- 12 - dat aangaat is het over. -De VOORZITTER: Dat wil zeggen dat de motie ingetrokken is. Dank u zeer. De heer JANSSEN: Mijn fractie heeft in tweede termijn niet zo heel veel toe te voegen, behalve een korte reactie op wat de heer Bolsius zei. Hij haalde een aantal voorbeelden aan van plaatsen waar afsluitingen van binnen steden tot zeer positieve effecten hebben geleid. Die voorbeelden kennen wij, maar ik mag hem er toch op wijzen dat er ook steden zijn waar het tegenoverge stelde het geval is. Keulen bijv. waarvan bekend is dat na de afsluiting nogal wat bedrijven over de kop zijn gegaan en bij heel wat bedrijven totale uit verkoop en dat soort zaken op de ramen geplakt heeft gestaan. Deze opmerking is niet bedoeld om nu ons verhaal onderuit te halen of van anderen, we willen alleen maar even wijzen op mogelijkheden die ook anders kunnen zijn. De heer BOLSIUS: Het is inderdaad zo en dit is natuurlijk niet uit dit artikel van Binnenlands Bestuur maar uit het feit dat u weieens een krant leest, dat dit in plaatsen misgegaan is, maar dat was altijd in die gevallen waarbij par keervoorzieningen niet in de directe nabijheid waren. Wij voelden oas vorig jaar gesteund door een parkeeronderzoek waarbij bleek dat dat wel in ruime mate het geval was. Vandaardëfetiikddehk, alhoewel de lieer Janssen gelijk heeft dat het in een aantal plaatsen mis is gegaan, dit niet op hoeft te gaan voor Bergen op Zoom. Ik denk dat, dat was eigenlijk iets wat ik toch in tweede termijn de bijdrage van D'66 mee wilde besluiten, met zo'n onderzoek als basis voor ver dere besluitvorming kan deze gemeenteraad nooit iets in de vorm van onoehoorlijk bestuur worden verweten. Wij weten ons straks gesteund met gedegen materiaal, op grond waarvan wij onze besluiten kunnen nemen. Dat is dan ook de reden, hoewel de heer Van Es best een paar technische kanttekeningen heeft gemaakt die ook de aandacht van D'66 hebben getrokken in negatieve zin, dat wij zeggen wij gaan toch door met dit onderzoek en wij zullen straks ook wel degelijk kijken hoe de onderzoekers hun eigen resultaten interpreteren. De heer MULLER: De heer Van Es pretendeert een aantal tegenstellingen. Enerzijds zegt hij het voorstel zoals het thans voor ons ligt isdniet diepgaand genoeg, daar geeft hij een aantal argumenten voor aan, anderszijds komt hij^ met een amendement waarin het krediet verlaagd moet worden. Dat zijn voor mij een aantal tegenstellingen. Het ondernemersonderzoek heeft naar mijn smaak wel betekenis en wel in die zin dat vergelijkingen van omzet, wat wij toendertijd in de commissie Ruimtelijke Ordening hebben besproken, wel degelijk goed ver gelijkingsmateriaal opleveren. Aan de andere kant vinden er met deze mensen ook interviews plaats. Die interviews en die omzetvergelijkingen geven naar onze mening ook een grootste gemene deler en trend weer. Ik denk dat dat de conclusies van het onderzoek moeten worden. Dan praat de heer Van Es vervolgens nog over de grootte van het gebied. Wij constateren dat het gaat om een experiment inzake de Fortuinstraat. Wij weten met zijn allen en de VVD en CDA-fracties hebben er toendertijd voor gepleit om het niet te doen, dat achter die Fortuinstraat een Grote Markt ligt die in de parkeerbalans een heel belangrijke rol speelt. In die parkeerbalans is het westelijk gedeelte van de Zuivelstraat van wezenlijk belang. Dus als u het ge bied groter wil maken in dit onderzoek, dan denk ik dat dit volstrekt terecht is. Vandaar dat de CDA-fractie, alhoewel wij in den begmnengeen voorstander van deze proefafsluiting waren, thans in kunnen stemmen met het voorstel zoals het college dit thans doet. De heer STUART, wethouder: