-16-
gevende betekenis is geweest. Dat is het feit dat de VNG adviseert, bij een
bouw van een dergelijke omvang als deze in onze stad, altijd te rekenen met
een groeipotentie van het gebouw qua bezetting op zich van 15 jaar.
Terwijl voor de lokatie zelf zelfs een norm geldt van een groeipotentie van
50-60 jaar.
Mijn vraag aan u, voorzitter, is dan ook, of het college bereid is de optie
van mogelijkheid tot uitbreiding via een zwaardere constructie, zoals u die
aangegeven heeft in de commissie APPZ, in de plannen op te nemen.
Ongeacht het feit, dat wij de lokatie op zich voortreffelijk vinden, zullen
wij dan toch deze plannen slechts kunnen ondersteunen als het punt van uit
breiding van personeel duidelijk geregeld is. Dat was het voor de eerste
termijn, voorzitter.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik dank u namens het college heel hartelijk
voor de inbreng, die u in eerste termijn met betrekking tot dit voorstel
hebt willen leveren.
De toonzetting van de onderscheiden inbreng is verschillend geweest. Aan de
ene kant is er nog eens teruggekeken naar het hele proces van besluitvorming
en aan de andere kant is de opmerking gemaakt, dat wachten beloond is ge
worden. De heer Muller heeft er nog eens de aandacht op gevestigd dat wij
eigenlijk voornemens waren om al 14 dagen in een ander gebouw te zitten.
Op zichzelf denk ik dat het niet nodig is om ook van de zijde van het
college nog eens de hele procedure de revue te laten passeren. Maar het moet
me toch wel van het hart, dat het bepaald niet zo geweest is dat er van de
zijde van het college onwil bestond om het genomen raadsbesluit of genomen
raadsbesluiten uit te voeren, zoals de heer Van de Water in zijn bijdrage
mededeelde. Dat is bepaald niet het geval geweest. Al hebben sommige
onderhandelingen wat langer geduurd, dan is dat bepaald niet aan de onwil
van het college te wijten geweest. Integendeel, er zijn veel momenten
geweest dat we in de stroomversnelling, waarin u zich thans voelt aangeland,
de neiging hadden met handen en voeten te willen sturen om het geweld tegen
te gaan. Ik vind dat de kwalificatie, dat daar ook maar in de verste verte
onwil een rol bij gespeeld zou hebben, niet juist.
Door sommige uwer is over het onderhandelingsresultaat met de PTT gespro
ken, door het merendeel uwer in positieve zin.
Ik denk dat, wanneer we terugkijken naar dit onderhandelingsresultaat, we
uiteraard te maken hadden met partijen die in zekere zin aan elkaar gewaagd
waren. Waarbij de PTT het voordeel had dat men in beginsel wist wat de
gemeente wilde en de PTT nu eenmaal zijn eigen plannen trok, die voor een
deel wel en voor een ander deel niet openbaar waren. Uiteindelijk moet je
kijken naar de resultaten die eruit gekomen zijn.
Wanneer we die tegen het licht houden van eerder door een onafhankelijke in
stantie naar voren gebrachte prijzen voor het gebouw als zodanig, dan denk
ik dat op zichzelf van een ook voor de gemeente acceptabele uitslag kan
worden gesproken.
Dames en heren, door verschillende uwer is erover gesproken dat onze mede
werkers het recht hebben om behoorlijk gehuisvest te worden. Dat is ook zo.
We hebben daar in feite te maken met een recht. Immers de arbeidsomstandig
hedenwet verplicht een werkgever om ervoor te zorgen dat goede werkplaatsen
worden aangeboden. Het doet ons deugd dat bij het merendeel uwer met deze
opvatting kan worden ingestemd.
Ik vind het eigenlijk jammer dat 8 ambtenaren de heer Van der Kallen gebeld
hebben en dat ze kennelijk geen gebruik hebben gemaakt van de inspraakmoge
lijkheden, die eerder aan al onze medewerkers zijn gegeven. En waarbij ge
lukkig, en door sommigen is dat ook gereleveerd, door velen gebruik van is
gemaakt om op een goede werkplek terecht te komen.
