-35- Voorzitter, we hebben nog een andere zorg- We hebben een kontrakt gesloten met Halsteren en we hebben een kontrakt gesloten met Wouw. U weet dat we bij Wouw de laatste keer nogal commentaar hebben geleverd op dat kontrakt, zeker in de concurrentiesfeerDaar komen we nu op terug, want die kontrak ten blijken dus gestoeld te zijn op de verkeerde aannames, op de getallen die we eerder op tafel hebben gehad. Dat is een beetje lastig. De gemeente heeft zich dus concurrerend opgesteld bij het verwerven van die kontrakten met lagere cijfers. Dat is natuurlijk eenvoudig, laag inschrijven, met verkeerde getallen, te lage getallen en vervolgens bij komen vragen, want de gemeente lapt toch wel bij. Voorzitter, als we alles op een rijtje zetten, dan komt voor de VVD-fraktie de vergelijking met het. woningbedrijf naar boven. In de jaren zestig, zeventig en een deel van tachtig was het woningbedrijf, wonen e.d., een hot item. Toen is die 2-pettenstruktuur ontstaan, regelgeving en uitgroei in dezelfde hand met alle ellende die eraan vastzat. In de jaren negentig zijn we tot de ontdekking gekomen dat het toch ook anders kan. We hebben daar verandering in gebracht. De VVD ziet aankomen dat het hot item voor de jaren negentig deze milieuzaken zijn en dat evolueert zich heel langzaam in dezelfde richting. De gemeente organiseert en geeft de regelgeving, dus weer 2 petten. We zullen helaas, denk ik, moeten wachten tot de wal het schip keert, want dit kan nooit zo door blijven gaan. Er komt een moment dat de burger dit niet meer accepteert. De heer BAKX, wethouder: Voorzitter, wij hebben gemeend, toen wij tot dit voorstel kwamen, dat wij met berekeningen werden geconfronteerd, die afweken van de nota, die eerder als basis had gediend voor eerdere voorstellen. Dan vonden en vinden wij het op zijn plaats om u zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van, het waarom deze afwijkingen. Het is dan, en dan kijk ik even naar het totaalplaatje op de begroting van bijna 6.000.000,een afwijking in de orde van grootte van 3%. Ik wil het niet bagatelliseren, maar dat heeft dan toch niet echt dramatische vormen aangenomen. Als je dan kijkt naar de tariefstelling. Ik heb heel nadrukkelijk in de commissie betuigd, dit is nog maar het begin van wat ons in feite te wachten staat. Via eerdere nota's, zeker via het streekgewest maar ook via het rijk worden we straks ook geconfronteerd met de afvaltarieven, maar dan richting verbrandingsovens. Dan zullen de prijzen nog fors doorstijgen met per jaar zo'n gemiddelde van 15-20%. Dat staat ook aangegeven in deze notitie. Ik kan niet voor de toekomst zeggen van, het wordt er allemaal beter op. Nee, het wordt er qua verwerking in de toekomst duurder op. Ik zal nu ingaan op het milieurendement, waar specifieke aandacht voor is gevraagd door de onderscheiden partijen. Er wordt gezegd, je moet kijken naar het milieurendement. In de commissie heb ik al eerder betuigd dat het op zich ontzettend goed aanslaat, want de doelstelling 40% GFT en 60% overig afval is nu al gehaald. Anderzijds is het zo dat we op dit moment een kwart van de aansluitingen te pakken hebben, dus 5.000 aansluitingen. Natuurlijk zit je dan met een aantal beginnersfouten, weeffouten enz.. Je hebt nog geen volle wagens, dus noem alles maar op. De mensen moeten op dit moment overwerken om precies de routes weer op elkaar af te stemmen. Er zitten natuurlijk een aantal kinderziektes in, waarvan we hopen dat die gedurende de loop der aansluitingen routinematig zullen verdwijnen, zodat er weer sprake is van een optimale benutting van de benodigde materialen. De heer Van der Kallen zegt, een stapje terug, het milieurendement afwegend en de kosten die daarbij horen, maken voor mij de afweging dat ik uiteinde lijk tegen dit voorstel ben. Ik heb u al eerder gezegd, afgezien van het feit of we met het GFT inzamelen wel of niet vooruit lopen op de toekomst, kunnen wij de tarieven amper

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 199