Wij zijn na het raadsbesluit die discussies m de commissie begonnen met nog eens te kijken naar de gegevens uit het parkeer en consumentenonderzoek voorzover dat betrekking had op de parkeerplaatsen Grote Markt. Het zal dan duidelijk zijn dat wanneer je die Grote Markt voor- verkeer onbereikbaar maakt je, wanneer je de gevolgen daarvan wilt bestuderen, studeert in die gebieden waar het ook klaarblijkelijk effect zal hebben, is voor het belangrijkste deel in de Zuivelstraat, de Grote Markt zelf,evoor een deel in het Vierkantje en natuurlijk in de Fortumstraat zelf. - 13 - Aldus is het gebied waar je het onderzoek moet doen eenfcgastgèsteld gegeven, naar mijn stellige overtuiging.De kern van het onderzoek, daar waren we het allemaal over eens, was dat je effectmeting moest doen. Welke effecten moeten gemeten worden a. het gedrag en de appreciatie bij de bezoekers b. de economische gevolgen voor de middenstand Dat is zo klaar als een .klontje. De heer Van Es zegt dan ook, ik vind het onderzoek onder de ondernemers m deze vorm nutteloos. Ik sluit dan aan bij wat de heer Bolsius gezegd heeft, het gaat om significante eenduidige gevolgen. Deze onderzoeker zal heus in staat zijn om te weten dat er landelijk een bepaald beeld is ontstaan ten gevolge van recessie, slecht weer of wat dan ook. Het gaat om significante,eenduidige gevolgen van deze maatregelen en die zijn met deze methode natuurlijk best bo ven water te halen. Dan gaat het niet om 3% meer of minder tengevolge van aan houdend slecht weer of iets dergelijks. Het gaat dan om zaken die m de volle breedte voorkomen en die van grote eenduidige betekenis zijn klaarblijkelijk. Ik denk ook dat waar je de appreciatie en het gedrag van de bezoeker onderzoekt het heel belangrijk is om inderdaad te weten wat degene die nu niet meer komt daartoe gemotiveerd heeft. Dat heeft te maken met het antwoord op de vraag waar- gaat hij dan parkeren. Dan sluit ik aan bij wat door de heer Janssen en de heer Bolsius gezegd is, autovrij maken van de binnenstad staat of valt ook met de goede geconcentreerde parkeervoorzieningen aan de randen van je binnenstad. Het is dus heel belangrijk om te weten op dit moment, nu wij die concentratie nog niet tot stand hebben gebracht, wat de consument doet als hij daar met meer kanparkeren. Dat is een heel relevante vraag op dit moment. Zeker nu we ook over het gedrag van de parkeerder met fetrekking tot het Vierkantje en de relatie met het Mineurplein enz. eigenlijk relatief weinig kennis hebben verkeegen uit het parkeer- en consumentenonderzoek. Wat dat betreft twijfel ik niet aan het nut van de wijze waarop dit onderzoek.'is .opgezet. Dat het geld kost, dat iszo. Ik ben het met diegenen eens die zeggen dat zal zijn prijs wel waard blijken te zijn. De VOORZITTER: LEn de mening omtrent het amendement is onveranderd. Wat meent u, mijnheer Van Es, moeten wij het amendement m stemming brengen Of zullen we ervan vaststellen dat u het ondersteunt De heer VAN ES: Niet nodig. De VOORZITTER: Accoord, en dat dit niet het geval is met de meerderheid van raad tensevolge waarvan het is verworpen. Ik heb begrepen dat eenieder voor het voorstel is, althans ik heb geen me e- delingen ontvangen van tegenstemmers. Dan is overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Voorstel tot het nemen van een samenhangend pakket van verkeersmaatregelen voor de Markiezaatsweg e.o. (Nr. SOB/9 10. Huisvestingsvoorziening basisschool De Zevensprong. (Nr. WE/1) 11. Voorstel tot wiiziging van de begroting van 1993 ten behoeve van inrichten containerpark (Nr. SOB/1 De voorstellen 9 t/m 11 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 30