-20-
wat wilt decentraliseren.
Mevrouw Demmers en enkele anderen, ik meen de heer Muller, hebben erover
gesproken dat het college ook stappen zou moeten zetten om de kosten
dusdanig aan te sturen, dat bijvoorbeeld door contract-management de uit
komst vanaf het allereerste begin beïnvloed kan worden.
Ik denk dat ik u gaarne wil toezeggen dat we daar een sturingsmechanisme
zullen zoeken, waarbij die kosten inderdaad beheersbaar zullen zijn en dat
werkzaamheden, die kosten met zich brengen die buiten het budget vallen,
niet ter hand kunnen worden genomen, tenzij daar financiering voor is. Dat
is een methode, die zowel bij de bouw van de schouwburg als ook bij de bouw
van het politiebureau gebruikt is. Het is wel eens vervelend als je nee moet
verkopen. Maar uiteindelijk is het binnen je budget blijven toch ook een op
zichzelf helemaal niet onaangename gelegenheid.
Ik ben het met u eens dat je toekomstig onderhoud en kosten voor de toekomst
in het ontwerpproces organiseert en dat dat het moment is waarop je zo
kritisch mogelijk moet zijn, zowel met betrekking tot de soort en aard van
de materialen die je kiest, als met betrekking tot de kwetsbaarheid van de
onderscheiden materialen. Je moet inderdaad herhaaldelijk tot de conclusie
komen dat goedkoop duurkoop is geweest. Wat dat betreft, deel ik uw mening
dat je dat soort kosten in het ontwerpproces organiseert en dat je daar
buitengewoon alert op moet zijn.
Met betrekking tot de kwaliteit van het bouwen heeft de heer Van den Ouden
ook een paar opmerkingen gemaakt. Hij heeft met name aandacht gevraagd voor
het ecologisch bouwen, voor het hebben van een goede en gezonde energie
balans, het vermijden van materialen, die elders op de wereld belangrijke
nadelige ecologische gevolgen hebben enz.. Het is misschien goed om nog eens
met die ogen met de commissie algemene zaken uit de raad door het politie
bureau heen te lopen. Dat is een betrekkelijk recent gereedgekomen gebouw.
Dan kunnen we ook uitgebreid aandacht besteden aan het dak en met name ook
nog eens aan de weet proberen te komen waardoor het nu toch kon gebeuren.Het
was inderdaad een wind met een kracht 11 of 12, een beetje orkaanachtig,
maar die toch zeer in staat was om het dak van de sterke hand te verwijde
ren. Het lijkt me goed om daar aandacht aan te besteden. Ik denk dat we dan
tegemoet komen aan de wens van mevrouw Demmers en over de invulling van de
materialen zouden we dan ook eens met de architekt kunnen spreken.
Ik zou met uw goedvinden nu het woord willen geven aan de heer Stuart om
over de ruimtelijke aspekten alsmede de financiën te spreken.
De heer STUART, wethouder: Voorzitter, met betrekking tot planologie lijkt
mij dat nog slechts een enkele vraag, een enkele twijfel is gebleven over de
vraag of er voldoende parkeerplaatsen in het nieuwe plan geregeld kunnen
worden. Ik kan niet anders zeggen, en we hebben dat in de commissie
ruimtelijke ordening tot 2 keer toe geprobeerd, dan dat we met de kennis die
we in huis hebben en op de gebruikelijke wijze met toepassing van de normen
vastgesteld hebben dat er 170 parkeerplaatsen bij moesten komen. Ons
realiserend dat door het blijven van het PTT-kantoor er 30 kort-parkeer-
plaatsen niet opgeheven konden worden, zodat we dus spreken over een
capaciteit van 200 plaatsen. Dat is dus die 30 meer ten opzichte van juni
1991.
Er is vastgesteld dat er in de omgeving van het kantoor zelf 60 plaatsen bij
kunnen komen en dat er derhalve 110 gerealiseerd moeten worden op het
terrein richting Keldermanslaan achter de VGZ. Ik kan niet anders zeggen,
voorzitter, dat ik er alle vertrouwen in heb dat we dat goed hebben uitge
rekend. Die parkeerplaatsen komen voor een deel terecht onder de bomen. Ik
moet u eerlijk zeggen dat ik mij niet heb gerealiseerd dat een auto onder
een boom slecht is voor de boom. Het is wel de realiteit dat die bomen
blijven staan, maar onder de bomen wordt geparkeerd.