Ik zou vervolgens toch willen opmerken dat de kwestie van de huisvesting wel
degelijk ook met gekozen en representatieve organen vanuit onze medewerkers
is besproken. Te weten, in het georganiseerd overleg aan de ene kant, waar
de huisvestingskwestie met de ambtenarenvakbonden een- en andermaal
onderwerp van gesprek is geweest, terwijl we de medezeggenschapscommissies
juist betrokken hebben in de hele inspraakprocedure. Het lijkt me onjuist,
gelet op de verhoudingen die in de ambtelijke wereld bestaan tussen werk
gever en werknemer, dat de ambtenaren deels het budgetrecht van uw raad
zouden gaan beïnvloeden, wanneer ze, zoals de heer Van der Kallen voor
stelde, net als een ondernemingsraad in het vrije bedrijfsleven een investe
ringsplan zouden moeten goedkeuren. Dat lijkt me een wat heel merkwaardige
vermenging van de democratische plicht, die u overigens vrijwillig op u hebt
genomen.
Met betrekking tot de omvang van het gebouw is door verschillende uwer
gesproken. Het laatst door de heer Linssen, die ervoor gewaarschuwd heeft om
vooral toch ook een in de toekomst passend pak te kopen.Ik kan mij dat heel
wel voorstellen, want u zult in de krant gelezen hebben dat de heer Linssen
een aktieve afslanker is geworden. Daarbij doet zich overigens hetzelfde
voor wanneer je een te kleine jas koopt. Na enige tijd begint het in het ene
geval te slobberen en in het andere geval te knellen.
De adviezen van de VNG waren mij bekend en die zijn uw raad ook bekend. Mis
schien mag ik nog eens in herinnering brengen het advies, wat we aan Twijn-
stra Gudde gevraagd hebben, en wat door een commissie ad hoe uit deze raad
is behandeld, en waarin deze extra ruimten ook waren opgenomen.
Ik denk dat er op het terrein van de omvang van ons apparaat een paar fak-
toren zijn die een rol spelen.
Als ik de lijn met betrekking tot het aantal formatieplaatsen zou moeten
doortrekken, dan hebben we te maken met een afslankende lijn. Dan hoef ik me
helemaal niet druk te maken over de omvang. Een afslanking is ontstaan door
overdracht van taken aan de samenwerkingsorganen. Denkt u maar eens aan het
ontstaan van de GGD's, het wegvallen van het hele beleidsapparaat op het
terrein van de volksgezondheid in de gemeenten. Een volgende afslanking op
het terrein van de milieu-uitvoering staat ons te wachten.
Als ik u zo even uit mijn hoofd een cijfer mag noemen, had de gemeente
Bergen op Zoom in 1982 in de orde van grootte van 730 medewerkers, waar dit
er op dit moment aanzienlijk minder zijn.
Maar er is ook een opgaande lijn te constateren. Dat is dat veel banen lang
niet altijd full-time vervuld worden, maar dat ze daar met deeltijd te maken
hebben.
Er is een derde element. De heer Van der Kallen heeft dat ook genoemd. Dat
is het probleem van de herindeling. Betekent dat getalsmatig ook voor wat
betreft je ambtenarenapparaat voor Bergen op Zoom op korte termijn een
uitbreiding? Dames en heren, ik kan u dat niet met zekerheid zeggen. Maar we
hebben wel met de architekt gesproken over een mogelijke flexibiliteit in
het gebouw, waarvoor een tweetal lokaties aangewezen zijn.
De ene, door sommigen is die ook genoemd, dat je op een gegeven moment, en
je zou dat ook tijdig bij de PTT bekend moeten maken, inderdaad voor een
situatie komt te zitten dat je vindt dat het noodzakelijk is om over de 400
verhuurde mz te kunnen beschikken. De andere is dat reeds thans bouwkundige
voorzieningen getroffen worden, dusdanig dat op het dak te zijner tijd nog
de nodige hoeveelheid werk-vierkante meters gebouwd zouden kunnen worden.
Een dergelijke keuze is in de commissie algemene zaken aan de orde geweest.
Ik heb u daarbij in de commissie op een tweetal problemen gewezen.
De ene is van stedebouwkundige aard. Het is natuurlijk een verschil of je
daar een gebouw met de maximale bouwhoogte van de zes verdiepingen, zoals
die zich thans zullen manifesteren, neemt, of wanneer je al direkt naar