-56-
denk ik dat de investering op dit gebied niet verantwoord is. Wij blijven
bij ons standpunt dat wij tegen deze begrotingswijziging zijn.
De VOORZITTER: Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Smits.
De heer SMITS: Ik wordt een beetje uitgedaagd, voorzitter, maar daar heb ik
geen problemen mee. Ik wil er alleen op wijzen dat de Mateko-banen, die wij
pas hier in de stad hebben gehad, weer afgebroken zijn. Daar hebben wij
destijds een behoorlijk kapitaalverlies mee geleden, want die banen lagen er
nog niet zo lang en waren nog lang niet afgeschreven. Het probleem was toen
voornamelijk dat we twee type banen op hetzelfde sportpark hadden. Dat werkt
niet. Als een tennisser eerst op gravel tennist en even later weer op Mateko
dan is dat vervelend, dat gaat niet. Er wordt een heel andere taktiek ver
eist en een andere balbenadering. Dat levert problemen en blessures op. Dat
speelt hier precies hetzelfde. Die banen liggen er nu eenmaal. Nu kun je
zeggen, die gaan we beregenen. Stop je nu met dat beregenen, dan moet je de
banen veranderen. Dan moeten we die 9 of 10 banen, bij de vereniging waar
het nu om gaat, omploegen en er andere banen leggen.
Het is óf beregenen en die banen laten liggen, óf niet beregenen en nieuwe
banen aanleggen van een andere kwaliteit. Ik denk dat we daar op dit moment
niet over moeten praten, want die banen liggen er nog veel te kort, zijn nog
lang niet afgeschreven en zijn nog in een uitstekende konditie. Dus ik zou
zeggen, laat ons ze netjes beregenen, zoals het ons wordt voorgesteld. Dan
gaat het voor het overige, zonder teveel blessures, prima.
De heer MULLER: Voorzitter, het doet mij deugd dat ik deze avond toch terug
ben gekomen voor de algemene beschouwingen van de heer Van der Kallen. Ik
heb weer een hoop geleerd op milieugebied. Ik denk dat zijn beschouwingen,
naar aanleiding van dit agendapunt, wat mij betreft, veel te ver gaan. De
wethouder heeft, naar mijn smaak, juist geantwoord als er efficiencymaat
regelen in het geding zijn, waardoor er een aantal besparingen voor de
gemeente in de reden ligt.
Dan kan de heer Van der Kallen wel allerlei verhalen over verdroging gaan
houden, ik vind dat prima. Enerzijds moeten we constateren dat de beregening
van dit soort banen plaatsvindt via het waterleidingnet. Ik neem aan dat
onze waterleidingbedrijven hier in de provincie op een verantwoorde wijze
hun water innemen. Dan kunnen we wel over verdroging van allerlei gebieden
praten en De Peel erbij betrekken, maar dat gaat naar mijn smaak veel te
ver
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, bij interruptie. Ik heb het woord De
Peel, niet gebruikt. Ik heb ook niet gezegd dat drinkwater tot verdroging
zou leiden. Alhoewel dat wel het geval is, want ons drinkwater, ons
sproeiwater komt uit de bodem.
De heer MULLER: Als u daar met de volgende algemene beschouwingen bij de
voorjaarsnota een notitie aan wilt wijden, vind ik dat prima.
Voorzitter, voor de rest denk ik dat het verhaal van de heer Smits het
juiste verhaal is. Wat de CDA-fraktie betreft, wij ondersteunen het voorstel
en wij willen het krediet goedkeuren.
Mevrouw VERAART: Voorzitter, ik wil aan de spraakwaterval van de heer Van
der Kallen nog wat druppels toevoegen, met de kans dat de emmer bij de heer
Van der Kallen overloopt. Maar wij hebben kritisch gestaan ten opzichte van
de voorgenomen investering. Wij hebben de commissie sport met name gebruikt
om te kijken of het inderdaad geen overbodige luxe betrof, wat dit voorstel
aangaat
De onderliggende stukken, de antwoorden in de commissie hebben ons over-
-57-
tuigd dat het om een verantwoorde investering gaat. De efficiency weegt
zwaar bij ons, maar ook de veiligheid van de baan. Ieder jaar zijn er mil
joenen sportblessures. Er is veel leed en er zijn gigantische kosten. De
gemeente heeft voor wat betreft blessure-preventie ook een taak in die zin,
dat ze ervoor moet zorgen dat de accommodaties, die onder haar beheer zijn,
optimaal zijn. Deze installatie zorgt er inderdaad voor dat de baan optimaal
is. Het is altijd een afweging van belangen. Dus aan de ene kant de
efficiency, de veiligheid voor de sporter en aan de andere kant het milieu.