-21-
De toezegging is gedaan voor de ontwikkeling van de stedebouwkundige visie
op het gebied Westersingel/Steenbergsestraat/Mineurplein. Die toezegging kan
zelfs inhouden dat we daar op korte termijn met voorstellen kunnen komen.
Voor wat betreft de Kortemeestraat deel ik de opvatting van de heer Janssen,
dat het in de rede ligt overeenkomstig het geformuleerde beleid dat je van
die meters winkels zou moeten kunnen en/of willen maken, maar dat een ander
soortige baliefunktie op zichzelf, publieksfunktie zijnde, ook niet onwen
selijk zou hoeven te zijn.
Voorzitter, nog even over dat taakstellend bedrag, omdat we daar in de com
missie APPZ/financiën toch een uitgebreide discussie over gehad hebben en nu
vandaag de resultaten daarvan toch nog weer hoorbaar zijn. Als we ervan
uitgaan dat we het investeringsbedrag als taakstellend willen zien, dan
betekent dat naar mijn stellige overtuiging dat we als college de bereidheid
hebben om alles uit de kast te halen om dat ook als zodanig vast te krijgen,
door de keuze voor een bepaalde werkwijze, door te streven naar afkoop van
risicoregelingen en wat er allemaal al niet meer denkbaar is.
Anderen hebben gezegd, maar er is ook nog zoiets als inflatie tijdens de
bouw. Nu, het standpunt zal duidelijk zijn. We willen proberen om dat bedrag
vast te zetten. Dan zou je dus van die inflatie ook geen last moeten hebben.
Blijft overeind dat wij in de commissie hebben proberen uit te leggen dat er
ook aan de inkomstenkant een korrektie voor inflatie plaatsvindt, zodat je
voor het effekt van inflatie op zichzelf niet zo bang zou willen zijn. Maar
dat laat onverlet, de afspraak die we maken, dat we proberen om het voor dat
bedrag te realiseren.
De heer A. Franken heeft nog gevraagd voor welke waarde kopen we dan? Dan is
het maar net de vraag wat je onder waarde verstaat, maar uit de tekst van de
koopoptie-overeenkomst mag blijken dat je na 10 jaar, overigens ook na 20
jaar koopt voor de oorspronkelijke lening, want in feite gaat het dus om een
bedrag, wat je leent om een en ander te realiseren. Daarin wordt op annuï-
taire basis afgeschreven. Als je na 10 jaar koopt, dan koop je dus voor de
hoofdsom minus de in die 10 jaar gedane afschrijvingen. Datzelfde geldt voor
een volgend moment, want na 20 jaar kan je ook weer kopen. Dan gaat de af
lossing, die in de annuïteit is gebeurd, er weer af. Dat is globaal de regel
die erin zit. Straks komen de getallen precies in de koopovereenkomst te
staan.
De heer A. FRANKEN: Dus het is niet de marktwaarde op moment van de koop?
De heer STUART, wethouder: Nee, het is de waarde van de hoofdsom, minus de
afschrijving op annuïtaire basis. In de eerste 10 jaar schrijf je weinig af,
dat weet u, daarom vallen de voordelen ook achterin in deze periode.
De heer Janssen heeft nog een vraag gesteld met betrekking tot de lokatie
van de financiële units.
Ik denk dat het goed is als daar nog eens een keer over gepraat wordt, maar
primair reagerend zeg ik, wij hebben een hiërarchische lijn van de units
naar een chef financiën. Maar we hebben ook een funktionele lijn. Die finan
ciële units dienen ook om de direkteuren van de diensten van bedrijfs
economische gegevens te voorzien. Ervaring bij anderen, waar men centrale
financiële diensten had, die leerde dat je dan voor de administrateurs van
de diensten -als ik ze nog even met de ouderwetse term mag aanduiden- eigen
lijk twee werkplekken nodig ging krijgen, omdat die voortdurend te hulp
geroepen werden op de diensten. Of dat nu voor de hand ligt als je in een
gebouw zit, dat zou denk ik nog nadere bestudering vragen. Zo op het eerste
gezicht en primair reagerend zou ik het voordeel er niet van inzien.
Dan, voorzitter, naar de budgettaire aspekten, de hoofdmoot, omdat daar door
deze en gene natuurlijk toch ook wel wat over gezegd is.
Onze begroting in 1992 en 1993 en de daarbij behorende meerjarenramingen