- 6 - b. evenemeifcenzaal - de post 34105 "inkoopkosten horeca" zal als gevolg van minder inkoop ten behoeve van carnavalsactiviteiten lager uitvallen dan geraamd; - de post 34054 "horeca-opbrengst" zal lager uitvallen als gevolg van minder inkomsten vanwege lagere publieke opkomst voor de carnavalsactiviteiten (algemene oorzaken: Golfcrisis en slechte weersgesteldheid)." Dit is voor het College geen aanleiding geweest te komen tot nader onderzoek. Ook de regelmatige besprekingen met de budgetverantwoordelijken van de dienst Welzijn en de Directeur van de Stadsschouwburg/Evenementenzaal hebben bij mij niet de indruk gewekt dat er een nadelig saldo en nog minder één van de omvang zoals begin maart jl. is gebleken, zou ontstaan. Ook de tweede managements- rapportage die bij raadsvoorstel nr. BD-Fin/17 d.d. 12 november 1991 aan u is aangeboden, waarin ten aanzien van de Maagd en de Stoelemat is opgenomen, ik citeer:"De uitgaven zullen worden overschreden door hogere inzet van ambulant personeel en hoger directe kosten (vnl. energie/onderhoud). De verwachting is dat deze hogere kosten gecompenseerd gaan worden door hogere opbrengsten, waardoor het saldo van de begroting op hetzelfde niveau blijft.", deed niet ver moeden dat er van een nadelig exploitatie-saldo van deze omvang sprake zou zijn. Kennisnemend van dat gegeven ben ik mij ervan bewust dat thans achteraf terecht kan worden geconcludeerd dat met name door mij toch onvoldoende alert is gerea geerd. Ik betreur dat ten zeerste en besef dat het mede mijn verantwoordelijkheid is maatregelen te treffen die herhaling kunnen voorkomen. Zoals reeds is vermeld in het thans aan de orde zijnde voorstel hebben wij de budgethouder opdracht gegeven zodanige maatregelen te treffen dat ten aanzien van de Stadsschouwburg binnen het budget wordt gebleven met uitzondering van een bedrag ad f. 15.000,- hogere energie. Ten aanzien van de Stoelemat is gelijktijdig met de voorjaarsnota een integrale nota toegezegd. Zoals uit de stukken blijkt zal met name aan de horeca-exploitatie in de Stads schouwburg de nodige aandacht besteed moeten worden. Het College heeft besloten samen met een horecadeskundigein nauwe samenwerking met de accountant, dit geheel te laten beoordelen. Bij die beoordeling c.q. dat onderzoek zal ook de wijze van exploitatie, al of niet voortzetting in eigen beheer, worden betrokken. Elke maand doet de budgethouder samen met de financiële unit Welzijn via de por tefeuillehouder verslag aan het College. De Commissie Culturele Zaken wordt periodiek op de hoogte gehouden. Mevrouw DEMMERS: Voorzitter, is het heel bezwaarlijk dat we even een kleine lees- pauze krijgen om het stuk door te lezen.Het kan zijn dat vragen die in eerste ter- mijn gesteld worden, daarin beantwoord staan. Zo snel konden wij het allemaal niet volgen. Misschien dat een paar minuten zinvol kan zijn. De meeste eerste termijnen zijn voorgeschreven en dan kan er nog herschreven worden. De VOORZITTER: Mevrouw Demmers wordt gesteund. De heer VAN DE WATER: Ja voorzitter, ik zou willen vragen de vergadering voor 15 minuten te willen schorsen. De heer VAN DER KALLEN: 15 minuten Zo trage lezers? De VOORZITTER: De vergadering is geschorst tot 12 minuten over acht. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 20.00 uur. - 7 - De heer MULLER: Voorzitter, aan uw eerste verzoek zal ik gaarne voldoen. Wat uw tweede verzoek om mij te beperken in eerste termijn kan ik niet ontkennen dat ik toch een vrij uitvoerig betoog heb. Ik hoop dat het voocu, de collega's zo duidelijk is dat ik mij in de tweede termijn kan beperken. De bijdrage van de CDA-fractie zal zich beperken tot de hoofdlijnen van de ge voerde discussies in de gecombineerde vergadering van Cultuur en Financiën. Ik volsta met een tweetal conclusies uit die gezamenlijke vergadering. Ten eerste. De portefeuillehouder