-52- computergestuurde beregeningsinstallatie voor tennisbanen, waarvan de kos ten 34.000,zijn, wel verantwoord? Overigens is het ook zo, dat de provincie verbods- en beperkingsmaatregelen heeft gesteld betreffende het beregenen op agrarische gronden en toch ook, zeer onderstreept, voor sportvelden. Niet alleen aangaande het onttrekken van grondwater, tot de beperkende maatregelen gelden ook het drink- en leidingwaterverbruik. Overtredingen zijn zelfs strafbaar gesteld. Dit alles overwegende, stemt onze fraktie dan ook tegen goedkeuring van dit voorstel. De VOORZITTER: Dank u wel. Nog andere leden van de raad? Zo niet dan is het woord aan wethouder Van der Stoel. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, de heer Van der Kallen noemt 3 aspekten die hij in zijn betoog zou behandelen, milieu, personeel en macro zaken. Hij begint met te stellen dat de provincie een verordening heeft gemaakt, die het besproeien van gronden wenst te beperken. Zeker op bepaalde momenten. Hij zegt daarbij, waarom zouden landbouwers daarin wel beperkt moeten worden en rekreanten niet. Ik denk dat het heel gevaarlijk is om zo over een verordening, die je niet voor je hebt, te spreken, omdat je dan goed naar de motieven zou moeten kijken. Ik denk dat er ook sprake is van heel andere verhoudingen dan waar we het vandaag over zouden kunnen hebben en wat in feite ook aan de orde is, de beregening van de tennisbanen. Laat ik er in ieder geval dat van zeggen, omdat ik niet over de informatie beschik, waar ik zojuist op doelde, dat ik exact die omschrijvingen ken en de motivaties, over de hoeveelheden, waar het om gaat, en om de momenten, waarop die hoeveelheden minder moeten zijn. Dat zijn allemaal facetten die daarmee te maken hebben. Ik wil de heer Van der Kallen er wèl op wijzen dat bij de provincie een notitie gereed is gekomen, waarbij tennisbanen uit drukkelijk worden uitgezonderd van de beperkende maatregelen die worden voorgesteld. Dat is punt 1. De heer Van der Kallen was eerlijk genoeg om te melden dat de veiligheid, van degenen die gebruikmaken van de banen, ermee gemoeid is. Dat is ook zo. Die besproeiing gaat niet voor de flauwe kul. Die besproeiing is ervoor om te zorgen dat gravel goed blijft liggen. Bij droog gravel hoopt het zich op. Daar vallen mensen over en dat is buitengewoon vervelend. Het waait weg, dus het kost veel meer onderhoud om dat weer allemaal, letterlijk en figuurlijk, glad te strijken. Dus de veiligheid van de rekreant is er inderdaad mee gemoeid. Maar in het verlengde daarvan ook het onderhoud van de banen, die er ernstig bij gebaat zijn dat er op tijd wordt gesproeid. Op dat op tijd kom ik dadelijk nog terug. Hij suggereert, waarom legt u geen kunstgrastennisvelden aan. Ik moet u zeggen dat mijn kennis te beperkt is, maar ik heb nog nooit gehoord van kunstgrastennisvelden. Waarmee ik niet wil zeggen dat ze niet bestaan, want ik zeg erbij dat mijn kennis beperkt is. De heer VAN ES: In het streekgewest in St. Willebrord o.a. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Dat is een afweging, waar men in de com missie dan maar eens op terug moet komen met daarbij degenen die er dagelijks mee te maken hebben. Maar ik denk dat ik mij heel zorgvuldig heb uitgedrukt De heer Van der Kallen vraagt waarom hier geen milieutoets op is losgelaten. Ik kom daar dadelijk nog graag even op terug. Hij zou het voorstel willen aanhouden. Ik zou dat niet bepleiten, maar misschien mag ik, voorzitter, eerst eens vertellen wat er nu precies gebeurt. Op Rozenoord hebben we zo'n installatie, maar de situatie op Meilust, waar het voorstel voor geldt, is zo, dat daar in principe elke dag, 's morgens -53- tussen 7.30 en 9.30 uur, mensen aan het onderhoud moeten werken. Voorname lijk moet u met het onderhoud aan sproeien denken. Dat geldt ook in de week einden, waar men zelfs tussen 6.00 en 8.00 uur dat karwei moet doen. Dus