-19- ken. heeft hun nadere standpunt gezien. Het is duidelijk dat dat niet geleid heeft tot een andere stellingname van de zijde van het college. Er heeft u geen ander voorstel bereikt. Dat is de feitelijke stand van zaken voor dit moment. Het lijkt me goed om dat voorafgaande aan dit debat te hebben geconstateerd. Wie van u mag ik daarover het woord geven? De heer JANSSEN: Voorzitter, het besluit, wat de raad vanavond gaat nemen over peuterspeelzalen, heeft een heel lange geschiedenis. In die geschiede nis, die zo langzamerhand door menigeen diverse malen is herkauwd, heeft üe VVD-fraktie bijna altijd eenzelfde standpunt ingenomen als het ging over een deel van de financiering van het geheel, namelijk via een inkomensafhan kelijke ouderbijdrage, o De VVD-fraktie heeft in deze raad altijd tegen dit soort regelingen gestemd. Er is in een van de commissievergaderingen, hieraan voorafgaand, weieens gesuggereerd dat het niet de gemeente is die een inkomensafhankelijke ouder bijdrage vraagt, maar dat het een nieuw op te richten stichting is. De VVD fraktie is van mening dat daar, waar je subsidieert, je mede verantwoorde lijk bent voor hetgeen wat uitgevoerd wordt, dus moeten W13 hiertegen Inkomensafhankelijke oudenbijdragen is doen aan inkomenspolitiek, dat wenst de VVD op het niveau van de gemeente niet te doen. Los daarvan hebben wij toch een aantal opmerkingen, ook al kunt u nu al nagaan dat we in feite tegen dit voorstel zijn. Het zijn namelijk opmer kingen over de toekomst. In het voorstel, zoals we dat in ons bakje vonden recentelijk, staat pij punt 8 dat afwijkingen naar beneden kunnen leiden tot een traite aan de stichting. De heer DEKKERS, wethouder: Voorzitter, mag ik even voor alle duidelijkheid. Het schrijven van 23 juni is geen voorstel, het was slechts een mededeling aan de commissie financiën ten aanzien van de dekkingsproblematiek m he kader van het peuterspeelzaalwerk. Het heeft aangegeven wat de consequenties zouden zijn als gevolgd zou worden wat partijen in een schrijven van 24 mei wensten als het meest ideale ten aanzien van het oppakken van peuterspeel zaalwerk. Wij hebben gemeend daarbij een aantal voorwaarden te moeten noemen. Dus als de raad die richting uitgaat, zouden we tevens graag willen vernemen of zij akkoord gaat met de voorwaarden die daarin genoemd staan. Zo is het stuk bedoeld. De heer JANSSEN: Oké, voorzitter, dan begrijp ik dat. Maar ik wil er toch op gewezen hebben dat hier het woord kunnen staat vermeld en niet moeten. Dat brengt mij toch op de opmerking, zoals ik die op het laatst van mijn betoog had willen maken. Dat is dat onze fraktie de vrees heeft dat, wanneer van avond met dit besluit wordt ingestemd, er misschien toch wel een soortement van open eind-financiering zou kunnen ontstaan. Wij hopen dat die vrees vanavond weggenomen gaat worden door het college, want anders lopen wij me open ogen in een financieel probleem. Ik denk dat de raad het met mij eens is dat we die op het ogenblik al voldoende hebben en zeker in de komende jaren met ons mee zullen dragen. Mevrouw SCHIJVEN: Voorzitter, onze vrees gaat inderdaad dezelfde richting uit als de heer Janssen zojuist verwoordde. Tijdens de behandeling in de commissie welzijn rezen bij de fraktie van Ubb ook al met name de financiële vragen. Omdat die vragen ons tot een voorbe houd noopten, kregen we daardoor toch wat meer bedenktijd. Beter geen advies dan een positief advies, waar je later weer op terug moet komen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 183