-10-
willen wijzen, maar anderzijds heb ik willen aangeven dat het op zich een
ontwikkeling is die je ook ten voordele van jezelf kunt uitbuiten, mits je
dat soort initiatieven en ontwikkelingen kanaliseert door een goede scho
ling, een goede begeleiding en het geven van echte bevoegdheden, zodat je
dat soort zaken in een positieve richting opzet.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, nog even bij interruptie. Op het betoog van de
heer Van der Kallen op zich heb ik niets tegen. Alleen had hij mijn naam
daarin niet moeten gebruiken, want ik heb dat namelijk in mijn eerste
termijn niet aangegeven in de richting zoals hij dat aangeeft en dat was
mijn bezwaar. Nu doet hij dat weer. Ik vind het prima om daarnaar te luiste
ren, maar het is alleen niet mijn verhaal geweest.
De heer VAN DER KALLEN: Ik heb de indruk dat ik in eerste termijn uw naam
niet heb genoemd, maar dat wethouder Dekkers abusievelijk u iets toedichtte
wat ik gezegd had, maar misschien vergis ik me. Mocht dat zo zijn, dan bied
ik bij voorbaat mijn excuses aan.
De heer DEKKERS, wethouder: Voorzitter, ik denk dat ik in tweede termijn
niet veel toe te voegen heb aan de eerste termijn. Wij hebben in dit stuk
aangegeven dat wij, wanneer wij het wijkbeheer gaan bezien en waar we
eventueel menskracht moeten inzetten -en dat staat ook in het stuk zo
beschreven- meer denken aan wijkconciërges en wijkbeheerders en dan denk je
veeleer aan een kontaktadreswaar mensen eventueel aan kunnen kloppen voor
bepaalde zaken, die ze wellicht niet zelf tot een oplossing zouden kunnen
brengen. Dat daaruit tegelijkertijd een stukje sociale kontrole ontstaat,
zal duidelijk zijn, maar dan zijn we toch nog ver af van eventuele burger
wachten. Ik ben het met de heer Van der Kallen eens als hij zegt van, je
moet goed bekijken en met elkaar afspraken maken daaromtrent om te zorgen
dat het niet uit de hand loopt. Ik hoop dat we daar ook in slagen.
De VOORZITTER: Dit zo gezegd zijnde, dames en heren, begrijp ik dat we
zouden kunnen volstaan met de fraktie van de VVD aantekening te verlenen.
Geen ander lid van de raad wenst dat, dan is overeenkomstig het voorstel
besloten.
10. Voorstel inzake de ontwikkeling van het voormalige hoofdgebouw van het Ju
venaatscomplex.
Nr. SOB/15.
De heer P. FRANKEN: Voorzitter, na de uitdrukkelijke bespiegelingen in de
commissie, waarin het verleden van dit raadsvoorstel heel goed in de belang
stelling heeft gestaan, willen wij toch een stukje naar de toekomst kijken.
Wij hopen dat de invulling van dit hoofdgebouw de onzekere en onveilige
situatie, die daar allang heeft bestaan, zo snel mogelijk verbetert. Wij
hopen op een kwalitatief goede oplossing en dat we het waardevolle groen
zoveel mogelijk kunnen sparen. Alhoewel wij vinden dat voor een nieuwbouw,
een nieuwbouwplan, een nieuwbouwplaats de strukturen in dit gebied, ook de
groenstrukturen zodanig moeten worden aangepast, dat de toekomstige bebou
wing daar optimaal in kan passen.
De heer VAN KEMENADE: Voorzitter, ook onze fraktie voelt er helemaal niets
voor om na alle discussies, die er geweest zijn, door te zeuren over wie
waarvoor schuld droeg enz.. Wij kiezen inderdaad ook voor de praktische
aanpak, zoals mijn voorganger dat ook doet. Wij willen het voorstel van het
college op dit moment ondersteunen. Wij menen dat daarmee voor alle partijen
en vooral ook voor de bewoners, die nu reeds in de buurt wonen, dit daarvoor
-11-
de beste oplossing zal blijken te zijn. Met andere" woorden, wij zijn dus
voor het voorstel.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, in de commissies, waarin het Juvenaat uitge
breid aan de orde is geweest, heeft D66 reeds te kennen gegeven dat de nu te
nemen beslissing valt onder de kategorie: hier staan wij, we kunnen niet
anders, of nog beter: hier stond het, ze konden niet beter.
