-22-
wijk Oost afkomstig zijn. Een aspekt dat zeker in de besluitvorming meege
nomen mag worden.
Het ontwerp van Gibros/Zeelenberg lijkt in technische zin aanvaardbaar, maar
de financiële haalbaarheid is discutabel.
Zoals de cijfers thans bekend zijn, lijkt het onontkoombaar dat bij de thans
noodzakelijke renovatie van het zwembad Gageldonk en bij handhaving van de
huidige struktuur een uitzetting van de begrotingen aan de orde zal zijn,
voornamelijk veroorzaakt door kapitaalslasten.
De CDA-fraktie is beslist nog niet zover dat tot sluiting van Gageldonk
reeds besloten zou moeten worden. Wij stemmen in met het voorstel van het
college, te onderzoeken of een private exploitatie van Gageldonk mogelijk
is. Het voorstel spreekt over nadere konkrete afspraken. Welke die zijn, dat
vernemen wij thans graag.
Wij hebben begrepen uit de commissies dat er een amendement zou komen om een
keuze te maken voor de cluster aan de Binnenschelde en Gageldonk voorlopig
te laten wat het is. Indien dit amendement er inderdaad zou komen, dan
zullen wij dit niet steunen, omdat:
1. wij geen eenzijdig onderzoek wensen;
2. wij geen tijd willen verliezen ten opzichte van de wet Hygiëne en Veilig
heid Zwemgelegenheden;
3. wij voor onszelf een goed afgewogen besluit willen nemen.
Voorzitterdeze drie punten zijn voor ons mede de reden dat wij voor punt 2
van het voorstel zullen stemmen.
De heer VAN DE WATER: Voorzitter, met veel respekt voor de heer Franken,
maar ik denk dat enkele van zijn opmerkingen niet tot dit voorstel behoren.
Hij heeft het in de eerste plaats over Kijk-in-de-Pot en in de tweede plaats
over het themapark. Dat komt in dit voorstel helemaal niet ter sprake. Dan
heeft hij het ook nog over het besluit nemen nu Gageldonk te sluiten. Ik
denk dat dat ook helemaal niet voorkomt in dit voorstel. Dus die opmerkingen
wilde ik toch maken naar aanleiding van het betoog van de heer Franken.
Voorzitter, de fraktie van GB/S heeft in de commissie economische zaken en
ruimtelijke ordening haar standpunten duidelijk gemaakt. We willen daar niet
te uitgebreid op ingaan. Het percentage bezoekers van Gageldonk, wat de heer
Franken noemt, 60% staat in relatie tot de bevolking van Bergen op Zoom.
Ik denk dat ongeveer de helft van de bevolking van Bergen op Zoom aan die
zijde van de stad woont, dus die cijfers zijn een beetje relatief.
De lokatie. Ik heb nog meegemaakt, het zoutwaterbad. Iedereen was in rep en
roer toen het zoutwaterbad gesloten zou worden en men naar Gageldonk ging.
Het is een kwestie van wennen. Ook onze fraktie zegt niet, Gageldonk moet
dicht. Bijlange niet. Alleen willen wij het beleid, zoals dat door de ge
meente is voorgesteld in de loop der jaren, volgen. Er is gezegd, een
onderzoek naar de kosten om Gageldonk te laten voldoen aan de eisen van
1994. Ook een opmerking naar de heer Franken toe. Hij zegt, dat moet eerst
gebeuren en daarna weten we wat we gaan doen. Nou dat onderzoek ligt er, de
cijfers zijn bekend, wat het kost enz., dat is inmiddels een achterhaalde
zaak. Ik wil niet verder op de zaken ingaan. D66 zal, mede namens GB/S, een
amendement indienen en dat zullen wij van harte ondersteunen.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, ik heb 3 jaar lang als raadslid van D66 tien
tallen besluiten van het college voorgeschoteld gekregen ter besluitvorming.
Veel waren die gebaseerd op degelijke onderliggende informatie, soms ook
niet, maar dat kan de beste gebeuren. Maar in die 3 jaar heb ik nog niet
meegemaakt dat ik gekonfronteerd word met een veelvoud aan goede en duide
lijke notities, afgerond met een zodanig besluit, dat ik mijn mederaads
leden gevraagd heb of ik soms per ongeluk een bladzijde kwijt was. Helaas
bleek dat niet het geval te zijn.
