-21- De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, nu ben ik toch wat in verwarring ge bracht. Mevrouw Veraart spreekt steeds over een nieuw voorstel, heb ik de indruk. Zelf denk ik dat ik slechts 1 voorstel heb, dat is het voorstel^ zoals dat behandeld is in de commissie welzijn en dat we hooguit een infor matie hebben gehad in de commissie financiën. Mevrouw VERAART: Hier heeft u het, wij hebben het allemaal in ons bakje gekregen. De heer VAN DER KALLEN: Klaarblijkelijk ligt het nog in mijn bakje. Voorzitter, ik kan derhalve toch nog wel kort zijn. Ik heb, heel even e besluiten overziend, geconstateerd dat de flexibiliteit van de betonplaat toch nog in grote lijnen overeind is gebleven bij het gemeentebestuur. Der halve ben ik nog steeds van mening dat het college het peuterspeelzaalwerk tekort doet in haar benadering. Cruciaal voor de afwijzing van het nieuwe voorstel, zoals het er ligt, is het voor mij precies hetzelfde zoals het was vorige week dinsdag. Ik vind het te enen male verwerpelijk dat betaalde arbeid vervangen wordt door vrij willigerswerk. Dat is een richting, die we in deze samenleving met reeds een leger van werklozen niet uit moeten. Ik vind het ook oneigenlijk. Ik vind het ook heel merkwaardig dat in discussies o.a. met de Abva/Kabo is 9e^e ken dat zij in principe bereid zijn dat, mits aan een aantal andere voorwaarden is voldaan, toch te pikken. Zo blijkt, een vakbeweging onder druk kan heel wat door de strot worden geduwd, maar niet als het ligt aan dit gemeenteraadslid, want ik vind dat echt volstrekt onjuist. Ik vind het een formalisering van een bestaande situatie bij het SKW, die ik ook m de afgelopen periode niet heb kunnen waarderen. Mevrouw VERAART: Voorzitter, dat is een onjuiste voorstelling van zaken. Het gaat er om dat er een vervanging plaatsvindt van slecht betaald werk op uur kontraktbasis minimumloon door volwaardig CAO betaald werk. Met een profes sionele opzet van 1 leidster per 16 peuters is het inderdaad zo dat er een aantal leidsters boventallig zijn, want dat is een gevolg van de lappendeken aan beloningen in de overgangsperiode waarin we nu zitten. De heer VAN DER KALLEN: Bij de stichting peuterspeelzalen was wel degelijk sprake van 2 volwaardige banen per groep. Mevrouw VERAART: Niet op CAO-basis. De heer VAN DER KALLEN: Dat vond ik ook slecht. Laat daarover geen enkele twijfel bestaan. Ik vind dat, waar dan ook, naar CAO betaald moet worden. Maar als er volwaardige arbeid wordt geleverd, moet er ook volwaardig worden betaald. Als we dit op deze manier in een raadsvoorstel neerleggen, dan maken we ons daar nog meer medeplichtig aan, dan dat we in het verleden al deden als subsidiënt van deze 2 instellingen. Ik vind dat er 2 betaalde leidsters per groep horen te zijn. Ik vind het volstrekt onaanvaardbaar dat een overheid zegt, 1 is voldoende en de ander moet dan maar een vrijwilliger zijn, daarmee erkennend dat er eigenlijk 2 noodzakelijk zijn om werk van kwaliteit te leveren. Dan vind ik dat je er ook 2 moet betalen. De heer LINSSEN: Voorzitter, even dachten wij dat de patstelling, waarin de onderhandelingen omtrent de realisatie van een centrale organisatie voor het peuterspeelzaalwerk, doorbroken was en dat het derde voorstel, wat ons per brief in de commissie financiën was uitgereikt, de goede was. Nu echter weer blijkt dat SKW vraagtekens bij de plannen zet en dan bij vooral waar het de opvulling van het gat van ongeveer 80.000, - betreft.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 185