- 22 - De VOORZITTER: De vr dag.'is 'of de resultaten in de commissie kunnen worden ver meld. De heer STUART, wethouder: Tesamen met het oordeel van het college, denk ik. De VOORZITTER: Dan stel ik u voor dat wij de bewoners van de Akkerhoef alsmede de heer Huybregts een brief schrijven over de feitelijke situatie en naar aanleiding van de bevindingen en de weging daarvan, melding'te doen in de commissie. 1^ De heer LINSSEN: Je kunt misschien wel spreken van het feit dat je door de vele bomen het bos niet meer kan zien, maar mijn fractie vindt toch dat enkele brie ven van de heer Van de Watering meer aandacht verdienen dan het nietszeggend antwoord van het college dat alle brieven voor kennisgeving zullen worden aan genomen. Het gaat hier toch immers om een burger die duidelijk blijk geeft van zijn betrokkenheid bij het wel en wee van onze stad en die kun je niet zomaar met dit eenvoudig briefje afschepen. Mijn vraag is dan ook, wat gebeurt er nu verder met de brieven zoals die thans voor u liggen. De VOORZITTER: Bij ons is daar niets mee gebeurd. Het antwoord is duidelijk. Ik heb ook in datgene wat u thans gezegd heeft geen motief gevonden om daar enige verandering in aan te brengen. De heer LINSSEN: Ik zou daar toch een keer in de rondvraag in de commissie Economische Zaken op terug willen komen. De VOORZITTER: Dat is u altijd toegestaan om in de rondvraag het woord te voeren. Dieheer VAN DER KALLEN: Zou ik mogen vragen waarom de heer Linssen dat dan nu niet doet, want de raad is het medium om een discussie over dit soort onderwerpen te voeren. Als de heer Linssen daarover iets te zeggenheeft dan vind it< dat hij dat best voor de volledige raad kan doen. De heer LINSSEN: Daar hebt u wel gelijk in, maar zoals u weet was ik niet bij de laatste vergadering van de commissie Economische Zaken aanwezig. Ik had met name toch een antwoord willen zien op de vraag rondom de brief van het Bastion hotel. De VOORZITTER: Wij hebben er kennis van genomen dat de neer Linssen er de voorkeur aan geeft om de vragen in de volgende vergadering van de commissie Economische Zaken te stellen. Tot tevredenheid ook van de heer Van der Kallen mag ik aannemen. De heer BOLSIUS: Mijn fractie is van mening dat een zo heuglijk feit niet met een enkel briefje van kennisgeving kan worden afgedaan. Wij denken dat een korte felicitatie van het college aan het adres van de heer Stalman omdat hij zijn eigen prijsvraag heeft gewonnen toch zeker op zijn plaats is. De VOORZITTER: En wellicht afschrift aan de inspecteur van Belastingen... Ik y^yoor_deze aangelegenheid voor kennisgeving aan te nemen. r. Mevrouw DEMMERS: Ik heb ondertussen begrepen dat er toch nog wat vragen bij de briefschrijvers blijven rusten ten aanzien van de beantwoording van de brief. Ik wilde u alleen maar verzoeken de toezegging die u eigenlijk in de commissie heeft gedaan om toch eens met de dame en heren rond de tafel te gaan zitten gestand te doen, waardoor er denk ik in de toekomst een heleboel problemen vermeden kunnen worden. - 23 - De VOORZITTER: De toezegging is bij deze gaarne herhaald. Wij hebben u ook gezegd dat-het perspectief, gelet op eerdere rondetafelgesprekken op zichzelf gering moet worden geacht,.maar als er klachten zijn ten aanzien van feitelijke overschrijding van het gebruik van openbare ruimten e.d. dan moet daar natuurlijk opgetreden worden en zullen we tijd en aandacht daarvoor inruimen. De heer VAN DER KALLEN: Ik had even een vraag aan mevrouw Demmers en aan U, nl. hoe groot het bereik is van de dames en heren in deze. Bedoelt men uitsluitend de briefschrijvers of bijvoorbeeld de totale straat. De VOORZITTER: U wou ook komen. De heer VAN DER KALLEN: Nee dat heb ik niet gezegd, maar ik kan mij voorstellen dat anderen wel zouden willen komen. Heel vaak worden de betrokken briefschrijvers in de hoek gezet met "het zijn die weer". Omdat er enige onduidelijkheid over zou kunnen bestaan wie dan uitge nodigd zouden worden, kan ik mij voorstellen dat het pakket wat breder wordt. De VOORZITTER: Ik wil één ding duidelijk maken. Mevrouw Demmers heeft mij ge vraagd bent u bereid met mevrouw Weyts, mijnheer Beeking en mevrouw Tobias om de tafel te gaan zitten, gelet op de specifiek door hen geuite klachten. Mijn antwoord daarop is ja geweest. Dat heb ik bij deze nog eens herhaald. Als er aanleiding is om het gezelschap waarmee gesproken wordt uit te breiden, maar dat zou dan moeten blijken, zal het u toch moeten zijn opgevallen dat ik zo'n gesprek nooit uit de weg ben gegaan met welk perspectief dan ook. Maar op dit moment ligt er de vraag van deze drie adressanten. Mijn antwoord daarop is, ik zal ze ontvangen. Als het nodig is meer mensen te ontvangen, dan ont vangen wij meer mensen. De heer VAN DER KALLEN: Ik kan me voorstellen dat u ook de partijen waarover geklaagd wordt uitnodigt om wat nadere toelichting, want ook dan kan je mis schien tot een breder geheel komen.Ik beoogde niet alleen andere mogelijke mensen met klachten, ik bedoelde ook degenen waarvan men denkt last te hebben. De VOORZITTER: Ik heb verschillende ervaringen. De ene keer werkt zo'n confron tatie wel goed en kun je inderdaad bemiddelend tussen partijen optreden en de andere keer lukt dat al helemaal niet. Ik zou eerst de keuze van het middel ook nog eens met de briefschrijvers willen bekijken, alvorens er een zekere confrontatie - dat is"trouwens een naar woord - kan plaatsvinden. Dan moet er een bereidheid over en weer zijn en anders ploeg je toch op een rotsige bodem. Maar nogmaals, als je kans ziet om een probleem op te lossen vind ik dat je het niet op voorhand uit de weg moet gaan. De heêr-JASSSEN"1 Even een hele korte historieAlgemene Muzikale Vorming was A jaar en is teruggebracht naar 3 jaar. Om dat te kunnen doen is de consulent AMBV in Bergen op Zoom aangesteld om ervoor te zorgen dat er in het lager onderwiis beter muziekonderwijs gegeven zou kunnen worden. Die consulenthad tot taak een basisprogramma te ontwikkelen en te zorgen dat muziekonderwijs dusdanig vorm kon krijgen, dat overgang naar de AMV vergemakkelijkt zou kunnen worden. Dat basisprogramma is er, dat hebben wij met zijn allen kunnen con stateren Dat is een heel dik, lijvig boek met alle mogelijke momenten m muzieklessen om te zorgen dat het onderwijs goed gegeven wordtNu hebben wii in de laatste Algemene Beschouwingen gevraagd is het niet mogelijk om die ^ziïïconsïSn?lan onze lijst te schrappen, althans van de lijst te schrappen van de muziekschool, omdat wij van mening zijn dat die eigenlijk met meer Het^collêee zegt dat zij tot de conclusie gekomen is na onderzoek dat die con sulent nodig blijft. Een aantsal argumenten worden dan op papier gezet. Een drietal argumenten wil ik dan aanhalen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 35