- 16 -
daarmee bestuur je een stad niet.
Het CDA heeft vanavond een verhaal gehouden over een planologische oplossing.
Dat is ook een aardig verhaal, maar daarmee zie ik ook nog geen eind aan de
problematiek komen. Ik neem aan dat het CDA het eigenlijk met hetgeen hier
herhaaldelijk gevallen is, het wegnemen van het wantrouwen, wel aardig
eens is en om die reden misschien pleit voor het zo snel mogelijk zoeken
van een oplossing.
De heer STUART, wethouder: De raad heeft eenmaal impliciet besloten om geen
kruising op het betreffende punt aan te leggen en eenmaal expliciet. Dat ver
klaart kort en goed de speelruimte van het college in de correspondentie
met de bewoners. De overwegingen zijn, als mij dat goed voor ogen staat, ab
soluut niet alleen financieel geweest. Er is een gelijkvloerse kruising tot
twee keer toe afgewezen vanwege veiligheidsaspecten en er is een ongelijk
vloerse kruising afgewezen, deels op grond van financiën, dat woog bij sommigen
zwaar bij andere woog dat minder zwaar, bij anderen hebben de planologische
aspecten en de verkeerskundige aspecten het zwaarst gewogen.
Er is natuurlijk, nu wij voor de derde keer expliciet hierover moeten discus
siëren, iets gebeurd in een hele kleine buurtschap door de aanleg van zo'n
weg. Een hele kleine buurtschap is doorsneden en het zijn als het ware twee
buurtschappen geworden die graag met elkaar contact willen onderhouden. Die
afweging heeft hier een-en andermaal plaatsgevonden. Het gaat om een klein
aantal gezinnen aan weerszijden van de weg en wij hebben hier gewogen dat
900 meter lopen, want daar gaat het om, een alleszins acceptabele afstand
is, die in geen geval in relatie gebracht kan worden tot bedragen als 2 ton
en meer. Dat is gewoon simpelweg de afweging hier in de raad geweest. Dat
geeft het college, nadat die besluiten tot tweemaal toe genomen zijn geen
enkele ruimte om nog weer naar iets anders te streven, nog afgezien van
het feit of je dat wilt. Ik zeg hier klip en klaar dat er geen enkel nieuw
argument op tafel is gekomen. Als we het nu hebben over wantrouwen, dan wil
ik daar wel eerst iets over zeggen. Ik vind het buitengewoon spijtig dat men
dat woord op tafel brengt. Onze ambtenaren hebben een- en andermaal uren ge
spendeerd aan het voeren van' vruchteloze discussies, want dat mag ook wel eens
gezegd worden. De enige die daaraan gerefereerd heeft is de heer Janssen.
Zo vinden de gesprekken ook plaats natuurlijk. Als u naar de offertes kijkt
die zijn ingediend, nu weer één bij de heer Van der Kallen en niet bij ons,
dan zie je dat die offertes met het seizoen veranderen, dat die offertes
telkens iets bevatten wat in de ambtelijke gesprekken als een probleem is
opgevoerd, waarbij dan de prijs niet stijgt maar juist daalt. Dat is niet be
paald vertrouwenwekkend, vind ik. Nog afgezien van het feit dat die offertes
op geen enkele wijze inzicht geven in de techniek waarop je zo'n brug moet
maken, noch in de bedragen die daaronder horen en wij hebben op geen enkele
wijze een votum van de raad om onze dienst opdracht te geven om daar technisch
onderzoek te doen wat er allemaal nodig is om zo'n brug te realiseren. Want
vergis je niet, grondmechanisch onderzoek kost zomaar f. 20.000,- Dat moet ge
beuren om vast te stellen wat voor fundatie daar moet plaatsvinden. Hier
wordt gezegd de brug kost zoveel en diezzëtten we op 2 betonplaatjes aan weers
kanten van de weg. Ik ga u geen technisch verhaal ophangen, ik ben ook geen
technicus, maar ik heb het me wel laten uitleggen. Ik garandeer u dat een
brug van de prijs die hier genoemd wordt, gerealiseerd op de wijze zoals wij
dat gewend zijn te doen en voldoende aan de kwaliteitseisen zoals wij die
gewend zijn, gegarandeerd meer kost dan 2 ton. Wij hebben onlangs aanbesteed
twee bruggen over de Markiezaatsweg. Degenen die vandaag met ons meegeweest
zijn hebben kunnen zien dat er één in aanbouw is. Je moet aan dat kwaliteits
niveau denken. Die bruggen zijn aanbesteed tesamen voor f.435.00(0,-_exc
BTW na een open aanbesteding, na een harde concurrentiestrijd met Pr^e
die dicht bij elkaar lagen. Het standpunt van het college is dat we
- 17 -
niet hoeven te onderzoeken. Het is veel te duur. Wij wensen daar geen nieuw
voorstel te doen.
