-40- hebben voor het college ons nader te beraden over de situatie die er ont staan is, of dreigt te ontstaan nu er een feitelijke verhuuraanbieding gedaan is. Enerzijds bestaat er bij u onvrede met betrekking tot de mate waarin in het kontrakt een en ander geregeld is. Bij de heer Van den Kieboom bestaat de onvrede uit de richting waarin de oplossing gezocht is. Wel, dat zijn punten waar we in het college nog eens terdege over moeten spreken, om te zien of daar een weg uit is. U helpt het college allerminst natuurlijk op dit moment door daar vierkante verklaringen over af te geven, want dan is datgene, waarop wij ons nog kunnen bewegen, ook tot nul gereduceerd. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, bij interruptie. Het college had natuur lijk wel iets kunnen realiseren. Als men op de 19e die kontrakten wegstuurt, zoals u in eerste termijn hebt gezegd, dat is na een commissie milieu, waar toch duidelijke uitspraken zijn gedaan. Dan zou ik van een college verwach- ten. öat. ze' anticiperend op een dergelijke uitspraak van een commissie milieu, in ieder geval die kontrakten niet had verstuurd. Nu heeft u zich in zekere mate gebonden, dat is zeer betreurenswaardig. Maar daar hoeft de raad toch niet rekening mee te houden bij een afweging, of zij dit wel of niet korrekt vindt. De VOORZITTER: Me dunkt dat het de raad op zichzelf niet zou ontsieren om ons, gelet op de mening die u vanavond geventileerd heeft, de kans te bieden om een maximaal resultaat te bereiken. Een maximaal resultaat wordt in ieder geval niet bereikt, dunkt mij, wanneer u onze onderhandelingsruimte tot nul reduceert. Dat is het begrip wat ik op dit moment en onder deze omstandig heden van uw raad vraag en naar het mij voorkomt, is dat allerminst veel gevraagd. Ik zou u dus willen vragen om, zoals de wethouder zojuist heeft aangegeven, te willen besluiten om het krediet beschikbaar te stellen. Ik zeg u bij dezen toe dat we u uitgebreid en zo uitgebreid mogelijk zullen informeren in de commissievergadering van mei, om na te gaan hoe de vlag er precies bijhangt en of er al of niet reden is om dan tenslotte door middel van een raadsuitspraak tot een finale beslissing te komen. Dames en heren, ik zou toch een dringend beroep op u willen doen om deze procedure zo te billijken. Waarmee u zich wilt verenigen. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik vraag aantekening. De VOORZITTER: De heer Van der Kallen wordt aantekening verleend. Andere frakties vragen dat niet, zodat het krediet overeenkomstig de daaraan ge paarde toezegging is verleend. Voorstel tot het ongewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan "Woonwa genstandplaatsen Van Heelulaan". Nr. SOB/41 De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, tot op heden heb ik altijd stelling ge nomen tegen deze lokatie. Ik moet echter tot mijn vreugde constateren dat ik mij heb vergist. Ik moet constateren dat zolang de lokatie in gebruik is, daar op een goede manier in overwegende mate gebruik van wordt gemaakt, dat klaarblijkelijk de aandacht van de gemeente werkt. Derhalve zal ik nu geen aantekening tegen dit voorstel vragen. De VOORZITTER: Dank u zeer. Vragen andere leden van de raad over dit punt het woord? Zo niet, is overeenkomstig het voorstel besloten. -41- 16Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad 1.205.000, exclusief de BTW voor het woonrijpmaken van de 3e fase op de Bergse Plaat Nr. SOB/42 17Voorstel inzake aanpassen en vernieuwen van de openbare verlichting in 1993. Kredietaanvrage ad f 118.850,inclusief de BTW. Nr. SOB/43 Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 16 en 17 aangenomen. 18. Voorstel tot het vaststellen van de basislijst programma-informatie nieuw bouw en verbetering 1994-1997. Nr. SOB/45 Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, even naar aanleiding van wat er in de commissie is gebeurd. Er is in de commissie gevraagd in hoeverre dalende rente gevol gen had ten aanzien van de keuze om inderdaad in het contingent wijzigingen aan te brengen. In de commissie is er toen van gezegd dat dat niet mogelijk was. Dat is, denk ik onjuist. Ik wil daar nogmaals op wijzen, want in het besluit woningbonden subsidies staat heel duidelijk, en ik citeer: bij dalende rente doet zich het omgekeerde voor, de door de gemeente te ver strekken subsidie neemt af, waardoor de mogelijkheid ontstaat te sparen of een groter aantal woningen te realiseren. Dus ik wil u nogmaals verzoeken om in dat kader in deze rentestand, zoals die op dit moment is, even goed naar de indeling in de budgetten te kijken. Dit naar aanleiding van de antwoorden in de commissie, die achteraf niet helemaal juist waren. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik denk dat het inderdaad zo is dat een lagere rente betekent dat je bouwvolume vergroot kan worden, maar of daarmee de regelgeving verandert, dat is een ander verhaal. Mevrouw DEMMERS: Ik heb het niet over de regelgeving. De heer DEKKERS, wethouder: Voorzitter, ik denk dat het de moeite waard is om het na te gaan. Voor mezelf heb ik de indruk dat de opmerking van mevrouw Demmers volkomen juist is. Maar het is goed, denk ik, om in het ambtelijk apparaat even na te laten gaan, wat dat eventueel voor mogelijkheden biedt binnen Bergen op Zoom. Mevrouw DEMMERS: Ik ben blij met die toezegging, voorzitter. De VOORZITTER: Dan is deze toezegging aan mevrouw Demmers gedaan. Geen van de andere leden van de raad heeft de behoefte om over dit punt het woord te voeren. U wenst geen stemming, geen aantekening, dan is aldus besloten. 19. Voorstel tot deelname aan de Stichting A4/Zoomweg-Noord. Nr. SOB/47 De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik vraag aantekening tegen dit voorstel. Niet omdat ik principiële bezwaren heb tegen de aanleg van Zoomweg-Noord. Wel omdat ik verontrust ben dat deze stichting uitsluitend tot doelstelling heeft tot bespoediging te komen van Zoomweg-Noord en dat Zoomweg-Noord aan gelegd zou kunnen worden op een tracékeuze, die al min of meer in het verleden is gemaakt. Die tracékeuze is zeker niet de mijne. Derhalve vraag ik aantekening tegen dit voorstel.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 135