-33- neem ik voor vrat ze waard zijn. Tot zover in eerste termijn, voorzitter. De heer P. FRANKEN: Voorzitter, de argumenten, die ik had willen noemen om in ieder geval nu al tot een duidelijke stellingname te komen, zijn al deels door de heer Franken maar ook door anderen verwoord. Toch zal ik er nog een paar uithalen. De duo-stadssamenwerking dat is echt een duo-bak. Voorzitter, samenwerken met een stad in de regio en vervolgens verschillende apparatuur kopen, om toch zo'n duur voertuig als een twee-compartimentenwagen te gebruiken, is denk ik toch een misser van de eerste orde. Nu nog een paar punten, die ik aan het verhaal van de heer M. Franken wil toevoegen. De gescheiden inzameling raakt maatschappelijk draagvlak te krijgen. Een opmerking maak ik met betrekking tot de beleidsdoelstellingen. 40% GFT-afval en 60% overig afval. Voorzitter, dat is conform de bereke ningen. Maar de wijzigingen van deze stellingen van 40% en 60% wijzigen per seizoen. Ze fluctueren aanzienlijk door met name het compartiment tuinafval in het GFT-afval. Het gescheiden inzamelen staat ook voor mij niet ter discussie, maar ik denk, voorzitter, dat investeringen op het milieuvlak ook financieel doordacht moeten plaatsvinden. De burger is best bereid meer voor het milieu te betalen, maar we moeten dat verhaal economisch met elkaar voeren. Voor mij is, zoals ook door meerdere sprekers is verwoord, even een stilte op zijn plaats. Met het gescheiden inzamelen gaan we voor 100% verder maar de methodiek wil ik ter discussie stellen en laten onderzoeken, omdat verdergaan met de huidige apparatuur, die afwijkt van die van de duo-stad, nogal wat vragen oproept. De huidige apparatuur, waarbij het schudden van de bak nogal wat tijd vergt en omdat de gescheiden frakties in het voertuig met verandering van de compartimenten niet op te lossen zijn, doordat daar per seizoen ook wisselingen in zijn, stel ik voor om het gescheiden afval met twee minicontainers te doen. Je kunt dan met volle wagens naar de Kragge rijden. De kosten hiervan moeten dan vergeleken worden met die van het duo-baksysteenzodat we tot een verantwoorde besluitvorming kunnen komen. Voorzitter, ik ben dus tegen de investering om deze wagen aan te schaffen. De heer VAN DEN KIEBOOMVoorzitter, het inzamelen van GFT-afval dreigt een slachtoffer te worden van zijn eigen succes, zou ik bijna denken. Bijna zeg ik niet voor niets. Eigenlijk moeten we constateren dat na een vrij beperkte uitzetting van middelen er nu al een evaluatie ligt, die op zich twijfels op zou kunnen roepen. Dat is waar. De heer M. Franken zegt dan, er is al voor 25% uitgezet en nu al dreigt het financieel desastreus te worden. Het ligt er maar net aan, mijnheer Franken, hoe je het benadert. De heer Van Es benadert het anders en daar ben ik het meer mee eens. Je zou ook kunnen zeggen, je moet het een kans geven. Wel licht dat je zou kunnen zeggen, de kosten gaan voor de baten. Ik heb begrepen in de commissie dat alle frakties het systeem van GFT in zamelen nog steeds onderschrijven. Overigens hebben we er dadelijk een wettelijke taak in, dus daar is, denk ik, weinig aan te doen. Wel spreken wij onze zorg uit over de ontwikkeling als het gaat over de kosten voor de burgers, natuurlijk. Maar ik denk dat we nu nog te weinig ervaring hebben om nu al te kunnen stellen van, dit gaat desastreus worden. Ik denk dat er ook een aantal kinderziekten inzitten, die weggewerkt moeten worden. Samenwerking met Roosendaal, zeker. Als daar op technisch vlak geen aanslui ting plaatsvindt, is het niet meer dan logisch dat dat wel gebeurt. Maar ik denk dat we het een kans moeten geven. Ik heb begrepen dat in de commissie financiën er vanuit financiële kant over gesproken is dat in de toekomst een totaal financieel plaatje op tafel komt. Ik denk dat dan het moment er is om daar harde conclusies uit te trekken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 197