Als je kijkt naar het waterverbruik, en je spreekt dan over 450 kubieke
meter, terwijl een huishouden 200 kubieke meter verbruikt, dan denk ik dat
je over een zodanige hoeveelheid waterverbruik spreekt, dat je moet zeggen,
dat weegt niet op tegen die andere belangen. Vandaar dat we het een
verantwoorde investering vinden.
Voor wat betreft de opmerking van de heer Van der Kallen over de kunstgras-
banen. Ik denk dat het sowieso goed is om in de sportaccommodatie, die er al
jaren aan zit te komen, toch ook het aspekt te bekijken, wanneer er nieuwe
accommodaties nodig zijn, van enerzijds de investeringskosten en anderzijds
het onderhoud.
Het is zo dat de investeringskosten voor kunstgras hoog zijn, maar je moet
het dan weer afwegen tegen de onderhoudskosten.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, ik dank de sprekers die het
voorstel zijn bijgevallen en dat gemotiveerd hebben gedaan.
De heer Van Es heeft nog een keer toegelicht waarom zijn partij tegen de
voorziening blijft. Ik zal hem dat recht niet gaarne ontzeggen. Waarmee ik,
in mijn gedachten tenminste, rechtstreeks bij de heer Van der Kallen uitkom.
Naar mijn opvatting hoor je in de politiek, en ik heb dat altijd nage
streefd, respekt op te brengen voor de mening van de ander en heb je het
volste recht om daar argumenten tegenin te brengen. Maar het vervelende bij
de heer Van der Kallen is altijd, dat als hij een stelling heeft gepleegd en
je geeft daar een reaktie op, dat je dan een koffer vol met etiketten over
je krijgt uitgestrooid. Vandaag gaf hij daar weer een voortreffelijk voor
beeld van. Het imago is slecht. Je bent niet consequent. Zo ga je niet met
elkaar om.
Ik wil de vergadering niet verlengen, voorzitter, maar ik heb er ernstige
behoefte aan, als de heer Van der Kallen mij zo rechtstreeks op dat punt
aanspreekt, om even duidelijk te stellen dat ik de zaken, die hij aan de
orde heeft gesteld in eerste termijn, praktisch allemaal heb behandeld in de
behandeling van mijn eerste termijn. Eén zaak niet, maar daar kom ik dade
lijk op terug.
Ik wens dan niet van de heer Van der Kallen te horen wat hij mij heeft
toegevoegd. Ik ben op zijn argumenten ingegaan. Als hij het er niet mee eens
is, is dat prima. Dan stemt hij, met plezier vermoedelijk, tegen. Maar ik
wens me niet uitgemaakt te zien voor wat de heer Van der Kallen deed.
Nog een aantal dingen moeten even aangestipt worden.
Ik heb in eerste termijn de heer van der Kallen geantwoord, waarom voor het
onderhoud van gravelbanen besproeien nodig is. Ik heb hem gezegd hoe zuinig
wij wensen om te gaan met het gebruik van water. Ik heb hem gezegd dat wij
in Bergen op Zoom zelfs een voorziening hebben aangebracht voor als er een
bepaalde hoeveelheid regen valt, die voldoende is voor de baan, de regen
installatie niet spuit.
Ik heb hem duidelijk gemaakt welke afwegingen er zijn gemaakt ten opzichte
van het personeel, van wat dat kost, en. dat de mensen dat geen prettige
bezigheid vinden. Ik heb hem verteld dat het sproeien van gravelbanen nodig
is om blessures te voorkomen.
Als zelfs de provincie Noord-Brabant, die een voorstel heeft gedaan
waarin ze de beregening wil tegengaan, een uitzondering maakt voor
tennisbanen, dan moet de heer Van der Kallen in tweede termijn niet
„fa i