- 8 -
Excuses dat de technische hulpmiddelen niet adequaat functioneren accepteren
wij niet meer. Manager zijn betekent verantwoording nemen en dragen, ook al
zijn de omstandigheden niet altijd ideaal.
Ten vierde. Ongewenst beleid zou betekenen dat het geëxtrapoleerde tekort in
1992 f. 110.000,- voor De Maagd zou bedragen. De CDA-fractie is van mening
dat het door uw college aangekondigde onderzoek, alsmede de uitkomsten van
het door ons gevraagde rekeningonderzoek dusdanige maatregelen dienen te be
vatten dat een extra tekort zich niet"voordoet, dan wel binnen het gestelde
budget wordt opgevangen. Met andere woorden, wij tolereren geen extra tekort
voor 1992. Uw opdracht terzake aan de budgethouder gegeven ondersteunen wij
derhalve.
Ten vijfde. Met betrekking tot De Stoelemat. Bij de productbeschrijving in de
begroting 1992 bij De Stoelemat schrijft uw college dat de exploitatie van deze
accomodatie in 1999 budgettair neutraal moet zijn. Het uitgangspunt bij die
visie was dat De Stoelemat in exploitatie bij de gemeente zou blijven, waardoor
het geen concurrent van de stadsschouwburg kon worden. Immers eigendom bepaalt
het gebruik. In dat kader stelt u in diezelfde beleidseditie van de begroting
voor een beleidsplan herstructurering aan de raad voor te leggen met als uit
gangspunt dat De Stoelemat in gemeentehanden blijft.
Thans is afstoting aan derden actueel geworden en kondigt uw college in een
prae-advies aan een integrale notitie gelijktijdig met de voorjaarsnota te
zullen presenteren waarin de verkoopvariant nadrukkelijk ter sprake komt.
Bezwaar tegen dit onderzoek met de privatiseringsvariant hebben wij niet.
Wel willen wij u er nadrukkelijk op wijzen dat om aanzienlijk betere exploita
tiemogelijkheden versus verkoop. Het is onze stellige overtuiging dat een
actief acquisitiebeleid tot veel en veel betere resultaten zal leiden.
Tevens zij aangetekend dat bij vervreemding bestemmingsplanmaatregelen nodig
zullen zijn om ongewenste concurrentie ten aanzien van De Maagd buiten de deur
te houden.
De conclusie van bovenstaande is dat nu het schouwburgprobleem is opgelost
wij niet wensen geconfronteerd te worden met een evenementenprobleem. Toetsing
zal in dat kader plaatsvinden.
Tot slot de politieke afweging van deze vervelende affaire.
Zoals reeds in het begin van mijn betoog geconstateerd heeft de portefeuille
houder de politieke verantwoordelijkheid op zich genomen. Dat is maar goed ook.
In een collegiaal bestuur is en blijft van wethouder van cultuur cum annexis
de eerstverantwoordelijke naar college en raad. Collegiale verantwoordelijkheid
veronderstelt voor ieder op zijn eigen terrein, het nemen van verantwoordelijk
heden en het tonen van initiatieven om het de collega-bestuurders mogelijk te
maken mede verantwoordelijk te zijn. Het geeft dan geen pas zich te verschuilen
achter ambtenaren en falende systemen. De portefeuillehouder had in een vroeg
tijdig stadium en veel nadrukkelijker op zijn bestuurlijke managementstrepen
moeten gaan staan om die signalen uit de organisatie te krijgen, die noodzakelijk
waren om bij te sturen. Daarmee had dit debacle, van deze omvang, voorkomen kun
nen worden.
Naar aanleiding van de verklaring van de portefeuillehouder
De verklaring van de portefeuillehouder gehoord hebbende, menen wij te moeten
vaststellen geen verschil van mening te hebben over de primaire verantwoorde
lijkheid van de portefeuillehouder binnen het collegialiteitsprincipe.
Wij stellen vast dat de wethouder van cultuur c.a. toegeeft binnen zijn verant
woordelijkheid adequater te hebben kunnen optreden. Dit.zittende college handelt
vanuit het collegialiteitsbeginselzoals neergelegd in het collegeprogramma
bij de aanvang in 1990. Wij als fractie hechten grote waarde aan dit collegiali
teitsprincipe. Thans hebben wij,niet de behoefte hiervan afstand te nemen en
daarmede een breuk in de coalitie te bewerkstelligen. Het moge duidelijk zijn
dat dit absoluut geen vrijbrief betekent voor herhaling van dit soort situaties.
Herhaling zal ongetwijfeld tot politieke consequenties dienen te leiden.