-23-
We behandelen vanavond, als ik naar de titel van dit besluit kijk, de rich
tinggevende lokatiekeuze sport- en vrijetijdscentrum. Echter D66 moet kon
stateren dat het college in plaats van de richtingaanwijzer de gevarenlich-
ten heeft aangezet, want beide lichten blijven knipperen. Nu komt dat bij
mijn auto ook wel eens voor, maar dan blijkt er achteraf sprake te zijn van
elektrische kortsluiting. Voorzitter, ik ontkom niet aan de indruk dat bij
het college in dit geval ook enigszins sprake is van kortsluiting.
Een richtinggevende keuze moet naar mijn mening een keuze zijn gebaseerd op
beleidslijnen. Beleidslijnen die uw college goed en deugdelijk verwoord in
de onderliggende stukken, daar geen enkel probleem mee.
Daarom wil D66 graag een poging wagen om de gesuggereerde richting ook een
werkelijke richting te laten zijn. Waarbij voor ons kortelings de volgende
uitgangspunten zeer essentieel zijn:
1. In het masterplan en de struktuurschets hebben wij als volledige 'raad
voor Bergen op Zoom naast stabilisering van de huidige industrie als
economisch draagvlak een toeristisch-rekreatieve richting aangegeven.
2. De plek bij uitstek, door denk ik iedereen gesteund, waar eerste investe
ringen een motor kunnen zijn voor verdere ontwikkelingen, is de Binnen
schelde in dit kader.
3. De stad Bergen op Zoom moet een zwembad hebben. Ik denk dat we het daar
met zijn allen over eens zijn, voor zowel rekreatief- als schoolzwemmen.
4. (Heel belangrijk mijnheer Franken) De gemeente mag ook naar onze mening
geen risicodrager zijn. Ik denk dat we het daar absoluut over eens zijn.
5. De voorzieningen moeten qua financiën bereikbaar zijn voor zoveel moge
lijk inwoners van Bergen op Zoom. En ook daar zullen we in het onderzoek,
wat we mogen gaan zien, duidelijk heel goed naar gaan kijken.
6. Het is van zeer groot belang dat we dit hier toch even aangeven. In mei
1992 was het haalbaarheidsonderzoek al bekend. Ik denk dat het langzaam
de hoogste tijd wordt, en dan heb ik het met name in de richting provin
cie en rijksoverheid, dat er langzamerhand een heel duidelijke eenduidige
besluitvaardigheid naar buiten komt, omdat ik anders vrees voor de moge
lijke subsidies dat die weliswaar ook wat op een zijspoor gezet worden.
Dan is er helemaal niets meer haalbaar en dat zou zeer zonde zijn.
Vanuit deze uitgangspunten, die volledig gebaseerd zijn op zowel informatie,
die we van u hebben gekregen, als de informatie die we al verstrekt hadden
gekregen voorafgaande aan deze punten, hebben we gezamenlijk met GB/S een
amendement samengesteld, wat ik u bij dezen zal willen overhandigen.
De VOORZITTER: Het amendement heeft de volgende inhoud:
de raad van Bergen op Zoom:
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28-01-1993, nr. WE/5:
gelet op de bepalingen in de gemeentewet:
Besluit:
1. dat, zoals in het masterplan en de struktuurschets aangegeven, Bergen op
Zoom streeft naar een economisch draagvlak, mede gebaseerd op een uit
breiding van het toeristisch-rekreatieve aspekt;
2. dat het gebied "Binnenschelde" de potentie heeft om uit te groeien tot
een toeristisch-rekreatieve trekpleister;
3. in te stemmen met het aan de initiatiefnemers van het Binnenscheldepro-
jekt vragen van een -rekening houdend met de genoemde (rand)voorwaarden-
uitgewerkt plan, waaruit moet blijken dat stichting en exploitatie van
een clusterprojekt daadwerkelijk haalbaar is. Plan dient uiterlijk 1 sep
tember 1993, of zoveel mogelijk eerder, aangeboden te zijn;
4. dat, indien binnen de gestelde randvoorwaarden realisatie van een derge
lijk cluster niet mogelijk is, te onderzoeken of de realisatie van de A/B
variant aan de Binnenschelde binnen de gestelde voorwaarden gerealiseerd
kan worden;