaal statuut. Voorzitter, een sociaal statuut
dient om de overgang van de ene naar de andere rechtspositie zo naadloos
mogelijk te laten verlopen. Hoewel de mensen van SKW reeds binnen de CAO
Welzijn vallen, verandert voor hen eigenlijk alleen de werkgever. Toch,
voorzitter, moet getracht worden om in de nieuwe organisatie de posities van
de werknemers in dezen zoveel mogelijk hetzelfde te laten zijn. Grote ver
schillen in rechtspositie kan leiden tot frikties. Ik zeg niet, het moet en
het zal hetzelfde zijn, maar ik vraag u er zorg en aandacht voor te hebben
en zo de besprekingen met de werknemersorganisaties in te gaan.
De heer WITHAGEN: Voorzitter, in deze derde vergadering steunt de CDA-
fraktxe de inzet van het college in het vernieuwingsproces van het sociaal-
cultureel werk en het club- en buurthuiswerk. U hoorde mij inderdaad uit
drukkelijk deze dubbele term gebruiken, sociaal-cultureel werk en club- en
buurthuiswerk.
De nota Op Weg naar vernieuwing van het sociaal-cultureel werk bevat een
vernieuwingstendens, die in grote lijnen aansluit bij wat de CDA-fraktie
wil. Wij kunnen dan ook instemmen met de nota als leidraad voor verdere
uitwerkingen. Dat wil zeggen dat wij ons aansluiten bij de nota bladzijde 15
en 16, waarin dit uitdrukkelijk vermeld staat.
Het nu voorliggende konkrete raadsvoorstel WE/3 geeft reeds de eerste be
langrijke wijzigingen in de uitwerking, na het horen van de direkt betrok
kenen en commissies. Ook deze wijzigingen worden door de CDA-fraktie ervaren
als verbeteringen.
De CDA-fraktie beseft dat wijindien de raad tot een positieve meerderheid
komt, vanavond starten met een fors en moeilijk proces. Niet alleen voor u
als college, maar ook het particulier initiatief gaat een heel moeilijke
tijd tegemoet. Het veranderen van het stichtingsstatuut, het schuiven met
-43-
personeelsleden naar nieuwe stichtingen vergt een extra inspanning van
instellingen op particulier initiatief. Met name van bestuursleden en
professionals vraag je dan een heel bijzondere inzet naast de gewone werk
zaamheden. De CDA-fraktie wil toch instemmen vanavond met hetgene wat nu in
gang gezet wordt en het particulier initiatief oproepen, en meer kunnen we
niet, om positief dat proces in te gaan. Wij doen dat als fraktie niet voor
niets, wij doen dat omdat wij een beetje zorg hebben dat we daar nog
problemen mee krijgen.
College, de CDA-fraktie wil met het veranderingsproces instemmen, maar we
willen toch nog een aantal piketpaaltjes meegeven in het komende ontwikke
lingsproces. Het zijn voor ons piketpaaltjes in die zin van het woord dat
wij denken dat, wanneer u zich zou afvragen waar voor ons de bijzondere
elementen zitten van dit vernieuwingsproces, u niet ver hoeft te zoeken. Het
zijn elementen die wij ook al in de algemene beschouwingen 1991/1992 en in
de voorjaarsnota rondom hetsubsidiebeleid uitdrukkelijk hebben genoemd.
Op de eerste plaats vindt de CDA-fraktie dat we, willen we toekomst hebben,
-en dit met een knipoog naar de heer Van de Water, die ons gisteren 70 jaar
verweet en aan dit agendapunt refereerde, wij praten nu over de 90er jaren
op weg naar 2000- willen we vitaal sociaal-cultureel werk en club- en
buurthuiswerk in onze stad hebben, dat het zal moeten geschieden, voor wat
betreft het sociaal-cultureel werk, op projektmatige basis. Wij denken dat
dat de enigste wijze is om draagkracht te blijven vragen bij de rest van de
burgerij voor dit soort sociaal-cultureel werk, projektmatig.
Op de tweede plaats vinden wij een uitdrukkelijke scheiding tussen beheers
en agogische taken tot in de top van de organisatie. Wij denken dat veel van
de onduidelijkheid de afgelopen jaren door dit fenomeen in deze werksoorten
is geslopen.
Een derde punt, wat wij u als college willen meegeven, is dat wij vinden dat
met name voor het club- en buurthuiswerk, dus dat betekent voor de stichting
Verenigde (Wijk)Centra, we zoveel mogelijk verantwoordelijkheid op het ni
veau van de vrijwilliger willen leggen en alleen de beheersfunktionarissen,
op Al- en A2-niveau, daarnaast willen plaatsen. Maar het zullen de vrijwil
ligers zijn die verantwoordelijkheid moeten dragen voor hun wijkcentra.
Dan zouden wij als laatste punt in het rijtje willen noemen, dat wij van de
politiek van de gemeente een output-sturing zouden willen zien. Dat wil
zeggen, de gemeente geeft projektmatig aan, op het gebied van sociaal-cul
tureel werk, waar naar zijn mening projektmatig de werkzaamheden zouden
moeten liggen. We zullen nadien beoordelen in een evaluatie wat ervan
terecht gekomen is.
Voorzitter, dat brengt me bij een heel moeilijk punt en ik heb het in de
commissies onder woorden gebracht. Ik wil het nu ook uitdrukkelijk hier
onder woorden brengen. We hebben de afgelopen jaren telkens opnieuw het
fenomeen boven tafel gehouden dat deze werksoorten onmeetbaar zouden zijn.
De CDA-fraktie heeft uitdrukkelijk gezegd, en stelt als zodanig ook, dat bij
een goede beschrijving, van waar die werkzaamheden over gaan, ze absoluut
niets anders zijn dan tientallen andere aktiviteiten in de samenleving. Dat
wil zeggen, meetbaar, evalueerbaar en beoordeelbaar.
Wij geven u het voorbeeldje. De Verenigde (Wijk)Centra, dat zijn 3 soorten
van aktiviteiten. Ruimtebiedende aktiviteiten in wijkcentra. Dat kunnen
zijn cursorische en andere aktiviteiten, die ook elders in de samenleving
hier in Bergen op Zoom voorkomen, een cursus Frans als voorbeeld. En een
derde aktiviteit, die we rekreatief zouden willen noemen, een kindermiddag
of wat dies meer zij. Deze drie vormen aktiviteiten zijn helder uit elkaar
te houden en zijn te meten. Je kunt meten hoe een wijkcentrum funktioneert
ten opzichte van de kosten van het centrum. Dat is één stichting. Een
heldere doelstelling voor een stichting, een heldere meetbaarheid en te
verantwoorden naar de rest van het welzijnswerk en naar de rest van de