-49- deze bouwaanvraag. Dan rest het college niet anders dan te moeten vaststel len dat het in strijd is met het bestemmingsplan enerzijds en anderzijds ook geen positief welstandsoordeel gegeven kan worden. Deze bouwaanvraag is niet iel, zoals in het bestemmingsplan staat. Er zitten in totaal ook zware constructie-elementen in, met name het dak, daar gaat het om. In ons bestemmingsplan staat in de voorschriften, je moet als het ware uitgaan van een zomerterras en dat moet voor de winter aangepast worden. De aanvragers gaan steevast van het omgekeerde uit. Voorzitter, we kunnen er verder lang en breed over praten. Het is ingewik keld, maar ik ben niet ontvankelijk voor de mededeling dat het college en het college voor welstand hier de boel zitten te traineren. We proberen wel degelijk om een moeilijk raadsbesluit handen en voeten te geven. Maar wij zijn de aanvragers van de bouwvergunning niet. De VOORZITTER: Dames en heren, dit gezegd zijnde en wetend dat er nog een brief van de fraktie van de heer Van de Water op komst is, is nu de tweede termijn aan de orde, waarin toch de heer Van de Water nog het woord vraagt. De heer VAN DE WATER: Helaas wel, voorzitter, het was niet de intentie. De meerderheid van de raad heeft beslist om medewerking aan de realisering van terrassen op de Grote Markt te geven. Op een gegeven moment heeft de Kroon besloten dat die mogelijkheid aanwezig is en daar zouden we gebruik van kunnen maken. Met datgene, wat wethouder Stuart zegt, ben ik het niet helemaal eens. We hebben als raad een aantal voorwaarden gesteld, waaraan de terrassen moesten voldoen. Daar is de commissie Oude Stad mee aan het werk gegaan. Op een gegeven moment heeft de commissie Oude Stad gezegd dat er geen technische opmerkingen meer waren met betrekking tot het ingediende plan, alleen dat de commissie Oude Stad geen winterterrassen wilde. Dan heb ik via de pers van de heer Muller het verwijt gekregen dat ik ingestemd had. Daar moet ik hem gelijk in geven. Op een gegeven moment handel je in de raad te goeder trouw. De heer Janssen heeft het woord wurggreep gebruikt, die was er en er kwam er nog een tweede bij. Op het moment dat het mogelijk bleek om via het bestem mingsplan medewerking te verlenen, is er het voorstel gekomen dat er dan privaatrechtelijk nog een en ander geregeld moest worden met betrekking tot de grond die in gebruik genomen zou moeten worden. Inderdaad daar heb ik mee ingestemd, omdat ik op dat moment dacht dat dat de voortgang met betrekking tot de ontwikkeling zou promoten. Helaas is gebleken dat dat die tweede wurggreep was en dat ik daar ingetuind ben, maar ik heb het wel gedaan. Dus mijnheer Muller, nogmaals, ik betreur de gehele gang van zaken. Wij wachten verder de ontwikkelingen af. De heer JANSSEN: Voorzitter, heel kort reagerend op wat de wethouder net gezegd heeft. Ook in de vergadering van januari heeft hij gezegd, het moet toch technisch mogelijk zijn een en ander uit te voeren. Wij zijn er van overtuigd, er ook van overtuigd geraakt na ons onderhoud met de ondernemers, dat het in de praktijk gewoon financieel niet mogelijk is. Technisch is het mogelijk om zo'n ding te zetten op de maan, laten we daar duidelijk over zijn. Maar ook dan moet je natuurlijk de vraag stellen, is het financieel mogelijk. Ik denk dat de raad in zijn totaliteit hier nu in feite daarvan overtuigd moet zijn, technisch zou het kunnen, maar in de praktijk financieel niet. Dan moet je jezelf afvragen, moeten we daar nog mee door gaan? Of we moeten zorgen dat het wel mogelijk wordt of we moeten gewoon zeggen, jongens, dit is leuk bedacht, maar zet er een streep onder. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, de portefeuillehouder sprak er net over

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 213