£3E - 12: - begrotingsoverschottenDat is onvoorstelbaar als we dit nu zien. Een portefeuillehouder die de begrotingsrealisatievergaderingen leidde en daar zelf de initiatieven toe nam, ook als op het oog alles goed liep. Wij vragen ons af nu we met dit gevolg van mismanagement worden geconfronteerd, waar was het collegiaal bestuur of zijn het toch, de zo vaak ontkende, hoge scheidings muren tussen de portefeuilles en verantwoordelijkheden. In dit licht wijs ik ook nog even op wat op pagina 2 staat-waar u aangeeft dat ook u als verantwoor delijk wetgever regelmatig besprekingen heeft gevoerd. Ik denk dat een bespre king op zich zinvol kan zijn, maar de kwaliteit van de vragen in die bespreking is van veel groter belang. Dus ook daar hoor ik van u even op hoe die vergaderingen zijn verlopen. Dan de raad waarvan we toch moeten constateren dat alle fracties, waaronder D'66 de verklaring van het college in de MARAB als zoete koek slikten. In het raadsvoorstel, onderhavig aan het agendapunt staan een aantal maatregelen die moeten voorkomen dat zich een herhaling kan voordoen. Eveneens wordt voorko men dat de begroting structureel uitzet, met uitzondering van de verwarmmgs- kosten. Ten aanzien van het voorstel gaan wij accoord met de ingeslagen richting. Wel vragen wij u de mogelijkheid mee te nemen om de rentekosten die veroorzaakt worden door het tekort in de begroting 1991 structureel in mindering te brengen op de toekomstige begroting. Tenslotte voorzitter, dat er ambtelijk een kortsluiting heeft plaatsgevonden is op dit moment niet relevant. U heeft dat zelf al in uw inleiding aangegeven. Centraal staat de vraag hoe we het begrip politieke verantwoordelijkheid moeten uitleggen en waarmaken ,wat- wij als raad met onze politieke verantwoordelijkheid en legitimiteit naar de kiezers toe moeten doen. Derhalve de cruciale vraag: hoe denkt de portefeuillehouder zijn politieke verantwoordelijkheid tot uiting te laten komen en voelt het college in deze een collegiale politieke verantwoor delijkheid en indien ja, hoe denkt zij daar invulling aan te geven. De heer VAN DER KALLEN: Wat kan er toch veel veranderen in een weekje tijd. Vorige week een hele discussie in deze zelfde zaal, alle partijen tot het uiter ste geladen, gespannenheid, een hoop kabaal, een heleboel vragen, een wethouder die diverse keren min of meer uitriep ik heb het niet geweten, een commissie die daar echt niet mee accoord ging, die er eigenlijk niet van wou horen,die toch een andere interpretatie geeft. Dan plotseling wordt het kwart over zeven, dan zit en dat komt heel zelden voor om vijf voor half acht de voltallige raad al in de bankjes en het college straalt een en al ontspannenheid uit. Ja, de rokerige achterkamers hebben dus wel gewerkt. Sommige spraken een week geleden over mis management. Nou, als het over een management gaat om een college bij elkaar te houden dan verdienen ze een 10. Of het bij elkaar houden van een college nu wer kelijk het hoogste politieke goed is of het bij elkaar halen van een college nu werkelijk betekent dat de burgers van Bergen op Zoom snappen wat er in de poli tiek omgaat, dat de burgers van Bergen op Zoom respect kunnen opbrengen voor het politiek bedrijf, dat denk ik niet. Als ik dan een P.v.d.A.-woordvoerder hoor stellen tot het moment van de verklaring van de wethouder, alsof hij dat van te voren niet wist, en toen was de kou uit de lucht. Ja, dan komt mij dat toch echt over als jongens, die raad, wat hebben we ermee te doen.. We hebben alleen maar wat van doen met collegepartijen, want als we dat eventjes onder elkaar regelen dan komt het dik voor elkaar. Dan vraag ik me af, waarom is het met el kaar geregeld. Wat heeft het CDA en wat heeft de P.v.d.A. bewogen om eigenlijk iets wat absoluut onacceptabel is toch te accepteren. Dat kan niet in de verkla ring van de portefeuillehouder gelegen zijn, want als je die leest - sommigen hebben er 15 minuten voor nodig nadat zij hem eerst hebben gehoord - dan denk ik bij mezelf, ik heb niets nieuws gehoord.Als ik het nog eens een keer herlees, dan zeg ik: ik heb niets nieuwq. gelezen. De portefeuillehouder zegt in iets andere woorden hetzelfde wat hij een week geleden zei.Dus wat is dan het nieuws. Ik denk dat er nieuws is gezocht, want het CDA en de P.v.d.A. waren zo hal op de route