-12- De heer VAN DE WATER: Voorzitter, de fraktie van GB/S en met ons vele burgers van deze stad betreuren het dat het Juvenaat gaat verdwijnen. Door diverse frakties wordt nu de nadruk gelegd op het groen. Dat is voor ons toch bijzaak. Voorzitter, de fraktie van GB/S vraagt aantekening tegen dit voorstel van het college. Vraag ons niet naar de logica van deze aantekening, want die heeft ons inziens in de hele gang van zaken met betrekking tot het Juvenaat ontbroken. Door aantekening te vragen, willen wij duidelijk ons ongenoegen laten blijken. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, voor zover het niet de economische aangelegenheid betreft, betekent het dat ik antwoord moet geven op de vraag van de heer P. Franken. Dat antwoord moet dan toch zijn: ik hoop dat de kwa liteit, stedebouwkundig gezien, die de heer Franken zoekt, is neergelegd in de stedebouwkundige randvoorwaarden, zoals die bij het voorbereidingsbe- sluit, wat u vanavond neemt, hoort. Instemmen met dat voorbereidingsbesluit betekent, hoop ik, dat u met ons vindt dat we dan een stedebouwkundig goed uitgangspunt kiezen. Dan valt er verder alleen nog iets te wensen op het gebied van architektuur natuurlijk. Dat is later aan de orde. Voor wat betreft het handhaven van het groen, voorzitter, is er, denk ik, heel konkreet in de commissie door de heer Roksnoer antwoord gegeven. Het geen ik thans niet voor de volle 100% zou kunnen reproduceren, maar wat er op neerkomt dat er een paar waardevolle bomen zijn, waarvan er waarschijn lijk tenminste één reeds gesneuveld is, maar de rest behouden kan worden, c.q. onderhouden en dat er een heleboel coniferen staan die niet waardevol geacht worden. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, bijna alle sprekers over dit voorstel drukken hun teleurstelling uit over hoe het in dit geval is gelopen. U zult zich wel kunnen voorstellen dat het college ook niet juichend is gekomen met dit voorstel. Velen van u hebben de gang van zaken in de loop van de tijd meegemaakt en delen, blijkens de uitspraken, de mening van het college dat, ware het wel licht mogelijk geweest juridisch nog meer pogingen in het werk te stellen om nakoming te vragen, je dan tot een afweging komt, wat je eigenlijk wilt bereiken en hoe je dat het beste kan bereiken. Die afweging is in dit stuk, wat voorligt, gemaakt en de meeste frakties zeggen dat men zich daar uit eindelijk in kan vinden. Opmerkingen over je moet leren uit de gang van zaken, zijn op zich terecht. Maar ook in deze zaak kun je zien dat vele zaken volstrekt op zichzelf staan en je dus altijd goed uit moet kijken of je alle mogelijkheden, die er zijn, wel voorzien hebt op momenten dat je besluiten neemt. Verder is gesproken over het groen. Daar heeft mijn collega Stuart over gesproken. Ik constateer dat de heer Van de Water namens zijn fraktie uit ongenoegen zegt tegen te stemmen en dat de andere frakties instemmen met het voorstel, zoals het er nu ligt. Ik heb daar in feite weinig, en na de behandeling in de commissies, aan toe te voegen, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Wie van u mag ik in de tweede termijn het woord verlenen? De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik wil even ingaan op wat de portefeuil lehouder van ruimtelijke ordening zei. Hij zei, de bomen kunnen behouden blijven. Ik zou graag zullen behouden blijven horen. De heer VAN KEMENADE: Voorzitter, ik heb in mijn eerste termijn gezegd, we -13- moeten nu niet meer zeuren over wiens schuld het was en dat soort zaken maar we moeten de zaak praktisch aanpakken. Het is precies om die reden dat ik toch even wil ingaan op de krokodilletranen van de fraktievoorzitter van GB/S. Want hij neemt nu een soort protesthouding aan. Ik weet niet precies tegen wie, want daarover spreekt hij zich niet exact uit.... De heer VAN DE WATER: Ik heb gezegd, tegen het collegevoorstel. De heer VAN KEMENADE: Hij meent daarmee in het belang van de bewoners te handelen. Ik denk dat dat, naar mijn smaak, een niet juiste opstelling is. Partijen, en daar hoort ook deze gemeenteraad bij, zijn de afgelopen jaren, en met name ook de afgelopen maanden, niet tot een behoorlijke oplossing kunnen komen. Degenen, die daarvan de dupe geweest zijn, zijn met name de omwonenden. Ik vind het een beetje flauw dat, nu juist de gemeenteraad -met uitzondering van GB/S- zegt, laten we nu de knoop doorhakken en een besluit nemen, GB/S deze opstelling kiest. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, bij interruptie. Mijnheer Van Kenemade, gun ze nu toch de politieke profilering, gun het ze nu toch om dat enigste buitenbeentje te zijn, dat tegenstemt bij iets wat iedere Bergenaar aan het hart gaat, het neergaan van die gevel. Ik gun het ze wel. Ik kan derhalve mijnheer Van de Water feliciteren met zijn enkelvoudige opstelling in dezen. De VOORZITTER: Waarvan akte. Het woord is aan wethouder Van der Stoel. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, hoewel wij elkaar standpunten moeten gunnen, wij zitten hier wel in een democratische vergadering. Ieder een mag zijn stem verheffen en de stem motiveren, dan weet iedereen waar het over gaat. Ik kan weinig meer ontdekken waar ik een reaktie op moet geven, dan behalve nog eens te onderstrepen dat uiteraard de positie van de mensen, die daar nu wonen en daar een tijd in een zeer lastige situatie hebben geze ten, in de afweging in het college over het voorstel, en ik merk nu ook in de raad, een grote rol gespeeld heeft. Dat is, denk ik, ook zeer terecht. De VOORZITTER: Dames en heren, ik stel u voor om tot besluitvorming te komen. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, kunnen zullen. De VOORZITTER: Mag ik de wethouder van hulpwerkwoorden het woord geven. De heer STUART, wethouder: Zullen kunnen. Voorzitter, ik stel voor dat we het verslag van de commissie ruimtelijke ordening aan de heer Van der Kallen ter hand stellen, want de heer Roksnoer heeft zo ongeveer per boom uitgelegd wat de bedoeling is en hij kon dat veel beter dan ik. De heer VAN DE WATER: Voorzitter, toch een korte reaktie naar de heer Van Kemenade toe. Ik heb duidelijk gezegd dat hij niet naar de logica moest vragen, maar dat het duidelijk een protest was. De VOORZITTER: Dank u zeer, dan hebben wij ook daar kennis van genomen. Ik stel voor de fraktie van GB/S aantekening te geven. Geen van de andere leden van de raad wenst dat, dan is overeenkomstig het voorstel besloten. 11. Voorstel inzake het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met het Alge meen Burgerlijk Pensioenfonds en Vastgoed Rabo Nederland B.V. inzake de ontwikkeling en realisering van het Markiezaatsgebied. Nr. SOB/27

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 50