-24-
dat er toch nog een dilemma is tussen 250.000,en 230.000, niet al
te zeer op punten en komma's zitten letten, was het nu een gevolg van
inkomensafhankelijke ouderbijdragen, of was het toevallig een andere faktor
die een rol heeft gespeeld. Nee, als men in het jaar '94 of '95 over de
235.000,— heen schiet, dan mag u, wat ons betreft, uit die 15.000,—
bijlappen. Zo was de teneur in de commissie financiën. Ik begrijp dat
mevrouw Veraart het ook in die zin graag vanavond vertaald zou willen zien.
Mevrouw VERAART: Ja, en dat het college dat zo ook in praktijk zal brengen.
De heer DEKKERS, wethouder: Voorzitter, ik denk dat ik dat dadelijk graag
ook van de overige frakties in de raad zou willen vernemen, zodat daarom
trent ook bij de verdere uitwerking geen misverstand kan bestaan.
Hoewel niet nadrukkelijk zo in deze trant besproken, hebben ook wij uiter
aard kennis genomen van het advies van de commissie financiën. Het heeft
niet onze voorkeur, maar ik denk ook niet dat het college zich op dat onder
deel, als de rest daarmee geregeld zou kunnen zijn, nadrukkelijk zal
verzetten.
De heer Van der Kallen heeft gelijk, voorzitter. Wij hebben in feite nog
steeds in bespreking WE/9. Alleen de recente ontwikkelingen hebben ertoe
geleid dat wi jom tot een goede besluitvorming te komen, ook hebben willen
vertalen hetgeen uit de voorstellen van de twee instellingen naar voren kwam
en de besluitvorming inzake de financiële dekking daarvan.
We kunnen hele discussies voeren, voorzitter, over vervanging van betaalde
arbeid door vrijwilligers. Dat is geenszins aan de orde. Partijen zijn van
mening dat peuterspeelzaalwerk gedaan kan worden met 1 betaalde leidster per
groep, zeker bij 15 peuters. Wij dachten ook bij 18 peuters. Maar dat het
gewenst is altijd nog iemand als een soort hulp in de buurt te hebben, omdat
een leidster ook nog wel eens even weggeroepen kan worden voor iemand die
een gesprek met haar zou willen hebben, als hoofdverantwoordelijke voor de
gang van zaken. Dan is het erg goed om iemand in de buurt te hebben,
waarvoor een vrijwilliger zou kunnen funktioneren. Aangezien je enige
zekerheid moet hebben dat zo'n vrijwilliger ook daar tijd voor wil
vrijmaken, is, in afwijking van wat bij andere aktiviteiten in Bergen op
Zoom in het sociaal-cultureel werk gebruikelijk is, gezegd, hier kunnen we
dan een uitzondering creëren, dat bij de berekening van de subsidiabele
kosten ook dit vrijwilligerswerk tot de mogelijkheden van enige
kostenvergoeding kan leiden.
Voorzitter, ik denk dat ik het daarbij laat, omdat ik naar mijn stellige
overtuiging daarmee iedereen heb beantwoord.
De VOORZITTER: Dank u zeer. Dames en heren, de tweede termijn. Wie van u
wenst nog het woord te voeren?
Mevrouw SCHIJVEN: Voorzitter, het uiteindelijke besluit voor mij hebbend,
waar we vanavond onze stem over laten horen, wil ik graag nog wat helder en
duidelijk uiteenzetten.
De fraktie van D66 is het, gezien het subsidiebedrag van 235.886,— per
jaar als vaststellend bedrag, niet eens met de context, zoals die in punt II
van de besluitvorming staat, omdat deze subsidie, zoals u stelt in het
besluit, verhoogd zal moeten worden met goedgekeurde loonontwikkelingen. Wij
zien daar echter nog graag aan toegevoegd, en dat is ons bezwaar daartegen,
een prijsontwikkeling, want je kunt dat niet los zien van elkaar.
Dan is onze fraktie ook zeker niet tegen het tot stand komen van een cen
trale organisatie, maar op deze manier en met dit besluit, daarmee kunnen
wij niet akkoord gaan.
Wij hebben het in eerste termijn niet zo verwoord, maar wij zijn ook