-26- De uitwerking van een structuurschets is een eerste aanzet om die abstractie konkreet te maken. Het is een heldere en duidelijke nota geworden, die goed aangeeft welke verdere stappen er gezet moeten worden om het gestelde doel te bereiken. Wij stemmen in met de uitwerking van de structuurschets. Maar toch hebben we nog enkele opmerkingen. Wat de allocatie van de bedrijventerreinen betreft, moet de eerste overwe ging de bereikbaarheid van het openbaar vervoer zijn en dan pas kijken naar de bereikbaarheid met de auto. In de nota is het andersom gesteld. Wij zijn tegen zwaardere bedrijvigheid in de AuvergnepolderAls op die lokatie een bedrijventerrein wordt gerealiseerd, dan mogen daar wat ons betreft alleen kleinschalige milieuvriendelijke bedrijfjes komen. Er mag geen verdere aantasting van het milieu plaatsvinden. Wat de rekreatie betreft, dat zal duidelijk zijn. We blijven daar voorstan der van kleinschalige projekten. De heer LINSSEN: Voorzitter, de leden van de commissies, waarin dit agenda punt besproken is, waren bijna allen bijzonder te spreken over de duide lijkheid. Het is een goed leesbaar verhaal en een compliment richting samen stellers is hier zeker op zijn plaats. Je zou bijna wensen dat alle rapporten, die we toegestuurd krijgen, zo prettig leesbaar zouden zijn. Behalve het feit dat het prettig las, voorzit ter, kwam de inhoud van het rapport, en daar gaat het vanzelfsprekend om, voor wat betreft lijst Linssen volledig overeen met de visie die binnen onze fraktie leeft aangaande de structuurschets. Wij gaan dan ook volgaarne akkoord met dit voorstel. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ook ik vind de structuurschets een uitstekend geschreven stuk, een zeer helder stuk en daarvoor mijn compli menten. Alleen kom ik toch tot een ander oordeel met betrekking tot ja of nee. In tegenstelling tot wat de heer Van den Ouden zegt, heb ik de herinne ring dat ik tegen de structuurschets heb gestemd. Ik stem ook tegen dit stuk, omdat dit stuk een aantal elementen bevat die niet mijn instemming meedragen, o.a. de visie van Bergen op Zoom, die zich naar buiten haar gemeentegrenzen richt. Derhalve vraag ik aantekening. De heer AERTSSEN: Voorzitter, in de commissie hebben wij gezegd dat het een goed verhaal is, een goed draaiboek voor de toekomst met een aantal plannen. Er valt eigenlijk niks meer over te zeggen, ware het niet dat de aanvulling toch een vraag bij ons oproept. Ik interpreteer de aanvulling als volgt en dat is de aanvulling, die op verzoek van de heer Van de Water, denk ik, aan ons is toegezonden. Die handelt over Kijk-in-de-Pot Ik vind dat de omschrijving, zoals die nu wordt toegepast, niet veel op heldert, maar juist een grotere verwarring zaait. De geformuleerde mogelijk heden zijn strikt genomen, denk ik, in overeenstemming met het bestemmings plan, maar wel in strijd met de intentie die het college eerder formuleerde. In het noordelijk deel van Kijk-in-de-Pot waren bijvoorbeeld een attraktie- park, sportclustergrootschalige aktiviteiten dus niet denkbaar. Deze verbeterde formulering laat volgens mij dat wel heel duidelijk toe. Het lijkt erop alsof het college dat ook stimuleert. Ik zou daar graag duide lijkheid over willen hebben. Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, het blijkt maar weer, als je in eerste instan tie uitgaat van een hoog abstraktieniveau, waardoor men leert om met een helicopterview naar een stuk ruimtelijke ordening te kijken, dat dan ook de uitwerking brede draagkracht ondervindt. Het is een wat andere manier van benaderen, maar ik denk dat het een heel juiste wijze van benadering is. Dus een compliment voor de samenstellers van deze nota. Ik denk dat deze nota -27- ook duidelijk een aanzet kan vormen tot verdere uitwerking en een heel goede wijze, zoals we hier in Bergen op Zoom met de ruimtelijke ordening omgaan. Het compliment, wat de heer Muller aan de heer Bolsius gaf, en weer omge keerd. Ik denk dat we dat eindeloos vanavond heen en weer kunnen brengen, maar ik denk dat dit meer naar de samenstellers van de nota moet. Voorzitter, ik heb wel een compliment aan u, hoe u snel rimpels kunt laten verdwijnen, dat moet toch iets inhouden. Het CDA heeft even een rimpel en 5 minuten later was die weg. Ik denk dat inderdaad de vraag, die de heer Muller gesteld heeft naar aanleiding van het verspreiden van de nota, een terechte vraag was. Ik ben blij met uw toezegging dat eenieder die nota ook krijgt, want we zullen daar de komende jaren nog ontzettend veel mee moeten doen. Als het goed is nog de eerste 10 jaar. Laten we hopen dat die nota na zoveel jaren ook nog stofvrij bij ieder in de kast ligt. De heer JANSSEN: Voorzitter, een uitwerking van een structuurschets houdt dus in dat de structuurschets als zodanig overeind is gebleven en dat is waar. We waren het daar als raad mee eens en dus waarom het niet eens zijn met die uitwerking. De heer Muller heeft gezegd, we hebben hier eigenlijk een plan voor ons liggen, wat meer een tijdsvolgorde weergeeft. Dat is natuurlijk ook juist. Ieder zou vaak op onderdelen wensen dat het in een wat korter tijdsbestek kan, maar dat gaat nu een keer niet. Dat is inherent aan o.a. werkdruk, die in de diensten nu een keer aanwezig is. De VVD-fraktie heeft een tweetal opmerkingen te maken. Dat betreft in eerste instantie dat wij enige zorg hebben met betrekking tot de bedrijventerrei nen. Er wordt gesproken over een volgorde van realisering en waar Staakberg als eerste gerealiseerd zou moeten worden. Een tijdje later zou de Augusta- polder komen. In de commissievergadering hebben wij over dit fenomeen ook gesproken en gevraagd of het niet mogelijk was een en ander om te draaien. We begrijpen dat dat allemaal niet eenvoudig is, maar de zorg blijft wel dat er een goede aansluiting moet zijn. De notitie maakt overduidelijk dat er een schreeuwend tekort is aan bedrijventerreinen. Als nu Staakberg, om wat voor reden dan ook, ik denk aan bestemmingsplantechnische redenen, niet op tijd gerealiseerd wordt, dan moet het dus zo zijn dat zo snel mogelijk een ander bedrijventerrein gerealiseerd zal kunnen gaan worden. Een laatste opmerking, voorzitter, betreft het oostelijk bosgebied. Het oostelijk bosgebied is in de visie van de VVD een gebied wat niet alleen een uiterst extensieve rekreatievorm mogelijk zou moeten maken, maar wat ons betreft kunnen intensievere vormen van rekreatie daar ook heel goed plaats vinden. Wij hopen dat in een verdere uitwerking van dit geheel daarmee rekening gehouden kan worden. De heer AERTSSEN: Voorzitter, bij interruptie, is dit nu een standpunt. Ik vind dit een beetje merkwaardig. Ik zou graag een toelichting willen hebben op die term, extensief vinden wij prima, maar intensief mag wat ons betreft ook. Hoe moet ik dat plaatsen? De VOORZITTER: Het lijkt mij een heel duidelijke keuze die de heer Janssen gemaakt heeft. Hij zegt namelijk dat het bosgebied op plaatsen geschikt gemaakt zou kunnen worden voor vormen van intensieve rekreatie, waarbij ik onmiddellijk de kinderboerderij voor mijn geest zag verschijnen. Het woord is aan wethouder Stuart. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ook bij dit onderwerp stel ik het op prijs om te zeggen dat net als bij de structuurvisie er sprake is van een brede eensgezindheid in de raad. Het zij herhaald, het is bij dit soort onderwerpen verschrikkelijk belangrijk dat er over die zaken hetzelfde wordt gedacht

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 128