-40-
toor, want ook daar was zo'n heerlijke salami-techniek toegepast. In feite
is dat hier ook. Ik denk dat, als we een beleidslijn neerleggen, we eerst
moeten proberen die beleidslijn vast te houden. Pas als dat echt niet kan,
dan moeten we terugpakken naar de situatie zoals die er was. Dit was het in
tweede termijn, voorzitter.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, er zijn maar drie zaken
waarvan ik denk, na deze termijn, dat het op mijn weg ligt om daar wat van
te zeggen.
Allereerst de opmerking van de heer Van den Ouden, dat er kabinetsplannen
zijn met betrekking tot de rekreatie. Die plannen zijn mijn geestelijk
eigendom nog niet. Als ik het kranteartikel goed lees dan gaat het over de
invalshoek van het ministerie van landbouw en visserij. Ik weet ook 'niet
over welke proporties het departement het dan heeft en in hoeverre plannen,
die Bergen op Zoom heeft, daarmee wel of niet perfekt inpasbaar zijn. Dus ik
kan daar eerlijk gezegd op dit moment nog niks van zeggen. Dat moet allemaal
nader bestudeerd worden.
Mevrouw Veraart herhaalde haar verzoek, wat ik haar in eerste termijn al had
kunnen toezeggen, dat er geen enkel probleem bestaat bij het college om bij
besluit 2 gewoon te zeggen dat op 1 september dat moet zijn afgerond.
De derde opmerking, die ik dacht nu nog te moeten maken, voorzitter, is de
reaktie op de indieners van het amendement.
Ik denk dat we daarover, in de termijn die we achter de rug hebben, eigen
lijk voldoende duidelijk hebben gemaakt waarom het college dat amendement
niet kan steunen. De argumenten, die mevrouw Demmers met name in de tweede
termijn heeft gemaakt en de heer Van de Water heeft er trouwens ook even op
gewezen, hebben niet geleid tot een andere opvatting. We willen de zaken
graag zo gescheiden behandelen als ze er nu liggen en het besluit nemen
zoals het aan u wordt voorgesteld. Daar blijft het wat ons betreft bij.
De VOORZITTER: Dank u zeer. Dames en heren, dan kunnen wij thans overgaan
tot besluitvorming. Wenst u daar mondelinge stemming over?
Ik heb als voorstemmer getrokken de heer Janssen. Me dunkt dat eerst het
amendement in stemming gebracht moet worden, aangezien dat op onderdelen in
ieder geval verstrekkender is. Ik verzoek u door middel van het uitspreken
van ja of nee aan te geven of u voor of tegen het amendement bent. De heer
Janssen?
De heer JANSSEN: Tegen, voorzitter.
De VAN DEN KIEBOOM: Voor. Sorry voorzitter, kan ik nog een korrektie toe
passen?
De VOORZITTER: Ik heb het niet eerder meegemaakt, hoewel ik inmiddels bijna
25 jaar in dit métier zit. We zullen nazien of het mogelijk is, ondertussen
ga ik even door met de stemmers. Ik kom daar zo op terug.
Dames en heren, artikel 21, lid 4, voorziet erin: een lid kan niet meer
stemmen of zijn stem wijzigen, nadat het volgende lid zijn stem heeft uit
gebracht. De heer Aertssen had nog niet gestemd, dus het kan.
Voor het amendement stemmen: de heren Van Opdorp, Van Es, Van de Water,
Jouvenaz, mevrouw Van Male, mevrouw Demmers.
Tegen het amendement stemmen: De heren Janssen, Aertssen, mevrouw Ambagts,
-41-
de heer Hagenaars, mevrouw Veraart, de heren Van den Ouden, Van der Kallen,
Muller, P. Franken, mevrouw Van Dort, de heren A. Franken, Withagen, M.
Franken, Stuart, Bakx, Dekkers, Van der Stoel, Smits, Van Kemenade, Van den
Kieboom.
De VOORZITTER: Dames en heren, voor het amendement hebben gestemd 6 leden
van uw raad, 20 leden daartegen, zodat het is verworpen.
Dan is nu het voorstel van het college aan de orde. Wenst u daar ook een
hoofdelijke stemming over?
Ik heb begrepen dat de heer Van der Kallen tegen is.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, ik wil in ieder geval doorgeven dat wij tegen
punt 2 van het besluit stemmen.
De VOORZITTER; En dat de fraktie van D66 aantekening wenst tegen punt 2 te
hebben gestemd. Datzelfde geldt voor GB/S.
De heer VAN DEN OUDEN: Voorzitter, ik wens graag aantekening tegen punt 1
van het besluit.
De VOORZITTER: De heer Van den Ouden wenst aantekening tegen punt 1. Hoe
wel met wisselende meerderheden is het voorstel van het college aangenomen.
De vergadering wordt geschorst tot morgenavond 19.30 uur.
Aldus schorst de VOORZITTER de vergadering om 22.30 uur.
VERVOLG van de raadsvergadering van donderdag 25 februari 1993, gehouden op
vrijdag 26 februari 1993, des namiddags om 19.30 uur.
De VOORZITTER: Dames en heren, de vergadering is heropend.
Ik deel u mede dat de heren Jouvenaz en Van Es verhinderd zijn, alsmede
mevrouw Ambagts en de heer Janssen. Ik begrijp dat de heer Linssen evenmin
in het parcours terugkeert, nadat hij dat gisteren wegens ziekte had
verlaten. Aan de orde is agendapunt 15.
15. Bijdrage Stimuleringsmaatregel Kinderopvang aan KOB.
Nr. WE/2.
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel
aangenomen.
16. Voorstel tot herstructurering van het sociaal-cultureel werk.
Nr. WE/3.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, in grote lijnen kan ik instemmen met dit
stuk respektievelijk de doelstellingen die aan dit stuk ten grondslag
liggen. Er is echter een element op pagina 3, daar staat een alinea: Ten
aanzien van het betrokken gemeentepersoneel dient een sociaal statuut te
worden opgesteld enz.. Ik vind het teleurstellend dat dat sociaal statuut er
klaarblijkelijk nog niet is, want deze hele wijziging is natuurlijk voor de
betrokken gemeentelijke personeelsleden in mijn optiek het meest ingrijpend.
Zij gaan over naar een volstrekt andere struktuur. Zij worden van overheids
dienaar plotseling een soortement van gewoon burger. Hun hele rechtspositie
wordt in ieder geval op termijn een andere. Ik denk dat je daar als werk
gever zorgvuldig mee dient om te gaan. Ik had het als positief aangemerkt