-16- dat wat we bedoeld hebben allemaal is gerealiseerd en is gaan lopen zoals we dachten. Met betrekking tot het landbouwverkeer hebben we een keurige notitie gekregen en daarmee kunnen we instemmen. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, gezien de wijzigingen stemmen ook wij hiermee in. De heer AERTSSEN: Voorzitter, even een paar algemene opmerkingen. Ik vind dat de overheid heel terecht een veiliger en zuiniger weggedrag stimuleert. Ik denk dat dat ook zeker binnen de bebouwde kom de tendens is, de snelheden worden lager en lager, zelfs tot 30 km/uur. Er zijn zelfs gemeenten die een bord 50 km/uur hebben staan bij wegen, waar dan een tekst bij staat: dit is het maximum, maar liever minder. Met andere woorden, voorzitter, we pleiten er dus voor op veel plaatsen om die snelheid vanwege de veiligheid, vanwege het milieu verder naar beneden te brengen. Ook zelfs op wegen waarvoor de ontwerp-snelheid, zoals in het stuk wordt genoemd, hoger was en zelfs op wegen die dan ook nog een wervend karakter hebben. Als het college zijn zin krijgt, zijn wij in Bergen op zoom, denk ik, nog lang niet zover. U pleit onverkort grotendeels voor de Markiezaatsweg voor 70 km/uur. Ik vind dat een beetje ongelooflijk, maar ook ongeloofwaardig naar de burger toe. Het is bovendien zeer verwarrend. Ik denk dat een richt lijn binnen de bebouwde kom maximaal 50 km/uur heel helder is voor de meeste weggebruikers. Voorzitter, ik heb de notitie gelezen en ik moet zeggen, wat dat betreft wordt er denk ik geen'nieuw licht op deze zaak geworpen. We hebben daar in de commissie uitgebreid over gesproken. De heer Franken van het CDA heeft ook aangegeven wat zo de knelpunten kunnen zijn en die blijven, wat mij betreft, ook rechtovereind. Ik wil dan nog een ander punt onder uw aandacht brengen. In diezelfde com missie is er ook voor gepleit om het doorgaand traktorverkeer toe te laten in relatie uiteraard met het maximum van 50 km/uur. In onze optiek zou dat heel goed kunnen, omdat het probleem kennelijk nogal eens is dat traktoren dan een weg door de binnenstad moeten kiezen. Tot slot, voorzitter. Wij hebben er steeds voor gepleit, als fraktie, en we hebben daar ook een paar keer een motie voor ingediend, om vrachtverkeer te mijden op de Markiezaatsweg. Het stuk van het college lezend, hebben we er vertrouwen in dat dat nu in ieder geval goed geregeld gaat worden. Maar wij willen dan ook wat dat betreft deze oplossing een goede kans geven. Dus geen expliciet verbod voor vrachtverkeer, maar wel wat ons betreft die zaak op de voet volgen. Als straks blijkt dat er toch buitengewoon veel gebruik van gemaakt gaat worden, vrachtverkeer van de Theodorushaven richting het zuiden, ik denk dat we er dan nog eens een keer over moeten praten en mis schien zelfs aanvullende maatregelen moeten treffen. Voorzitter, ik heb voor wat betreft die opmerkingen over de maximale snel heid van 50 km/uur een amendement achter de hand, dat wilde ik in tweede termijn bij u inleveren. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, mag ik de heer Aertssen vragen of hij bij de milieu-overwegingen alleen het geluid heeft betrokken of ook de emissies, want qua emissiezaak is het zo dat bij de meeste auto's de emissies per km bij 50 km/uur slechter zijn dan de emissies bij 70 km/uur. Ik denk dat je bij milieu-overwegingen daar toch een duidelijke afweging tussen moet maken. Ik zou graag, zo mogelijk in eerste termijn, van de heer Aertssen horen wat voor afweging hij daarbij heeft gemaakt. De heer AERTSSEN: Voorzitter, ik denk dat beide aspekten aan de orde zijn, zowel het geluid als de uitstoot van schadelijke gassen. Van het geluid zal -17- het duidelijk zijn, hoe hoger de snelheid, hoe groter de geluidsoverlast. Ten aanzien van het gebruik van brandstof hebben ze mij altijd geleerd dat naarmate de snelheid hoger wordt ook