De heer JANSSEN: Wat waren de laatste woorden van de wethouder, die slikte
hij bijna in.
De heer STUART, wethouder: Wij hebben geen behoefte §en nieuw voorstel te
doen omdat wij de zekerheid hebben zondegeld uit te geven omdat het veel
duurder uitkomt dan hier gesuggereerd wordt.
De VOORZITTER: Dames en heren, wij komen in de tweede termijn. In eerste
termijn heeft de heer Van den Ouden een motie in het vooruitzicht gesteld.
Het lijkt mij nuttig om hem als-eerste in de tweede termijn het woord te
geven, zodat u de motie naar reeds thans is aangekondigd in voldoende mate
is ondertekend in uw beschouwingen kunt betrekken.
De heer VAN DEN OUDEN: Toen een jaar geleden ongeveer dit voorstel hier in
de raad aan de orde was werd inderdaad feesproken over een prijs van f. 300.000,-
Dat is toen door een meerderheid van de raad afgewezen. Groen Links was toen
ook tegen dat bedrag, daar wil ik heel duidelijk in zijn, omdat wij toen ook
vonden dat het teveel was. Toen heb ik ook gezegd dat er toch terdege rekening
gehouden moest worden met alternatieven die.de bewoners toen al op tafel had
den gelegd en waarbij ook heel duidelijk gesteld werd door de bewoners dat
zij zelf ook aan die brug wensten mee te werken bij het realiseren van
brug, zodat dat ook in de prijs zou zijn terug te vinden.
De heer STUART, wethouder: Dat staat in geen van de offertes beschreven.
De heer VAN DEN OUDEN: Ik heb het nu over de discussie over het raadsvoorstel.
Ik constateer dat er nog steeds een kloof is ^ssen de bewoners ehet college.
t tnrrii- niet eeoleit voor een onderzoek, m de motie wordt gesieia
Ik denk dat dat heel belangrijk is.
De heer- STUABT, wethouder-: Voor de goede
bij ons op het bordje.
De heer VAN DEN OUDEN: De STjTwiï Ter
besproken worden en nagerekend worden. Dat aan deze raad ter
TnTTTrTginTLl »et een advies Wij tegen nu op ditt moment niet dat
TT KnTT nWTTSê Te=ïnnt T Se Tracht zijn,
ga di; ni einfbespreken en fea die nu eens verder berekenen.
De heer STUABT, wethouder: Ais wij gaan rekenen ^^-Boislus weer met
het verhaal dat de dienst te duur
De heer B0LSIUS: Maar voorzitter, dit is toch..
rs\r a<= fwpede termi in min of meer ordelijk
ÏÏtrv"™ei.TTrouS~ °hi twee interrupties gehad en de heer Van
den Ouden vervolgt zijn betoog. antuoord van de wethouder wil
De heer VAN DEN OUDEN: Naar aanlei'ding van maken over hetgeen de
ik zo mijn motie indienen. Ik wil nog een opmerking ma
heer Franken zei. Hij zegt op een EE je moeilijk vergelijken.
TTaTai-e«i3ïeTSSf er juist van al willen appels
en peren te moeten vergelijken.