als de baan daar om vraagt, en dat is met name in de zomer vaak het geval, is dat elke dag, en met name in het weekend nog vroeger, het geval. Daarvan kun je zeggen, dat is een efficiencykwestie en geen milieuzaak. Vervolgens, al klinkt het eigenaardig, vandaar dat wordt verklaard dat er meer water kan worden gebruikt dan bij handmatig sproeien aan de orde is, treedt het volgende op. Met handmatig sproeien -en ik hoop niet dat u mij vraagt om dat allemaal precies uit te leggen, maar dat u het van mij wilt aannemen- komt er soms water op de verkeerde plaatsen terecht, of te weinig water waar het juist moet. Men is in staat om heel zorgvuldig computer programma's te maken, waarbij exact wordt berekend, waar welke hoeveelheid water terecht moet komen. Die computer is natuurlijk, behalve met een pro gramma, ook anderszins te beïnvloeden als het sproeien overbodig zou zijn. Er zit bijvoorbeeld ook een soort regenrem op. Bij een bepaalde hoeveelheid regen werkt de computer in die zin, dat er niet gesproeid wordt, dus er wordt in ieder geval geen water teveel over de banen gegooid. Samengevat, de hele computerisering van die beregening houdt in, dat er -om het maar zo uit te drukken- geen druppel teveel, maar er alleen maar water wordt gesproeid als het nodig is. Wij vinden dat voldoende reden om zo'n installatie aan te schaffen. Ik zou nog op één punt willen wijzen wat er ook mee te maken heeft. Door deze automatisering kan het sproeien plaatsvinden op momenten dat er nog heel weinig verdamping optreedt. Dat is buitengewoon gunstig. Dus in sommige gevallen wordt er aan het einde van de nacht reeds gesproeid zodat de baan maximaal het water kan verwerken, zonder dat het verdampt voordat het nodig is. Dus de heer Van der Kallen heeft gelijk als hij zegt, dat volgens de gegevens er vermoedelijk meer water wordt besteed. Maar er wordt optimaal, en alleen wanneer het nodig is, gesproeid. Dat komt ten goede aan het onder houd van de banen en dat komt ten goede aan de veiligheid van de rekreant. Ik heb nog geïnformeerd naar het totale waterverbruik. Dat varieert uiter aard per jaar. Interessant wellicht is om één cijfer te noemen. In 1987 werd door beide sportparken 450 kubieke meter gebruikt. Ik heb bij de ENWA geïnformeerd wat het gemiddeld verbruik per huishouden is en dat is 200 kubieke meterDus over dat soort verhoudingen hebben we het nu en daar zitten we nu discussie over te voeren. Al ben ik de eerste om de heer Van der Kallen bij te vallen, dat het ons aller taak is om te zorgen dat je geen water nodeloos gebruikt. Als iedereen lekkende kranen voorkomt en bij het tanden poetsen de kraan niet laat lopen, dan denk ik dat we heel wat verder zijn dan dat we bij deze discussie zouden kunnen komen door het voorstel aan te houden. Ik zal dat niet bepleiten, dat is intussen wel duidelijk. Wij denken dat het de banen verbetert en dat het weinig geliefd werk, van de mensen die het zouden moeten doen, kan komen te vervallen. De heer Jouvenaz vroeg hoe de investering in feite gemotiveerd was. Ik heb dat via de beantwoording van de heer Van der Kallen, denk ik, hier en daar kunnen aantonen. Als hij vraagt naar de gevolgen voor de zelfwerkzaamheid, dan denk ik dat we daar goed op letten en geen maatregelen zullen nemen die dat in de weg zullen staan. Want stel u voor als het, wat ik u net heb verteld, nodig is voor de banen om elke dag, en 's zondags nog vroeger dan normaal, die banen te sproeien, dan kunnen wij ons bij zelfwerkzaamheid natuurlijk van alles voorstellen, maar u kunt zich voorstellen dat dat voor een gemiddelde vereniging erg lastig gaat worden. Zodat ook de vereniging graag, als dat aan de orde zou komen, zo'n installatie van ons zou willen overnemen. Ik twijfel daar nauwelijks aan. Wellicht dat ik daarmee de tegenstemming van GB/S heb kunnen voorkomen, voorzitter

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 74