-50-
dat het college haar uiterste heeft gedaan om een moeilijk raadsbesluit
handen en voeten te geven. Ik denk dat het dan nu tijd wordt om te zorgen
dat er een gemakkelijker en beter raadsbesluit komt, wat reeds handen en
voeten heeft. Ik denk dat we dan precies weten waarover we praten en dat dat
misschien een eind kan betekenen aan deze litanie, want ik kan niet tot een
andere conclusie komen.
Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, ik heb in eerste instantie niet willen reageren
omdat het een brief was die nog wat vervolg zou krijgen. Ik wil me in grote
lijnen aansluiten bij het betoog van de heer Stuart, waarbij ik de opmerking
uit de commissie Oude Stad a priori niet gezegd wil hebben want ik denk dat
dat de intentie ook helemaal niet geweest is van de commissie. Ik denk in
derdaad dat de essentie erin ligt dat het een moeilijk raadsbesluit is.
Ik ben het van harte met de heer Janssen eens, dat we beter op een gegeven
moment kunnen constateren dat het helaas blijkbaar niet mogelijk is en dan
in een raadsbesluit terugdraaien, dan inderdaad op deze wijze constant door
blijven gaan tegen windmolens te vechten. Daarom sluit ik mij volledig aan
bij het betoog van mijn bovenbuurman.
De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik denk dat de kern van het verhaal
zit in het verschil in uitgangspunten. Tot nu toe zijn alle aanvragen van de
ondernemers gericht geweest op uitbreiding van de zakelijke vierkante
meters. Dat is een ander uitgangspunt dan in ons bestemmingsplan staat, want
in ons bestemmingsplan hebben we het over een overdekt terras, daar komt het
gewoon op neer. Zo staat het ook in de criteria en in de voorschriften bij
het bestemmingsplan horend beschreven.
Als u zich schaart achter de uitgangspunten van de ondernemers dan kom je
automatisch daar uit waar het bestemmingsplan niet wil zijn, namelijk bij
permanente gebouwen. Dat willen we niet. Dat hebben we met zijn allen
besloten. Ik stel vast dat het bouwplan, wat thans onderwerp van discussie
is, een oud bouwplan is uit 1991 toen het bestemmingsplan nog niet gewijzigd
was. Waarop het college van welstand toen moest zeggen, ja, daar kunnen we
nou niks meer over zeggen. Maar met de nieuwe regels is er voor de commissie
Oude Stad wel degelijk weer wat meer te zeggen, overigens ook voor Monumen
tenzorg. Dat is allemaal geregeld in het bestemmingsplan. Dat hebben we
allemaal samen gedaan.
Ik stel vast dat er nog geen bouwaanvrage geweest is die steunt op het
huidige bestemmingsplan. Dat is jammer, want dan pas kun je zien of het
inderdaad mogelijk is. Het overleg, wat de welstandscommissie met deze
architekt gehad heeft, heeft niet geleid tot een ander bouwplan. Maar men
heeft wel degelijk heel constructieve ideeën aan de hand gedaan.
Voorzitter, het privaatrechtelijke verhaal hebben we verlaten. Het advies
van Van Wijmen en Koedam voert ergens heen. Je kan het publiekrechtelijk
regelen met telkenjare toepassen van artikel 17 wet ruimtelijke ordening
tijdelijke vergunning. Zo hebben we het ook die mensen geadviseerd.
Ik vind het doodjammer dat er niet op basis van de criteria en de voor
schriften, zoals die nu in het bestemmingsplan zitten, en met behulp van de
welstandscommissie tot een nieuw bouwplan is gekomen. Dat betreur ik zeer.
De VOORZITTER: Dames en heren, dit gezegd zijnde, is het misschien toch
verstandig dat van de zijde van het college geprobeerd wordt om zo'n com
pleet mogelijk dossier te krijgen. Er worden nu waardeoordelen over commis
sies uitgesproken. Het lijkt mij eerst en vooral van belang dat over de
juiste informatie kan worden beschikt. Vooral ook omdat de regelgeving in
tussentijd ook onzerzijds ingrijpend gewijzigd is. In dat geval zou u ook
zelf tot een oordeel kunnen komen, of we te maken hebben met een op dit
moment van kracht zijnde regelgeving ingediend bouwplan, dan wel dat dat op
*?p