van deze periode eigenlijk te bang om de kans te lopen tot een breuk in het college. Dan zou er opnieuw moeten worden onderhandeld over een coj-lege- programma en dan weet je nooit wat er uit komt. Misschien dat wel anderen dan - 13 - die portefeuillehouder hun portefeuille of hun stoel verliezen. Laten we dan dat risico toch vooral maar niet nemen. Dan krijg je een geknutselde zaak, een portefeuillehouder die een prachtig verhaal houdt, waarvan ik zeg, en ik val nu al in herhaling, waarvan ik zeg er zit niets nieuws in. Dan krijg je prachtige redevoeringen van fractievoorzitters van collegepartijen en daarvan eindigt er één met een persoonlijke noot ludiek, dat we door moeten gaan met het besturen. Heel deze discussie is een typisch voorbeeld van het niet eens gestart zijn met besturen. Hij wil doorgaan. Ik vind het lovenswaardig, ik zou het op prijs stellen als dit college - en klaarblijkelijk zoals het er nu voorligt met deze portefeuillehouder - eens start met besturen, want van dat besturen heb ik bitter weinig gezien. Ik zie het ook vanavond niet. Wat wil men. Men produceert een tekort, een extra tekort van f. 500.000,- of wel het tekort op De Maagd en De Stoelemat wordt 50% groter en dan komt er een ver klaring: wij hebben de budgethouder opdracht gegeven zodanige maatregelen te treffen dat ten aanzien van de stadsschouwburg binnen het budget wordt gebleven. Dan zou je zeggen, dat is wel simpel, je geeft een verklaring uit en weg toe komstig tekort. "Dat kan klaarblijkelijk per verklaring geregeld worden. Ik ontdek niet de concrete maatregelen, want de fractievoorzitter van het CDA mag wel zeg gen de schouwburg staat niet ter discussie en de heer Van de Water vertaalt dat als het gebouw behouden, alsof bij het verdwijnen van de schouwburg gelijk het gebouw weg zou zijn, maar goed, de schouwburg staat niet ter discussie. Wat wel ter discussie staat is dat als je in 1991 klaarblijkelijk een x bedrag plus een half miljoen nodig hebt om een schouwburg acceptabel, qua dienstverlening te laten draaien, het natuurlijk niet zo kan zijn dat als je daar een half miljoen wegstreept je plotseling een schouwburg hebt die nog net zo acceptabel draait. Ik denk dat de "tevredenheid" die er leefde bij de burgers over die schouwburg zou om kunnen slaan in "ontevredenheid" als men door wegschrappen van een half miljoen men plotseling in de kou zit of men nog langer op zijn bakje koffie tij dens de pauze moet wachten, of dat men plotseling een half uur in de rij moet staan voor de garderobejuffrouw. Ik denk dat we toch eerst eens even die maat regelen concreet moeten zien en wat dat betekent aan dienstverlening. Misschien is het product schouwburg daarna niet meer interessant of niet meer de wens van deze gemeenteraad. Dat laatste hoop ik natuurlijk. D'66 heeft het al gememoreerd dat in 1987 de BSD en niet zonder reden tegen die exploitatiebegroting stemde. Wij -.zagerr het financieel niet zitten. Wij zien dat ook, ondanks de verklaring van de wethouder die klaarblijkelijk een budgethouder een opdracht geeft, nog steeds niet zitten. Wij zijn bang dat dit stadhuis nog heel vaak zal trillen van wege de tekorten die men oploopt of vanwege het disfunctioneren van de schouwburg als totaliteit, omdat hij niet meer voldoet aan wat wij, en daarmee bedoel i de bevolking van Bergen op Zoom, van die schouwburg willen. Dan heb ik toch een directe vraag aan de voorzitter van deze raad, want in het betoog van de heer Muller, die sprak over het afstoten van de Stoelemat w actueel is dat is gelukkig actueel daar heeft de BSD ook al eerder voor gepleit maar dan kimt het, dan wenst hij wel zodanig maatregelen dat de currentie tegen wordt gegaan die mogelijk op kan treden van De Maagd. Ik kan mij niet voorstellen dat een gemeente ruimtelijke ordeningsmaatregelen, bestemmings plan maatregelen mag nemen om zichzelf te beschermen tegen ^™^egShedên dat dat wel degelijk een onjuist gebruik zou zijn van gemeentelijke bevoegoneoen. k vra g d s e Jorozitter om zijn mening daarover te geven te zi in in de zin van we hebben de boel belazerd, want we wisten dat het paard een verborgen gebrek had. Nu is het gebrek wat toen verborgen had kunnen heel duidenjk aan de dag getreden. Ik denk dat het met zo simpel zal zijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 90