Namens de CDA-fractie spreek ik de bereidheid uit om de voorgestelde maatregelen,
in de verklaring afgesproken, te steunen, hetgeen betekent dat wij thans geen
maatregelen tegen deze portefeuillehouder overwegen.
9
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Dan nog een persoonlijke noot.
Wij hebben de laatste tijd nogal wat hectische tijdens ondervonden. Ik ben daar
toch nauw bij betrokken geweest. Ik vind dat we nu maar eens door moeten gaan
met sturen.
De heer VAN DEN KIEB00M:0ok voor mijn fractie is natuurlijk datgene waar we nu
over praten een buitengemeen ernstige zaak, daarover geen misverstand.
Een onverwacht tekort van deze omvang op Stoelemat en De Maagd geeft daar na
tuurlijk alle aanleiding toe.
In de gezamenlijke commissievergadering van Cultuur en Financiën is uitgebreid
gediscussieerd over oorzaken en gevolgen. Waarom heeft het zover moeten komen.
In diezelfde gecombineerde commissievergadering is de verantwoordelijke wethouder
begonnen met het erkennen van zijn politieke verantwoordelijkheid. Dit was in
ieder geval een ander geluid dan hetgeen wij vooraf vanuit de diverse media moch
ten vernemen. Het afschuiven van politieke verantwoordelijkheid als bestuurder
naar ambtenaren kan tot verlies leiden aan zeggingschap over diezelfde ambtenaren.
Voor mijn fractie was het moeilijk te begrijpen waarom de verantwoordelijke wet
houder zo lichtvaardig, zonder concrete gegevens, genoegen nam met antwoorden
vanuit de ambtenarij. Het moet welhaast volledig ontbroken hebben aan een goede
communicatie en informatievoorziening.
Ik noemde net de politieke verantwoordelijkheid. Tot het moment waarop de wet
houder de verklaring gaf was mijn fractie van mening dat de wethouder, ondanks
zijn erkenning in de commissie op dit punt, te weinig inhoud aan diezelfde ver
antwoordelijkheid gaf. Nu we de verklaring van de verantwoordelijke wethouder
hebben gehoord, mede ook namens het college, vindt mijn fractie dau de kou uit
de lucht is, onder het motto: eens maar nooit weer.
Daarom willen wij ons vanaf nu richten op de toekomst. Een toekomst waarin dit
soort ernstige gebeurtenissen wordt voorkomen. Naast de voorstellen die in de
verklaring die de wethouder heeft afgelegd worden voorgesteld hebben wij, even
als de CDA-fractie het voorstel om:
- de communicatie en informatievoorziening sterk te verbeteren;
- het naar voren halen van het onderzoek van de jaarrekening 1991 in relatie
tot de voorlopige cijfers van 1992, de geëxtrapoleerde cijfers bedoel ik
om te voorkomen dat we in het nieuwe jaar 1992 weer de fout in zouden kunnen
gaan.
Verder wat het vervolgtraject het volgende. In de verklaring van de wethouder
wordt voorgesteld om een grondig onderzoek te laten verrichten naar het horeca
gedeelte. Wij stellen voor om een commissie te benoemen die zich niet alleen be
perkt tot het horecagedeelte, maar de totale organisatie van De Maagd omvat
vanaf de opening van De Maagd, dus vanaf het begin dat De Maagd operationeel was.
Een dergelijke commissie kan dan worden bijgestaan door een organisatiedeskundige,
een accountant en wellicht een horecadeskundige.
Ik wil het voorlopig hierbij laten.
De heer JANSSEN: Nadat er bekend werd dat er sprake was van een negatieve over
schrijding van het budget van De Maagd en De Stoelemat heeft het college on
middellijk opdracht gegeven te onderzoeken hoe en in welke mate een en ander
heeft kunnen plaatsvinden. Het resultaat van dit onderzoek ligt vanavon voor
ter discussie. De extra personele lasten,zo blijkt uit dit stuk, zijn in e
geheel een belangrijke component. Tijdens de gezamenlijke commissie Cultuur
en Financiën heeft de VVD-fractie zich kritisch opgesteld. Gedurende deze
commissievergadering zijn een aantal vragen van diverse fracties blijven hangen.
Het college, bij monde van de wethouder, heeft zojuist in de verklaring de n
zakelijke duidelijkheid gegeven. De politiek bestuurlijke verantwoordelijkheid
is in dit verhaal niet vergeten. De wethouder cultuur heeft zich deze veran.
woordelijkheid aangetrokken, hetgeen juist is. Het onderhavige collegestu
meldt verder onder welke omstandigheden een en ander zich heeft afgespe^