de weerstand groter wordt en je der halve een groter brandstofverbruik krijgt. De heer P. FRANKEN: Voorzitter, in de commissievergadering hebben we het samenhangend pakket, wat u aangeboden heeft voor wat betreft de verkeers maatregelen op de Markiezaatsweg, behandeld. Ik heb daar wat opmerkingen gemaakt. Ik heb ook het tracé wat verkend en afgemeten. Ik ben u overigens erkentelijk voor de notitie die we vlak voor deze vergadering op onze tafels hebben aangetroffen. Met die notitie ben ik best blij, maar u zet daar toch een gedeelte van de raad een stukje mee op het verkeerde been. Want, voor zitter, wat waren mijn opmerkingen in de commissievergadering. Dat was het tracé in relatie met de op- en afritten, de kruisingen en de funktie van de weg. Ik heb in de commissie uitgelegd dat het stukje weg, waar we over spreken, een tracé is van ongeveer 3 km, waar toch 9 barrières in zijn. Om de paar honderd meter kunt u daar ofwel een afslag vinden, ofwel een over steek, ofwel een verbinding waar de zuidkant en de noordkant van de weg met elkaar verbonden worden. Die zaak blijft hetzelfde. Om veiligheidsredenen en ook vanwege het feit dat het totale trajekt van deze weg ruim 3 km is, waarbij aan weerszijden van het trajekt een gedeelte 50 km/uur is, zodat er per saldo ongeveer 2 km overblijft waar een ander regime zou gelden, vind ik dat met uw notitie in de hand, dit samenhangend pakket met precies dezelfde argumenten, maar slechts met 2 wijzigingen in het stuk, en dat zijn eigen lijk 2 cijfers die we 'dan van 7 naar 5 wijzigen, we een prima raadsvoorstel hebben. Want, voorzitter, al die argumenten, ik zou ze niet beter hebben kunnen gebruiken voor mijn motivatie, dat het een weg is waar landbouw verkeer al kruisend of afslaand overheen gaat. Dat landbouwverkeer met zich meebrengt dat dat mogelijk in bepaalde tijden van het jaar toch enige vervuiling op een weg zou kunnen aanbrengen en dat in verband met de veiligheid van de weg een snelheid van 70 km/uur te hoog is. Vandaar dat ik vast blijf houden aan die 50 km/uur. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, bij de behandeling van het voorstel in de commissie is gebleken dat de bijdrage van met name de heer Franken onvoldoende kon worden verduidelijkt aan de hand van de bijliggende teke ningen. Daarom hebben we in de commissie afgesproken dat we onze verkeers- deskundige dat nog eens zouden laten uitleggen. Dat hebben we met dit stuk, wat dan vandaag is aangereikt, geprobeerd. Ik denk dat dat stuk noodzakelijkerwijs in moet houden dat het standpunt van het college door de commissoriale behandeling niet veranderd is. Het is precies zoals de heer Franken zegt. De verkeersdeskundige gebruikte argu menten om aan die 70 km/uur vast te houden. Dezelfde argumenten worden door de heer Franken gebruikt om voor 50 km/uur te kiezen. Ik kan daar geen zakelijke, nadere argumenten meer bij bedenken. Het gaat daar om een persoonlijke inschatting. Dat speelt vanaf het begin natuurlijk al zo bij deze hele discussie, de moties van de PvdA over de 50 km/uur. Om die reden precies hebben we ook gezegd, we brengen het naar de raad, terwijl het eigenlijk een bevoegdheid van het college is. Ik heb ook absoluut niet de behoefte om verder te proberen argumenten te vinden. Alles duidt er op dat het pakket van maatregelen in onze visie, zoals het nu wordt voorgesteld, in orde is. Het past bij het wegenverkeersreglement. Het past bij het ontwerp van de weg, de problemen met de op- en de afritten, de bereikbaarheid van de landbouwpercelen blijken krachtens de notitie van de deskundige, verkeers technisch gesproken althans, geen problemen op te leveren. Derhalve zie ik geen noodzaak om het voorstel te wijzigen, maar de raad is aan zet. Dat is de afspraak die we indertijd ook gemaakt hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1993 | | pagina 123