Terecht zijn er rode kaarten uitgedeeld, zowel aan de gemeente enerzijds
vanwege de opstelling van de overeenkomst en de hoogte van de vastgestelde
extra bijdrage in de exploitatiekosten, als aan de ondernemer vanwege het
niet waarmaken van de gemaakte afspraken. De raad had in 1988 een besluit
genomen. Geen sloop, maar behoud van het Juvenaat. Een besluit, wat wij als
D66 zolang mogelijk hebben geprobeerd met de ons ten dienste staande midde
len waar te maken. Er zijn zeker wel, hoewel zeer geringe, mogelijkheden, zo
blijkt uit de stukken en uit de commissie-antwoorden om juridisch nog iets
te bereiken. Maar dat kan wel 3 tot 5 jaar duren, met daarbij dan grote
vraagtekens over het te bereiken resultaat. Hoogstens met twee zekerheden,
dat er één partij zeker zal winnen, dat is de advocatuur in Bergen op Zoom,
maar ook een partij zeker zal verliezen en dat zijn de omwonenden.
Voorzitter, met name dat laatste afwegende brengt ons, evenals de vorige
frakties, tot de eindconclusie, want tenslotte wordt die in de raad genomen,
in te stemmen met het voorstel.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik zal niet tegen dit voorstel stemmen.
Maar dat betekent niet dat ik voor sloop ben. Dat betekent wel dat ik als
realist zie dat de huidige situatie niet voort kan duren en dat de huidige
situatie geen ander alternatief meer biedt met een redelijke kans op reali
sering van wat ik als ideaal, behoud van de voorgevel, zie.
Derhalve zal ik niet tegenstemmen. Ik wil ook, net als het CDA, in de
toekomst kijken, maar ik doe dat toch op een iets andere manier. Als ik in
de toekomst kijk, dan zeg ik, de fouten die gemaakt zijn, mogen niet meer
gemaakt worden. Ik raad het college dan ook aan in het vervolg beter op zijn
tellen te passen, beter op de juridische uitwerking van de wensen van de
raad te letten en beter te kijken naar, met wie doen wij zaken.
Kijken we naar wat er op het Juvenaat dan wel kan komen, het CDA sprak over
het zoveel mogelijk sparen van het groen. Ik denk dat we slechts plannen
goed moeten keuren, waarin het groen gewoon gespaard blijft. Zeker het groen
wat bestaat uit een aantal, in mijn optiek, monumentale bomen. Ik hoop dat
het college daar inhoud aan kan geven. Voor de rest hoop ik op een spoedige
afronding van het probleem, zoals het daar al een hele tijd lag.
De heer LINSSEN: Voorzitter, met spijt in het hart, maar openstaand voor de
realiteit van vandaag, gaat mijn fraktie akkoord met dit voorstel. Voor de
bewoners van het complex, die lange tijd in het onzekere zijn gehouden,
wordt het tijd dat er nu eindelijk duidelijkheid komt en die is er nu dan
ook via dit voorstel. Vandaar dat wij kunnen instemmen met de.sloop van het
gebouw.
De heer VAN DEN KIEBOOM: Voorzitter, ik zou bijna zeggen, dit voorstel heeft
een slopende voorgeschiedenis. Er zijn fouten gemaakt. Er zijn onzorgvuldig
heden op de plaats gevonden. Daar hoeven we, denk ik, niet meer op in te
gaan. De situatie nu is belangrijker, omdat de situatie niet langer accep
tabel is, wat ons betreft. Wat er voor in de plaats komt, is voor ons een
acceptabel plan. Wij dienen daarmee een aantal bevolkingsgroepen in onze
gemeente goed te huisvesten.
Dan een vraagje nog, of u, zoals ook de heer Van der Kallen zegt, zoveel
mogelijk het groen op het voorterrein wilt sparen. Of anders gezegd, dat zou
het uitgangspunt moeten zijn.