erkende en nam de politieke verantwoordelijk heid. Ik kom daar aan het slot van onze bijdrage op terug. Ten tweede. Bij de leden van de gezamenlijke commissies bleef een groot aantal vragen en onduidelijkheden over. Alvorens te beginnen bij dit laatste onderdeel, heeft de CDA-fractie er behoefte aan het volgende te verklaren. Voor ons staat vast dat het hebben van een schouwburg niet ter discussie staat. Deze accomodatie heeft een oplossing gebracht in het theatervraagstuk Wél staat ter discussie de manier van exploiteren. Rekening houdend met het op doen van ervaring met deze accomodatie in het jaar 1991 zijn wij van mening dat het geprognotiseerde tekort niet overschreden had mogen worden. Sterker nog, wij zijn de mening toegedaan dat het politieke en ambtelijke management een zodanig actief beleid moet voeren dat het begrote tekort onderschreden was geworden. Met name de horeca-exploitatie had een positieve bijdrage in de exploitatie mo gen hebben. In dat kader stellen wij het volgende voor. 1e. Hedenavond te besluiten dat de rekening 1991 van De Maagd en De Stoelemat vervroegd door de commissie tot onderzoek van de rekening, zijnde de commissie Financiën moet worden onderzocht in relatie met de cijfers van het eerste kwar taal 1992. Tevens te besluiten dat de bevindingen, zo mogelijk in juni, aan com missie en raad worden gerapporteerd. Wij beogen met het onderzoek aan de hand van het cijfermateriaal een tweetal zaken: Inzicht te verkrijgen en precies te weten te komen op welke momenten en waarom de zaak verkeerd is gegaan,om vervolgens in staat te zijn .een zodanig beleid te ontwikkelen dat gericht is op het terugdringen van de tekorten om een betere uitnutting van de exploitatie mogelijk te maken. De raad is dan ook direct be trokken bij de te nemen maatregelen. Ten tweede De overschrijding, groot f. 530.000,- zal afgeboekt moeten worden van de algemene reserve. Dit betekent concreet dat de rente-opbrengst welke ten goede komt aan de Algemene Dienst met ongeveer f. 45.000,- vermindert. Met andere woorden: de burger van deze stad zal op moeten draaien voor het ontstane tekort. De CDA-fractie constateert dat een aantal kosten door tegenvallers en onvoorziene omtstandigheden onvermijdelijk was. Deze kosten zullen wij buiten beschouwing la ten en zullen dus genomen moeten worden. Wat ons betreft blijft het niet bij deze conclusie. Wij zijn de mening toegedaan en achten het zeker verantwoord, dat de ongeveer f. 200.000,- de Maagd betreffende terugverdiend zal moeten worden. Voorstellen om deze opdracht binnen het budget van De Maagd op verantwoorde wijze tot uitvoering te brengen zien wij dan ook met belangstelling van uw college te gemoet. Ten derde. Tijdens de behandeling in de gecombineerde vergadering manifes teerde zich een geweldig communicatieprobleem tussen de portefeuillehouder ener zijds en het ambtelijk management anderzijds. Dit probleem werd manifester door het feilen van de automatisering, met name de salarisadministratie. College Van den Ouden sloeg de spijker op de kop door het zo treffend te citeren ais"een blinde vlek" .Het feilen van de technische hulpmiddelen kan naar onze me ning geen rechtvaardiging zijn waarom,met name in de opstartfase, de communicatie met eikaar onvoldoende, niet indringend genoeg is gevoerd.Er is naar e mening van de CDA-fractie onvoldoende doorgevraagd om de consequenties van de genomen beslui ten op de financiële merites te toetsen. Onder hét motto, dit mag absoluutgeen tweede keer voorkomen zijn wij van mening dat om de betrokkenheid van commissies en raad, alsmede onze controlerende functie daadwerkelijk inhoud te geven, perio diek verslag wordt gedaan van alle ins en outs in de functionele commissie en/of raad. Deze harde toezegging verlangen wij van het college.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 87